Kennistoets 2.1
,Inhoudsopgave
GL 1.1: Bronnen voor de verpleegkundige professionaliteit (lessen uit de verschillende
menswetenschappen)............................................................................................................................2
GL 2.1 : Hoe word ik goed in mijn vak en in andere vakken?..................................................................7
GL 2.2: Hoe help ik iemand ergens goed in worden?...........................................................................11
GL 2.3: De normale ontwikkeling..........................................................................................................15
GL 2.4: De Abnormale/ afwijkende/ beïnvloede/ ontwikkeling?..........................................................27
GL 2.5: Ontwikkeling.............................................................................................................................29
1
, GL 1.1: Bronnen voor de verpleegkundige
professionaliteit (lessen uit de verschillende
menswetenschappen)
Beschrijven hoe de menswetenschappen filosofie, psychologie, antropologie, pedagogiek
en sociologie invloed uitoefenen op het denken over, en handelen in het verpleegkundig
beroep.
Benoemen welke kenmerken professionaliteit heeft binnen de beroepsuitoefening en voor
welke aspecten van professionaliteit de menswetenschappen van belang zijn.
Beschrijven welke sociologische kenmerken maken dat iets een beroepsgroep is en hoe de
beroepswereld kan veranderen door de opkomst informatiemaatschappij.
Filosofie
Filosoferen
o Heel diep nadenken, wat moet ik nou eigenlijk doen.
o Diep nadenken, doordenken of overdenken, een wijsgerige bespiegeling
houden.
Drie grote afdelingen in de filosofie
o De metafysica
De kennis van het meest wezenlijke van alles wat bestaat.
Het gaat niet zozeer om datgene wat je ziet, want dat zijn
slechts onderdelen van het totaal, maar het gaat om het
allesomvattende weten.
o De praktisch normatieve filosofie
De waardeleer met de ethiek als kern, die iets zegt over
wat goed en slecht, mooi en lelijk, juist en onjuist is.
o De logica, kennisleer en methodologie
De kritische instantie binnen de filosofie, waarbinnen men
onderzoekt of iets wat men beweert ook daadwerkelijk
geldig is.
Het gaat in de filosofie dus om het definiëren, verhelderen en verduidelijken van
begrippen. We gebruiken in het alledaagse leven allerlei begrippen en die begrippen
geven ons een idee over iets, we hebben daarbij een voorstelling voor ogen. Het is van
belang die begrippen dan ook eenduidig te gebruiken zodat we beter met elkaar
kunnen communiceren. De filosofie is het wetenschapsgebied dat daaraan een
fundamentele of wetenschappelijke bijdrage levert.
Centraal in de effectieve professionele zorgverlening staat de tegenspraak tussen de
normen en waarden van zorgverleners, die doorgaans in een zorgvisie zijn vastgelegd,
en de wijze waarop ze in de praktijk zorg verlenen. Het nemen van ethische
beslissingen maakt deel uit van het therapeutische werk met patiënten en hun familie.
De filosofie is voor de verpleegkunde van belang als we spreken over verpleegkundige
theorievorming, verpleegkundige terminologie en verpleegkundige ethiek. De filosofie
is de wetenschap die bijdraagt aan de zorgvuldigheid waarmee we iets beweren en de
logica van wat we beweren.
De filosofie is in indirecte zin van belang voor de verpleegkunde en de
verpleegkundige.
2