Algemene oriëntatie
1 Wat is strafrecht
1.1 Het begrip strafrecht
Strafrecht in ruime zin = geheel van rechtsregels die:
- Bepalen onder welke voorwaarden de overheid voor specifieke gedragingen
specifieke sancties kan opleggen en uitvoeren
- Omschrijven waaruit deze gedragingen en sancties bestaan
- Bepalen welke personen die sancties wel of niet kunnen krijgen
- Voorschrijven op welke wijze de daartoe bevoegde instanties hun recht om
voor deze gedragingen sancties op te leggen en uit te voeren moeten
uitoefenen
Materieel: regels die bepalen onder welke voorwaarden handelingen of onthoudingen
als misdrijven kunnen worden beschouwd, met welke strafrechtelijke sancties daarop
gereageerd kan worden en die de tijdelijke, ruimtelijke en personeel toepassingssfeer
van betrokken normen vastleggen
Formeel: regels mbt vaststelling van misdrijven, opsporing, vervolging en berechting
van personen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd en
rechtsregels mbt de organisatie, bevoegdheid en werking van publiekrechtelijke
instellingen en organen die daarmee belast zijn (= penitentiair recht)
Band in art3 EVRM: dit verbiedt mensen te onderwerpen aan folteringen of
onmenselijk of vernederende behandelingen of straffen
2 Codificatie
2.1 Het Belgisch strafwetboek
1830 – onafhankelijkheid België -> Napoleontische wetboeken waren van kracht
(Code Pénal en Code D’instruction)
1831 – art139 Gw schreef herziening van wetboeken zo snel mogelijk
1867 – Strafwetboek -> doel: afstand nemen van het autoritaire, door overmatige
bestraffing gekarakteriseerde Napoleontische Strafwetboek (mildering) en er vele
technisch-juridische onvolkomenheden uit weg te werken
- Zag mens als een homo economicus = kan rationaal afwegen en vrij zijn
gedrag kiezen
- Kern: 3-ledige indeling van misdrijven (misdaden, wanbedrijven en
overtredingen)
1867 – Wet op Verzachtende Omstandigheden: om het proces sneller te laten
verlopen
8 april 2024 – Nieuw Strafwetboek -> 2 delen: Boek I met algemene regels en Boek II
met misdrijfomschrijvingen en straffen per misdrijf
- Inwerkingtreding: 8 april 2026 (valt te nuanceren want deadline wrs niet
haalbaar) dus sommige artikelen pas op 1 januari 2035
,2.2 Het Belgisch wetboek van Strafvordering
Accusatoire procedure: maatschappij neemt geen initiatief, ‘beschuldiging’ gebeurt
door slachtoffer van een misdrijf waarmee ‘aangeklaagde’ op gelijke voet staat
- Kenmerken: mondeling, openbaar en tegensprekelijk
Inquisitoire procedure: maatschappij gaat via vertegenwoordiger van het gezag de
vervolging en berechting behartigen -> vervolgde wordt in ondergeschikte positie
geduwd en rechter werkt actief mee aan procesvoering
- Kenmerken: schriftelijk, geheim en niet-tegensprekelijk
België = gemengd systeem (zowel accusatoir als inquisitoir)
1808 – Wetboek van Strafvordering (Code D’instruction criminelle)
- Ondertussen veel wijzigingen gebeurt, zoals de wet van 17 april 1878 met een
Voorafgaande Titel met 32 artikels met algemene regels betreffende de
rechtsvorderingen die uit een misdrijf ontstaan
2011 – 2 wetswijzigingen -> hervorming strafprocedure
- OM kreeg meer slagkracht bij buitengerechtelijke afhandeling van
strafprocedures door uitbreiding van minnelijke schikking + recht op bijstand
van advocaat tijdens verhoor werd vanaf nu in de wet geregeld
2016-2017 – Potpourri II -> belangrijke wijzigingen (uitbreiding bevoegdheid
correctionele rechtbank, afscherming identiteit politiemensen, opnemen van
veroordelingen van rechtspersonen in het centraal strafregister)
2026: afschaffing Wet Verzachtende Omstandigheden (met daarin
denaturatiemechanisme/correctionalisatie), verdwijnen indeling misdrijven,
strafniveaus
3 Situering van strafrecht tussen andere rechtdisciplines
3.1 Autonomie van het strafrecht
Interpretatie van strafwetten belangrijk
Strafrecht is niet volledig autonoom -> het heeft tav andere rechtstakken een
relatieve autonomie, met name op functioneel en conceptueel vlak
- Functioneel: trekt eigen grenzen aan recht en onrecht in materies die niet
worden geregeld door andere takken en schept eigen, exclusief
strafrechtelijke gedragsnormen + eigen strafrechtelijke afhandeling van
inbreuken op rechtsordening
- Conceptueel: strafrechters moeten aan begrippen en instellingen afkomstig uit
andere takken, niet noodzakelijk dezelfde betekenis of draagwijdte geven
(soms uitzondering, bv art16 VTSV wat bepaalt dat de strafrechter soms bij
interpretatie van strafwetten zich moet schikken naar regels van burgerlijk
recht)
Art2 GerW: regels van GerW zijn aanvullend op strafrecht
,3.2 Publiekrechtelijk karakter
Strafrecht sanctioneert zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke oorsprong
Aard van rechtsverhouding die in strafrecht primair aan de orde komt is beslissend
Ondanks de rechtstak van het misdrijf, doet deze een rechtstreekse verhouding
ontstaan tussen de persoon die het misdrijf pleegde en de Staat als soevereine
macht
Zelfs als schaadt een misdrijf een particulier belang, dan nog is niet benadeelde
particulier de volgende partij, maar het OM (overheidsorgaan dat optreedt namens de
gemeenschap)
Ook tenuitvoerlegging van sancties gebeurt op initiatief van OM
Van o.o dus in bijzondere overeenkomsten mag aan deze wetten geen afbreuk
gedaan worden (art5.51 + 5.56 BW), anders nietigheid (art5.57 BW)
4 Indelingen van strafrecht
4.1 Algemeen en bijzonder strafrecht
Algemeen strafrecht
= de algemene regels, die normalerwijze voor alle misdrijven gelden (kern = Boek I)
- Complementaire wetten = strafwetten die, zonder in het Wetboek te zijn
ingevoegd, worden geacht er logisch en integraal deel van uit te maken
Bijzonder strafrecht
= geheel van strafwetten die specifieke gedragingen strafbaar stellen en de daarop
toepasselijke straffen vermelden
- Strafbaarstellingen uit Boek II en bijzondere strafwetten
Toepasselijkheid van beginselen van algemeen strafrecht op
bijzonder strafrecht
Art77 NSw: bepalingen van Boek I zijn van toepassing op zowel Boek II als
bijzondere wetten en verordeningen (maar afwijking mogelijk)
Art100 OSw is nu geschrapt
Art78 NSw: regime voor bestaande bijzondere strafwetten waarvoor de bevoegde
wet- of decreetgevers niet tijdig de oude straffen uit de tijd van het OSw zouden
hebben aangepast aan het nieuwe systeem van 8 strafniveaus
, 4.2 Buitenlands en internationaal strafrecht
Buitenlands strafrecht
Principe in art3 NSw en 14/15 VTSV: vervolging en berechting van verdachten vindt
plaats op grond van bepalingen in Belgische strafwetten (heeft uitzonderingen)
Wederzijdse erkenning: België moet steeds meer procedurebeslissingen en
rechterlijke uitspraken uit andere lidstaten uitvoeren of respecteren, zelfs al zouden
we het naar eigen recht anders hebben gedaan
Internationaal strafrecht
Probleem: geen vast begrip met eenduidige inhoud
Het situeert zich tussen internationaal recht en strafrecht
- Droit-international pénal = strafrechtelijke aspecten van internationaal recht
- Droit-pénal international = internationaalrechtelijk strafrecht
Materieel internationaal strafrecht: behelst strafbaarstelling van misdrijven op
internationaal vlak en de daarmee samenhangende problematiek van strafrechtelijke
verantwoordelijkheid van individuen
Rechtsmachtrecht: recht inzake bevoegdheid van staten om het bereik van hun
strafwetten te bepalen
Internationale rechtshulp: geheel van tussenstaatse afstemmings- of
bemiddelingsnormen die mogelijk maken dat een staat zijn eigen strafaanspraken
ook buiten zijn grondgebied kan realiseren zonder bevoegdheidsconflicten met een
andere staat maar, integendeel, met diens toestemming en medewerking
- Primair: ene staat draagt afhandeling van een strafzaak geheel of gedeeltelijk
over aan een andere staat, waardoor het form van afhandeling verschuift
- Secundair: ene staat biedt hulp aan bij afwikkeling van strafrechtelijke
procedure in een andere staat
1 Wat is strafrecht
1.1 Het begrip strafrecht
Strafrecht in ruime zin = geheel van rechtsregels die:
- Bepalen onder welke voorwaarden de overheid voor specifieke gedragingen
specifieke sancties kan opleggen en uitvoeren
- Omschrijven waaruit deze gedragingen en sancties bestaan
- Bepalen welke personen die sancties wel of niet kunnen krijgen
- Voorschrijven op welke wijze de daartoe bevoegde instanties hun recht om
voor deze gedragingen sancties op te leggen en uit te voeren moeten
uitoefenen
Materieel: regels die bepalen onder welke voorwaarden handelingen of onthoudingen
als misdrijven kunnen worden beschouwd, met welke strafrechtelijke sancties daarop
gereageerd kan worden en die de tijdelijke, ruimtelijke en personeel toepassingssfeer
van betrokken normen vastleggen
Formeel: regels mbt vaststelling van misdrijven, opsporing, vervolging en berechting
van personen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd en
rechtsregels mbt de organisatie, bevoegdheid en werking van publiekrechtelijke
instellingen en organen die daarmee belast zijn (= penitentiair recht)
Band in art3 EVRM: dit verbiedt mensen te onderwerpen aan folteringen of
onmenselijk of vernederende behandelingen of straffen
2 Codificatie
2.1 Het Belgisch strafwetboek
1830 – onafhankelijkheid België -> Napoleontische wetboeken waren van kracht
(Code Pénal en Code D’instruction)
1831 – art139 Gw schreef herziening van wetboeken zo snel mogelijk
1867 – Strafwetboek -> doel: afstand nemen van het autoritaire, door overmatige
bestraffing gekarakteriseerde Napoleontische Strafwetboek (mildering) en er vele
technisch-juridische onvolkomenheden uit weg te werken
- Zag mens als een homo economicus = kan rationaal afwegen en vrij zijn
gedrag kiezen
- Kern: 3-ledige indeling van misdrijven (misdaden, wanbedrijven en
overtredingen)
1867 – Wet op Verzachtende Omstandigheden: om het proces sneller te laten
verlopen
8 april 2024 – Nieuw Strafwetboek -> 2 delen: Boek I met algemene regels en Boek II
met misdrijfomschrijvingen en straffen per misdrijf
- Inwerkingtreding: 8 april 2026 (valt te nuanceren want deadline wrs niet
haalbaar) dus sommige artikelen pas op 1 januari 2035
,2.2 Het Belgisch wetboek van Strafvordering
Accusatoire procedure: maatschappij neemt geen initiatief, ‘beschuldiging’ gebeurt
door slachtoffer van een misdrijf waarmee ‘aangeklaagde’ op gelijke voet staat
- Kenmerken: mondeling, openbaar en tegensprekelijk
Inquisitoire procedure: maatschappij gaat via vertegenwoordiger van het gezag de
vervolging en berechting behartigen -> vervolgde wordt in ondergeschikte positie
geduwd en rechter werkt actief mee aan procesvoering
- Kenmerken: schriftelijk, geheim en niet-tegensprekelijk
België = gemengd systeem (zowel accusatoir als inquisitoir)
1808 – Wetboek van Strafvordering (Code D’instruction criminelle)
- Ondertussen veel wijzigingen gebeurt, zoals de wet van 17 april 1878 met een
Voorafgaande Titel met 32 artikels met algemene regels betreffende de
rechtsvorderingen die uit een misdrijf ontstaan
2011 – 2 wetswijzigingen -> hervorming strafprocedure
- OM kreeg meer slagkracht bij buitengerechtelijke afhandeling van
strafprocedures door uitbreiding van minnelijke schikking + recht op bijstand
van advocaat tijdens verhoor werd vanaf nu in de wet geregeld
2016-2017 – Potpourri II -> belangrijke wijzigingen (uitbreiding bevoegdheid
correctionele rechtbank, afscherming identiteit politiemensen, opnemen van
veroordelingen van rechtspersonen in het centraal strafregister)
2026: afschaffing Wet Verzachtende Omstandigheden (met daarin
denaturatiemechanisme/correctionalisatie), verdwijnen indeling misdrijven,
strafniveaus
3 Situering van strafrecht tussen andere rechtdisciplines
3.1 Autonomie van het strafrecht
Interpretatie van strafwetten belangrijk
Strafrecht is niet volledig autonoom -> het heeft tav andere rechtstakken een
relatieve autonomie, met name op functioneel en conceptueel vlak
- Functioneel: trekt eigen grenzen aan recht en onrecht in materies die niet
worden geregeld door andere takken en schept eigen, exclusief
strafrechtelijke gedragsnormen + eigen strafrechtelijke afhandeling van
inbreuken op rechtsordening
- Conceptueel: strafrechters moeten aan begrippen en instellingen afkomstig uit
andere takken, niet noodzakelijk dezelfde betekenis of draagwijdte geven
(soms uitzondering, bv art16 VTSV wat bepaalt dat de strafrechter soms bij
interpretatie van strafwetten zich moet schikken naar regels van burgerlijk
recht)
Art2 GerW: regels van GerW zijn aanvullend op strafrecht
,3.2 Publiekrechtelijk karakter
Strafrecht sanctioneert zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke oorsprong
Aard van rechtsverhouding die in strafrecht primair aan de orde komt is beslissend
Ondanks de rechtstak van het misdrijf, doet deze een rechtstreekse verhouding
ontstaan tussen de persoon die het misdrijf pleegde en de Staat als soevereine
macht
Zelfs als schaadt een misdrijf een particulier belang, dan nog is niet benadeelde
particulier de volgende partij, maar het OM (overheidsorgaan dat optreedt namens de
gemeenschap)
Ook tenuitvoerlegging van sancties gebeurt op initiatief van OM
Van o.o dus in bijzondere overeenkomsten mag aan deze wetten geen afbreuk
gedaan worden (art5.51 + 5.56 BW), anders nietigheid (art5.57 BW)
4 Indelingen van strafrecht
4.1 Algemeen en bijzonder strafrecht
Algemeen strafrecht
= de algemene regels, die normalerwijze voor alle misdrijven gelden (kern = Boek I)
- Complementaire wetten = strafwetten die, zonder in het Wetboek te zijn
ingevoegd, worden geacht er logisch en integraal deel van uit te maken
Bijzonder strafrecht
= geheel van strafwetten die specifieke gedragingen strafbaar stellen en de daarop
toepasselijke straffen vermelden
- Strafbaarstellingen uit Boek II en bijzondere strafwetten
Toepasselijkheid van beginselen van algemeen strafrecht op
bijzonder strafrecht
Art77 NSw: bepalingen van Boek I zijn van toepassing op zowel Boek II als
bijzondere wetten en verordeningen (maar afwijking mogelijk)
Art100 OSw is nu geschrapt
Art78 NSw: regime voor bestaande bijzondere strafwetten waarvoor de bevoegde
wet- of decreetgevers niet tijdig de oude straffen uit de tijd van het OSw zouden
hebben aangepast aan het nieuwe systeem van 8 strafniveaus
, 4.2 Buitenlands en internationaal strafrecht
Buitenlands strafrecht
Principe in art3 NSw en 14/15 VTSV: vervolging en berechting van verdachten vindt
plaats op grond van bepalingen in Belgische strafwetten (heeft uitzonderingen)
Wederzijdse erkenning: België moet steeds meer procedurebeslissingen en
rechterlijke uitspraken uit andere lidstaten uitvoeren of respecteren, zelfs al zouden
we het naar eigen recht anders hebben gedaan
Internationaal strafrecht
Probleem: geen vast begrip met eenduidige inhoud
Het situeert zich tussen internationaal recht en strafrecht
- Droit-international pénal = strafrechtelijke aspecten van internationaal recht
- Droit-pénal international = internationaalrechtelijk strafrecht
Materieel internationaal strafrecht: behelst strafbaarstelling van misdrijven op
internationaal vlak en de daarmee samenhangende problematiek van strafrechtelijke
verantwoordelijkheid van individuen
Rechtsmachtrecht: recht inzake bevoegdheid van staten om het bereik van hun
strafwetten te bepalen
Internationale rechtshulp: geheel van tussenstaatse afstemmings- of
bemiddelingsnormen die mogelijk maken dat een staat zijn eigen strafaanspraken
ook buiten zijn grondgebied kan realiseren zonder bevoegdheidsconflicten met een
andere staat maar, integendeel, met diens toestemming en medewerking
- Primair: ene staat draagt afhandeling van een strafzaak geheel of gedeeltelijk
over aan een andere staat, waardoor het form van afhandeling verschuift
- Secundair: ene staat biedt hulp aan bij afwikkeling van strafrechtelijke
procedure in een andere staat