Hoofdstuk 1 – Ethiek en beroepscode
1.1 Wat is ethiek?
Ethiek is de leer van het juiste handelen. In sociaal werk betekent dat
nadenken over hoe je moreel juist handelt in situaties waarin waarden
en belangen botsen (Sepmeijer & Sepmeijer, 2023).
Het is meer dan regels volgen — het gaat om bewuste afwegingen op
basis van waarden, normen en professionele verantwoordelijkheid.
Belangrijke begrippen:
Waarden: idealen of overtuigingen die mensen nastrevenswaardig
vinden (bijv. eerlijkheid, veiligheid, autonomie).
Normen: concrete gedragsregels die voortkomen uit waarden (bijv.
“je liegt niet”, “je respecteert privacy”).
Moraal: het geheel van normen en waarden binnen een groep of
samenleving.
Ethiek: systematisch nadenken over wat goed of slecht handelen is
binnen een context.
Moreel dilemma: een lastige keuze tussen twee waarden die
allebei belangrijk zijn, maar niet tegelijk volledig kunnen worden
gerealiseerd.
Voorbeeld: een sociaal werker moet kiezen tussen beroepsgeheim en
veiligheid van een kind. Beide waarden – vertrouwen en veiligheid – zijn
belangrijk, maar botsen.
Drie niveaus van morele vraagstukken:
1. Ethisch: over wat goed of fout is (bijv. “mag ik beroepsgeheim
schenden?”)
2. Methodisch: over de aanpak (“hoe voer ik dit gesprek met
ouders?”)
3. Juridisch: over wat wettelijk verplicht of verboden is (“wat zegt de
Wmo of de Meldcode hierover?”)
(Sepmeijer & Sepmeijer, 2023)
1.2 Verschil tussen ethisch, methodisch en juridisch perspectief
,Perspecti
Betekenis Doel Voorbeeld
ef
Waarachtig, Mag ik ingrijpen tegen
Gaat over wat
Ethisch respectvol iemands wil als het zijn
moreel juist is
handelen vrijheid beperkt?
Richt zich op de
Methodis Professioneel en Hoe voer ik dit gesprek
manier van
ch doelgericht werken het beste uit?
handelen
Rechtmatig Moet ik volgens de
Richt zich op de
Juridisch handelen en meldcode handelen of
wet en regels
bescherming niet?
Deze perspectieven overlappen vaak: sociaal werkers moeten ethisch
verantwoord, methodisch doordacht en juridisch correct handelen.
1.3 Filosofische basis van ethiek
Volgens Kant draait moreel handelen om verantwoordelijkheid en
intentie. Zijn vier basisvragen vormen de kern van westerse filosofie:
1. Wat kan ik kennen? (Epistemologie – kennisleer)
2. Wat moet ik doen? (Ethiek – morele filosofie)
3. Wat mag ik hopen? (Levensbeschouwing – religie)
4. Wat is de mens? (Cultuurfilosofie)
Sociaal werkers bevinden zich vooral bij vraag 2: Wat moet ik doen?
→ De kernvraag in het beroep: Wat is hier het juiste om te doen voor
deze cliënt, in deze context, met deze waarden en wetten?
1.4 De Beroepscode voor professionals in sociaal werk (BPSW,
2021)
De Beroepscode vormt het moreel kompas van sociaal werkers. Ze bevat
waarden, normen en richtlijnen om professioneel en ethisch verantwoord
te handelen.
Functies van de beroepscode:
1. Transparantie: maakt zichtbaar waar sociaal werkers voor staan.
2. Leidraad: biedt richting bij morele dilemma’s.
, 3. Toetssteen: gebruikt om professioneel handelen te evalueren.
4. Steun: helpt bij druk of morele spanning.
5. Positionering: maakt de maatschappelijke en professionele
identiteit duidelijk.
Belangrijkste kernwaarden uit de code:
Respect voor de waardigheid van ieder mens
Sociale rechtvaardigheid
Betrouwbaarheid en integriteit
Verantwoordelijkheid en professionaliteit
Zelfbeschikking en participatie
(BPSW, 2021)
Toepassing: Bij een ethisch dilemma weeg je altijd eerst de waarden uit
de beroepscode af voordat je persoonlijke overtuigingen volgt.
directe artikelkoppeling (BPSW, 2021):
Art. 2 deskundigheid (verouderde info GAK/UWV) → schending.
Art. 6 onafhankelijkheid (geld geven → afhankelijkheid) →
schending.
Art. 7 juiste informatie (verkeerde verwijzing) → schending.
Art. 11 grenzen beroep (juridische adviezen buiten competentie) →
schending.
Art. 3 integriteit (dubbele relatie/flirt) → risico op schending.
1.5 Moreel dilemma & stappenplan
Een ethisch dilemma is een keuze tussen twee waarden die beide
belangrijk zijn, maar niet tegelijk gerealiseerd kunnen worden.
Bijvoorbeeld: beroepsgeheim (vertrouwen) versus veiligheid
(bescherming).
Stappenplan moreel beraad (Sepmeijer & Sepmeijer, 2023):
1. Beschrijf de situatie helder (wie, wat, waar, waarom).
2. Benoem het morele dilemma (welke waarden botsen?).
3. Benoem betrokkenen (micro, meso, macro).
, 4. Verzamel feiten en alternatieven.
5. Weeg de waarden en belangen af.
6. Kies en motiveer je besluit.
7. Reflecteer op het resultaat en leerervaring.
Belangenafweging:
Micro: cliënt en omgeving
Meso: organisatie en collega’s
Macro: maatschappelijke belangen
Goede ethische afweging = rekening houden met alle drie niveaus.
1.6 Tuchtrecht en beroepsregistratie
Sociaal werkers zijn via de BPSW en het Registerplein gebonden aan
professioneel gedrag.
Bij schending van normen kan een klacht worden ingediend.
Doel tuchtrecht:
Beschermen van cliënten tegen ondeskundig of onethisch handelen
Ontwikkelen en bewaken van beroepskwaliteit
Procedure (BPSW, 2021):
1. Klacht indienen bij het College van Toezicht (CVT).
o Alleen ontvankelijk als het incident < 5 jaar oud is en de
beklaagde geregistreerd is.
2. Onderzoek & zitting: partijen kunnen getuigen oproepen.
3. Uitspraak binnen 4 weken: gegrond, ongegrond of niet-
ontvankelijk.
4. Maatregelen: waarschuwing, berisping, schorsing (max. 1 jaar), of
royement.
5. Hoger beroep: binnen 4 weken bij het College van Beroep (CVB).
1.7 Samenvatting kernpunten
1.1 Wat is ethiek?
Ethiek is de leer van het juiste handelen. In sociaal werk betekent dat
nadenken over hoe je moreel juist handelt in situaties waarin waarden
en belangen botsen (Sepmeijer & Sepmeijer, 2023).
Het is meer dan regels volgen — het gaat om bewuste afwegingen op
basis van waarden, normen en professionele verantwoordelijkheid.
Belangrijke begrippen:
Waarden: idealen of overtuigingen die mensen nastrevenswaardig
vinden (bijv. eerlijkheid, veiligheid, autonomie).
Normen: concrete gedragsregels die voortkomen uit waarden (bijv.
“je liegt niet”, “je respecteert privacy”).
Moraal: het geheel van normen en waarden binnen een groep of
samenleving.
Ethiek: systematisch nadenken over wat goed of slecht handelen is
binnen een context.
Moreel dilemma: een lastige keuze tussen twee waarden die
allebei belangrijk zijn, maar niet tegelijk volledig kunnen worden
gerealiseerd.
Voorbeeld: een sociaal werker moet kiezen tussen beroepsgeheim en
veiligheid van een kind. Beide waarden – vertrouwen en veiligheid – zijn
belangrijk, maar botsen.
Drie niveaus van morele vraagstukken:
1. Ethisch: over wat goed of fout is (bijv. “mag ik beroepsgeheim
schenden?”)
2. Methodisch: over de aanpak (“hoe voer ik dit gesprek met
ouders?”)
3. Juridisch: over wat wettelijk verplicht of verboden is (“wat zegt de
Wmo of de Meldcode hierover?”)
(Sepmeijer & Sepmeijer, 2023)
1.2 Verschil tussen ethisch, methodisch en juridisch perspectief
,Perspecti
Betekenis Doel Voorbeeld
ef
Waarachtig, Mag ik ingrijpen tegen
Gaat over wat
Ethisch respectvol iemands wil als het zijn
moreel juist is
handelen vrijheid beperkt?
Richt zich op de
Methodis Professioneel en Hoe voer ik dit gesprek
manier van
ch doelgericht werken het beste uit?
handelen
Rechtmatig Moet ik volgens de
Richt zich op de
Juridisch handelen en meldcode handelen of
wet en regels
bescherming niet?
Deze perspectieven overlappen vaak: sociaal werkers moeten ethisch
verantwoord, methodisch doordacht en juridisch correct handelen.
1.3 Filosofische basis van ethiek
Volgens Kant draait moreel handelen om verantwoordelijkheid en
intentie. Zijn vier basisvragen vormen de kern van westerse filosofie:
1. Wat kan ik kennen? (Epistemologie – kennisleer)
2. Wat moet ik doen? (Ethiek – morele filosofie)
3. Wat mag ik hopen? (Levensbeschouwing – religie)
4. Wat is de mens? (Cultuurfilosofie)
Sociaal werkers bevinden zich vooral bij vraag 2: Wat moet ik doen?
→ De kernvraag in het beroep: Wat is hier het juiste om te doen voor
deze cliënt, in deze context, met deze waarden en wetten?
1.4 De Beroepscode voor professionals in sociaal werk (BPSW,
2021)
De Beroepscode vormt het moreel kompas van sociaal werkers. Ze bevat
waarden, normen en richtlijnen om professioneel en ethisch verantwoord
te handelen.
Functies van de beroepscode:
1. Transparantie: maakt zichtbaar waar sociaal werkers voor staan.
2. Leidraad: biedt richting bij morele dilemma’s.
, 3. Toetssteen: gebruikt om professioneel handelen te evalueren.
4. Steun: helpt bij druk of morele spanning.
5. Positionering: maakt de maatschappelijke en professionele
identiteit duidelijk.
Belangrijkste kernwaarden uit de code:
Respect voor de waardigheid van ieder mens
Sociale rechtvaardigheid
Betrouwbaarheid en integriteit
Verantwoordelijkheid en professionaliteit
Zelfbeschikking en participatie
(BPSW, 2021)
Toepassing: Bij een ethisch dilemma weeg je altijd eerst de waarden uit
de beroepscode af voordat je persoonlijke overtuigingen volgt.
directe artikelkoppeling (BPSW, 2021):
Art. 2 deskundigheid (verouderde info GAK/UWV) → schending.
Art. 6 onafhankelijkheid (geld geven → afhankelijkheid) →
schending.
Art. 7 juiste informatie (verkeerde verwijzing) → schending.
Art. 11 grenzen beroep (juridische adviezen buiten competentie) →
schending.
Art. 3 integriteit (dubbele relatie/flirt) → risico op schending.
1.5 Moreel dilemma & stappenplan
Een ethisch dilemma is een keuze tussen twee waarden die beide
belangrijk zijn, maar niet tegelijk gerealiseerd kunnen worden.
Bijvoorbeeld: beroepsgeheim (vertrouwen) versus veiligheid
(bescherming).
Stappenplan moreel beraad (Sepmeijer & Sepmeijer, 2023):
1. Beschrijf de situatie helder (wie, wat, waar, waarom).
2. Benoem het morele dilemma (welke waarden botsen?).
3. Benoem betrokkenen (micro, meso, macro).
, 4. Verzamel feiten en alternatieven.
5. Weeg de waarden en belangen af.
6. Kies en motiveer je besluit.
7. Reflecteer op het resultaat en leerervaring.
Belangenafweging:
Micro: cliënt en omgeving
Meso: organisatie en collega’s
Macro: maatschappelijke belangen
Goede ethische afweging = rekening houden met alle drie niveaus.
1.6 Tuchtrecht en beroepsregistratie
Sociaal werkers zijn via de BPSW en het Registerplein gebonden aan
professioneel gedrag.
Bij schending van normen kan een klacht worden ingediend.
Doel tuchtrecht:
Beschermen van cliënten tegen ondeskundig of onethisch handelen
Ontwikkelen en bewaken van beroepskwaliteit
Procedure (BPSW, 2021):
1. Klacht indienen bij het College van Toezicht (CVT).
o Alleen ontvankelijk als het incident < 5 jaar oud is en de
beklaagde geregistreerd is.
2. Onderzoek & zitting: partijen kunnen getuigen oproepen.
3. Uitspraak binnen 4 weken: gegrond, ongegrond of niet-
ontvankelijk.
4. Maatregelen: waarschuwing, berisping, schorsing (max. 1 jaar), of
royement.
5. Hoger beroep: binnen 4 weken bij het College van Beroep (CVB).
1.7 Samenvatting kernpunten