par: 2.1, 2.2 en 2.6
paragraaf:
2.1
Je kunt…
1. de verschillende soorten licht in het elektromagnetische spectrum benoemen.
Wij kunnen maar één soort licht zien:
(afb. 1 elekromagnetische spectum.)
2. lichtstralen tekenen vanuit één of meerdere lichtbronnen.
Je tekent een lichtstaal als een lijn met een pijl, die geeft de richting van de
lichtstraal aan. zoals op afb. 2
(afb. 2 lichtstaal getekend)
het begrip divergeren definiëren.
de lichtstalen van bijv. een lamp (afb. 2) die gaan divigeren, Ze gaan dus uitelkaar.
een laser divigeren niet want dat licht word bij elkaar gehouden.
3. het verschil tussen kunstmatige en natuurlijke lichtbronnen beschrijven.
kunstmatig: gemaakt door mensen
natuurlijk: niet gemaakt door de mens, maar door de natuur
, Samenvatting NaSk H2 - licht
par: 2.1, 2.2 en 2.6
4. het verschil tussen direct en indirect licht
beschrijven.
direct licht gaat direct/meteen het oog in
indirect licht gaat nietdirect/meteen het oog in
5. de begrippen kernschaduw en halfschaduw
definiëren.
- Kernschaduw is het donkerste gedeelte van
een eigenschaduw of slagschaduw; het gebied
waarin geen enkele lichtstraal kan
doordringen.
Halfschaduw (of "bijschaduw" volgens de fysica) is
het halfdonkere gedeelte aan de buitenste
begrenzing van een eigen- of slagschaduw.
(WikkiPedia)
6. de schaduw van een voorwerp tekenen met behulp van lichtstralen.
Dit moet je kunnen voor de toets, om dit te kunnen toepassen ga extra opdr maken.
7. een gezichtsveld tekenen met
behulp van zichtlijnen.
Kan je hem zien?: (afb. 4)
2.2
je kunt…
8. uitleggen wat het verschil is tussen een diffuse
reflectie en een spiegelende reflectie.
diffuse reflectie is een reflectie in meerdere richtingen,
het licht wordt in meerdere richtingen weerkaatst.