Neurologie, zintuigen en anesthesie
Elise van Gool | Diergeneeskunde UU | jaar 2, sem. 2
1 INHOUD
2 Centraal zenuwstelsel ......................................................................................................2
3 Perifeer zenuwstelsel ..................................................................................................... 15
4 Zintuigen oor en oog ....................................................................................................... 16
5 Motoriek en evenwicht.................................................................................................... 37
6 Pijn ................................................................................................................................ 44
7 Farmacologie ................................................................................................................. 48
8 Reactiepatronen en pathologie ....................................................................................... 58
9 Ziekteleer neurologie ...................................................................................................... 69
10 Ziekteleer oog................................................................................................................. 82
11 Ziekteleer oor ................................................................................................................. 87
Versie 1.0
,Elise van Gool NZA [2025]
2 CENTRAAL ZENUWSTELSEL
2.1 ONDERDELEN
1. Cerebrum (grote hersenen)
2. Diencephalon (o.a. thalamus en hypothalamus)
3. Hersenstam met kopzenuwen
4. Cerebellum (kleine hersenen)
5. Vestibulair systeem
6. Ruggenmerg
- Het ruggenmerg is het enige onderdeel van het centrale zenuwstelsel dat niet binnen
de schedel ligt = extracraniële gedeelte. Derest van de onderdelen is intracranieel.
2.1.1 Cerebrum
Het intracraniële deel van het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
- Telencephalon
- Diencephalon
- Mesencephalon
- Metencephalon
- Myelencephalon
Deze onderdelen ontwikkelen zich uit de hersenblaasjes. Uit het
Prosencephalon ontstaan het Telencephalon en het diencephalon.
Uit het mesencephalon ontstaat het mesencephalon. Uit het
Rhombencephalon ontstaan het metencephalon en het
myelencephalon.
De grote hersenen (cerebrum) ontstaan uit het Telencephalon. Het cerebrum bestaat uit een
linker en rechter hemisfeer met 2 laterale ventrikels. In de grote hersenen liggen de basale kernen,
een groep diepgelegen grijze stof structuren die een belangrijke rol spelen in de motorische
controle, gedragsregulatie en cognitieve functies. De hersenen hebben een grijs-wit-grijs
structuur, waarbij:
- De buitenste laag (cortex) uit grijze stof bestaat (cellichamen van neuronen).
- De binnenste laag voornamelijk uit witte stof bestaat (gemyeliniseerde zenuwbanen).
- Dieper gelegen grijze stof de basale kernen vormt.
De hemisferen worden onderling verbonden door
de corpus callosum, een grote bundel
zenuwvezels die informatie-uitwisseling tussen
de twee hersenhelften mogelijk maakt.
De cortex cerebri is sterk geplooid en bestaat uit:
- Gyri (bultjes/uitstulpingen)
- Sulci (kuiltjes/groeven)
Daarnaast behoort de bulbus olfactorius, die
verantwoordelijk is voor de verwerking van
reukprikkels, tot het telencephalon.
Pagina 2 van 89
,Elise van Gool NZA [2025]
Ventrikels
De vier ventrikels in de hersenen maken deel uit van het ventrikelsysteem en zijn gevuld met
cerebrospinaal vocht (CSF).
- Laterale ventrikels (eerste en tweede ventrikel): In het telencephalon (cerebrale
hemisferen), één in elk hemisfeer. Grootste ventrikels, C-vormig. Verbinden met het
derde ventrikel via de foramina van Monro (intraventriculaire foramina).
- Derde ventrikel: In de diencephalon, tussen de linker- en rechterhelft van de thalamus.
Smalle, spleetvormige ruimte. Verbonden met de laterale ventrikels via de foramina van
Monro. Loopt over in de aqueductus mesencephali richting het vierde ventrikel.
- Vierde ventrikel: In de metencephalon en myelencephalon, tussen de hersenstam (pons
en medulla oblongata) en het cerebellum. Drie openingen laten CSF naar de
subarachnoïdale ruimte stromen: Foramen van Magendie (mediaal) en Foramina van
Luschka (lateraal, 2x). Loopt caudaal over in het canalis centralis van het ruggenmerg.
2.1.2 Diencephalon
Het diencephalon bevat de volgende onderdelen:
- Epithalamus (epifyse)
- Thalami
- Hypothalamus
- Hypofyse
- Retina
- n. opticus, zenuw II
2.1.3 Hersenstam en kopzenuwen
Hersenstam
De hersenstam bestaat uit de volgende onderdelen:
- Colliculi (mesencephalon)
- Periaquaductale grijs (mesencephalon)
- Pons (onder cerebellum) (metencephalon)
- Formatio reticularis
- Centra bloeddruk/ademhaling
- Kernen kopzenuwen III t/m XII > alle
kopzenuwen behalve I (reuk) en II (opticus).
Kopzenuwen
Alle kopzenuwen (behalve I en II) liggen in de hersenstam. Bij een probleem in de hersenstam
zul je dus al snel zien dat meerdere functies van de kopzenuwen aan zijn getast.
- Ezelsbruggetje om de namen van de zenuwen te onthouden:
• Op Ons Oude Tuin Terras At Frits Verse Groente Van Albert Hein
- Om te onthouden of ze sensorisch, motorisch of beide zijn:
• Some Say Money Matters But My Brother Says Big Brains Matter More
I Olfactorius
• Oorsprong: Telencephalon (Tel)
• Innervatiegebied: Reukepitheel
II Opticus
• Oorsprong: Diencephalon (Di)
• Innervatiegebied: Retina
Pagina 3 van 89
, Elise van Gool NZA [2025]
III Oculomotorius
• Oorsprong: Mesencephalon (Mes)
• Innervatiegebied:
o Externe dwarsgestreepte oogspieren
o Pupil en corpus ciliare
• Parasympathisch
IV Trochlearis
• Oorsprong: Mesencephalon (Mes)
• Innervatiegebied: Externe dwarsgestreepte oogspieren
V Trigeminus
• Oorsprong: Metencephalon (Met)
• Innervatiegebied:
o Pijn, tast en thermosensatie in het aangezicht (inclusief cornea)
o Sensibiliteit van neusslijmvlies, palatum, tandkassen en tong
o Proprioceptie en motoriek van kauw-/kaakspieren
• Takken van de trigeminus:
o N. opthalimicus: somato-sensorisch, innerveert bovenste
ooglid (ooglidreflex) en cornea (corneareflex).
o N. maxillaris: somato-sensorisch bovenlip, neusslijmvlies,
harde en zachte gehemelte, dorsale tandenboog.
o N. mandibularis: somatosensibel & somatomotorisch voorste
deel tong (niet smaak), ventrale tandenboog, proprioceptie
(spierspoeltjes) kauwspieren & motoriek kauwspieren (1e
kieuwboog)
VI Abducens
• Oorsprong: Metencephalon (Met)
• Innervatiegebied: Externe dwarsgestreepte oogspieren
VII Facialis
• Oorsprong: Metencephalon (Met)
• Innervatiegebied:
o Viscero-sensorisch: Smaak voorste deel van de tong
o Viscero-motorisch: Speeksel- en traanklieren > parasympatische
vezels
o Somato-motorisch: Gelaatsspieren
• Parasympathisch
VIII Vestibulocochlearis
• Oorsprong: Metencephalon (Met)
• Innervatiegebied: Cochlea en vestibulair labyrint
IX Glossopharyngeus
• Oorsprong: Myelencephalon (Myel)
• Innervatiegebied:
o Smaak van de tong
o Tast, druk en pijn in de pharynx
o Baro- en chemoreceptoren in de borstholte
o Pharynxspieren
• Viscerosensorisch
Pagina 4 van 89
Elise van Gool | Diergeneeskunde UU | jaar 2, sem. 2
1 INHOUD
2 Centraal zenuwstelsel ......................................................................................................2
3 Perifeer zenuwstelsel ..................................................................................................... 15
4 Zintuigen oor en oog ....................................................................................................... 16
5 Motoriek en evenwicht.................................................................................................... 37
6 Pijn ................................................................................................................................ 44
7 Farmacologie ................................................................................................................. 48
8 Reactiepatronen en pathologie ....................................................................................... 58
9 Ziekteleer neurologie ...................................................................................................... 69
10 Ziekteleer oog................................................................................................................. 82
11 Ziekteleer oor ................................................................................................................. 87
Versie 1.0
,Elise van Gool NZA [2025]
2 CENTRAAL ZENUWSTELSEL
2.1 ONDERDELEN
1. Cerebrum (grote hersenen)
2. Diencephalon (o.a. thalamus en hypothalamus)
3. Hersenstam met kopzenuwen
4. Cerebellum (kleine hersenen)
5. Vestibulair systeem
6. Ruggenmerg
- Het ruggenmerg is het enige onderdeel van het centrale zenuwstelsel dat niet binnen
de schedel ligt = extracraniële gedeelte. Derest van de onderdelen is intracranieel.
2.1.1 Cerebrum
Het intracraniële deel van het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
- Telencephalon
- Diencephalon
- Mesencephalon
- Metencephalon
- Myelencephalon
Deze onderdelen ontwikkelen zich uit de hersenblaasjes. Uit het
Prosencephalon ontstaan het Telencephalon en het diencephalon.
Uit het mesencephalon ontstaat het mesencephalon. Uit het
Rhombencephalon ontstaan het metencephalon en het
myelencephalon.
De grote hersenen (cerebrum) ontstaan uit het Telencephalon. Het cerebrum bestaat uit een
linker en rechter hemisfeer met 2 laterale ventrikels. In de grote hersenen liggen de basale kernen,
een groep diepgelegen grijze stof structuren die een belangrijke rol spelen in de motorische
controle, gedragsregulatie en cognitieve functies. De hersenen hebben een grijs-wit-grijs
structuur, waarbij:
- De buitenste laag (cortex) uit grijze stof bestaat (cellichamen van neuronen).
- De binnenste laag voornamelijk uit witte stof bestaat (gemyeliniseerde zenuwbanen).
- Dieper gelegen grijze stof de basale kernen vormt.
De hemisferen worden onderling verbonden door
de corpus callosum, een grote bundel
zenuwvezels die informatie-uitwisseling tussen
de twee hersenhelften mogelijk maakt.
De cortex cerebri is sterk geplooid en bestaat uit:
- Gyri (bultjes/uitstulpingen)
- Sulci (kuiltjes/groeven)
Daarnaast behoort de bulbus olfactorius, die
verantwoordelijk is voor de verwerking van
reukprikkels, tot het telencephalon.
Pagina 2 van 89
,Elise van Gool NZA [2025]
Ventrikels
De vier ventrikels in de hersenen maken deel uit van het ventrikelsysteem en zijn gevuld met
cerebrospinaal vocht (CSF).
- Laterale ventrikels (eerste en tweede ventrikel): In het telencephalon (cerebrale
hemisferen), één in elk hemisfeer. Grootste ventrikels, C-vormig. Verbinden met het
derde ventrikel via de foramina van Monro (intraventriculaire foramina).
- Derde ventrikel: In de diencephalon, tussen de linker- en rechterhelft van de thalamus.
Smalle, spleetvormige ruimte. Verbonden met de laterale ventrikels via de foramina van
Monro. Loopt over in de aqueductus mesencephali richting het vierde ventrikel.
- Vierde ventrikel: In de metencephalon en myelencephalon, tussen de hersenstam (pons
en medulla oblongata) en het cerebellum. Drie openingen laten CSF naar de
subarachnoïdale ruimte stromen: Foramen van Magendie (mediaal) en Foramina van
Luschka (lateraal, 2x). Loopt caudaal over in het canalis centralis van het ruggenmerg.
2.1.2 Diencephalon
Het diencephalon bevat de volgende onderdelen:
- Epithalamus (epifyse)
- Thalami
- Hypothalamus
- Hypofyse
- Retina
- n. opticus, zenuw II
2.1.3 Hersenstam en kopzenuwen
Hersenstam
De hersenstam bestaat uit de volgende onderdelen:
- Colliculi (mesencephalon)
- Periaquaductale grijs (mesencephalon)
- Pons (onder cerebellum) (metencephalon)
- Formatio reticularis
- Centra bloeddruk/ademhaling
- Kernen kopzenuwen III t/m XII > alle
kopzenuwen behalve I (reuk) en II (opticus).
Kopzenuwen
Alle kopzenuwen (behalve I en II) liggen in de hersenstam. Bij een probleem in de hersenstam
zul je dus al snel zien dat meerdere functies van de kopzenuwen aan zijn getast.
- Ezelsbruggetje om de namen van de zenuwen te onthouden:
• Op Ons Oude Tuin Terras At Frits Verse Groente Van Albert Hein
- Om te onthouden of ze sensorisch, motorisch of beide zijn:
• Some Say Money Matters But My Brother Says Big Brains Matter More
I Olfactorius
• Oorsprong: Telencephalon (Tel)
• Innervatiegebied: Reukepitheel
II Opticus
• Oorsprong: Diencephalon (Di)
• Innervatiegebied: Retina
Pagina 3 van 89
, Elise van Gool NZA [2025]
III Oculomotorius
• Oorsprong: Mesencephalon (Mes)
• Innervatiegebied:
o Externe dwarsgestreepte oogspieren
o Pupil en corpus ciliare
• Parasympathisch
IV Trochlearis
• Oorsprong: Mesencephalon (Mes)
• Innervatiegebied: Externe dwarsgestreepte oogspieren
V Trigeminus
• Oorsprong: Metencephalon (Met)
• Innervatiegebied:
o Pijn, tast en thermosensatie in het aangezicht (inclusief cornea)
o Sensibiliteit van neusslijmvlies, palatum, tandkassen en tong
o Proprioceptie en motoriek van kauw-/kaakspieren
• Takken van de trigeminus:
o N. opthalimicus: somato-sensorisch, innerveert bovenste
ooglid (ooglidreflex) en cornea (corneareflex).
o N. maxillaris: somato-sensorisch bovenlip, neusslijmvlies,
harde en zachte gehemelte, dorsale tandenboog.
o N. mandibularis: somatosensibel & somatomotorisch voorste
deel tong (niet smaak), ventrale tandenboog, proprioceptie
(spierspoeltjes) kauwspieren & motoriek kauwspieren (1e
kieuwboog)
VI Abducens
• Oorsprong: Metencephalon (Met)
• Innervatiegebied: Externe dwarsgestreepte oogspieren
VII Facialis
• Oorsprong: Metencephalon (Met)
• Innervatiegebied:
o Viscero-sensorisch: Smaak voorste deel van de tong
o Viscero-motorisch: Speeksel- en traanklieren > parasympatische
vezels
o Somato-motorisch: Gelaatsspieren
• Parasympathisch
VIII Vestibulocochlearis
• Oorsprong: Metencephalon (Met)
• Innervatiegebied: Cochlea en vestibulair labyrint
IX Glossopharyngeus
• Oorsprong: Myelencephalon (Myel)
• Innervatiegebied:
o Smaak van de tong
o Tast, druk en pijn in de pharynx
o Baro- en chemoreceptoren in de borstholte
o Pharynxspieren
• Viscerosensorisch
Pagina 4 van 89