Tentamen financial feasibility 1
Tussentijdse toets en extra oefen sommen
Online boek hoofdstuk 4 (ook oefen vragen) en ook oefensommen
Presentatie aantekeningen
afzet X prijs = omzet – kosten = winst
AFZET
Een markt is een geheel van afnemers, er zijn verschillende markten ( consument, overheid,
bedrijven)
marktpotentieel
= (totale) effectieve markt + potentiële vraag
Potentiële vraag
= de nog niet manifeste vraag van afnemers die interesse in een bepaald product hebben
Marktomvang
= (totale) effectieve markt = absolute vraag of primaire vraag
STAPPENPLAN VOOR FINANCIELE HAALBAARHEID:
Stap 1. Bepaal de markt (marktomvang en marktpotentieel)
Aantal vrouwen: 0,52 × 17 miljoen = 8,84 mln.
Jonge moeders: 0,01 × 8,84 mln. = 88.400
Verwachte marktomvang: 0,10 x 88.400 = 8.840 stuks
,Stap 2. Bepaal je afzet aan de hand van je verwachte marktaandeel
Jouw aandeel in stuks x 100% = 15%
Totale markt in stuks
? x 100% = 15%
8.840
0,15 x 8.840 = 1.326 stuks (verwachte afzet)
Stap 3. Bepaal je prijs & marge
Prijs e-bike € 1.500
Marge 30%
Winst/marge per e-bike € 450 (€ 1500 x 30%)
Stap 4. Bepaal je brutoresultaat (Brutomarge – kosten)
Brutomarge: Marge per e-bike x verwachte afzet
€ 450 x 1.326 stuks = € 596.700
Kosten € 300.000
Brutomarge – kosten = brutoresultaat =
€ 596.700 - € 300.000 = € 296.7000
Marktaandeel % = jouw aandeel (afzet) / totale markt (marktomvang) X 100%
Brutoresultaat = brutomarge – kosten (marge per product X verwachte afzet)
De afzet bereken je vanuit de marktomvang
PRIJS
Prijselasticiteit van de vraag = de mate waarin de vraag naar een product reageert op een
prijsverandering van dat product (in %)
Voorbeeld:
Als de prijselasticiteit van de vraag -2 bedraagt, wil dat zeggen dat een prijsverhoging van 1% leidt tot
een vraagdaling van 2% ( 1% X -2)
De potentiele markt is altijd gelijk aan het marktpotentieel
Marktomvang : 600.000 , marktpotentieel: 800.000
Dit is een gunstige situatie voor marketeer, als de marktomvang gelijk is aan marktpotentieel
is de markt verzadigd, niet gunstig.
, Prijselasticiteit vraag: % verandering gevraagde hoeveelheid van een product
% verandering prijs van een product
-1 0
Volkomen inelastische vraag
Relatief elastische vraag relatief inelatische vraag
WEL OF NIET PRIJSGEVOELIG? Afhankelijk van:
of er substituten zijn (alternatieve goederen)
de termijn waarop je dit bekijkt (kort / lang) (op kort termijn niet altijd alternatief)
Gevolg is dat de prijselasticiteit op korte termijn lager is dan op langere termijn.
het soort goed: primaire goederen of luxe goederen (Het soort goed : Primaire
goederen (brood, water, kleding) zijn minder elastisch dan luxe goederen)
Bij prijselasticiteit van de vraag, wordt er gekeken naar mate waarin de vraag naar een product
reageert op een prijsverandering van dat product ( in %) , hoe reageert de consument op
prijsverandering.
Inelastisch: prijsverandering weinig invloed
Elastisch: prijsverandering veel invloed
Voorbeeld:
Afzet : 300, bij korting 10% is afzet 303
303- = 0,01
-0,10
Tussentijdse toets en extra oefen sommen
Online boek hoofdstuk 4 (ook oefen vragen) en ook oefensommen
Presentatie aantekeningen
afzet X prijs = omzet – kosten = winst
AFZET
Een markt is een geheel van afnemers, er zijn verschillende markten ( consument, overheid,
bedrijven)
marktpotentieel
= (totale) effectieve markt + potentiële vraag
Potentiële vraag
= de nog niet manifeste vraag van afnemers die interesse in een bepaald product hebben
Marktomvang
= (totale) effectieve markt = absolute vraag of primaire vraag
STAPPENPLAN VOOR FINANCIELE HAALBAARHEID:
Stap 1. Bepaal de markt (marktomvang en marktpotentieel)
Aantal vrouwen: 0,52 × 17 miljoen = 8,84 mln.
Jonge moeders: 0,01 × 8,84 mln. = 88.400
Verwachte marktomvang: 0,10 x 88.400 = 8.840 stuks
,Stap 2. Bepaal je afzet aan de hand van je verwachte marktaandeel
Jouw aandeel in stuks x 100% = 15%
Totale markt in stuks
? x 100% = 15%
8.840
0,15 x 8.840 = 1.326 stuks (verwachte afzet)
Stap 3. Bepaal je prijs & marge
Prijs e-bike € 1.500
Marge 30%
Winst/marge per e-bike € 450 (€ 1500 x 30%)
Stap 4. Bepaal je brutoresultaat (Brutomarge – kosten)
Brutomarge: Marge per e-bike x verwachte afzet
€ 450 x 1.326 stuks = € 596.700
Kosten € 300.000
Brutomarge – kosten = brutoresultaat =
€ 596.700 - € 300.000 = € 296.7000
Marktaandeel % = jouw aandeel (afzet) / totale markt (marktomvang) X 100%
Brutoresultaat = brutomarge – kosten (marge per product X verwachte afzet)
De afzet bereken je vanuit de marktomvang
PRIJS
Prijselasticiteit van de vraag = de mate waarin de vraag naar een product reageert op een
prijsverandering van dat product (in %)
Voorbeeld:
Als de prijselasticiteit van de vraag -2 bedraagt, wil dat zeggen dat een prijsverhoging van 1% leidt tot
een vraagdaling van 2% ( 1% X -2)
De potentiele markt is altijd gelijk aan het marktpotentieel
Marktomvang : 600.000 , marktpotentieel: 800.000
Dit is een gunstige situatie voor marketeer, als de marktomvang gelijk is aan marktpotentieel
is de markt verzadigd, niet gunstig.
, Prijselasticiteit vraag: % verandering gevraagde hoeveelheid van een product
% verandering prijs van een product
-1 0
Volkomen inelastische vraag
Relatief elastische vraag relatief inelatische vraag
WEL OF NIET PRIJSGEVOELIG? Afhankelijk van:
of er substituten zijn (alternatieve goederen)
de termijn waarop je dit bekijkt (kort / lang) (op kort termijn niet altijd alternatief)
Gevolg is dat de prijselasticiteit op korte termijn lager is dan op langere termijn.
het soort goed: primaire goederen of luxe goederen (Het soort goed : Primaire
goederen (brood, water, kleding) zijn minder elastisch dan luxe goederen)
Bij prijselasticiteit van de vraag, wordt er gekeken naar mate waarin de vraag naar een product
reageert op een prijsverandering van dat product ( in %) , hoe reageert de consument op
prijsverandering.
Inelastisch: prijsverandering weinig invloed
Elastisch: prijsverandering veel invloed
Voorbeeld:
Afzet : 300, bij korting 10% is afzet 303
303- = 0,01
-0,10