Influence door Joop van der
Pligt & Michael Vliek 2016
SAMENVATTING MEDIA EN BEINVLOEDING
College 1:
▪ Hoofdstuk 10 (over intervention mapping) Van der Pligt & Vliek (2016)
College 2:
▪ Hoofdstuk 1, 2 en 3 Van der Pligt & Vliek (2016)
College 3:
▪ Hoofdstuk 4, 5 en 9 Van der Pligt & Vliek (2016)
College 4:
▪ Hoofdstuk 8 en 10 (H10, over implementatie intenties) Van der Pligt & Vliek
(2016)
College 5:
▪ Hoofdstuk 6 Van der Pligt & Vliek (2016)
,Hoofdstuk 10 – Intervention Mapping
1. Inleiding: de uitdaging van complex gedrag
Na eerdere hoofdstukken over attitudes, heuristieken, emoties en automatische processen
richt Hoofdstuk 10 zich op de vraag:
Hoe kunnen we duurzame gedragsverandering realiseren bij complexe,
gewoontegedragingen?
Voorbeelden van dergelijke gedragingen:
roken, alcohol, ongezonde voeding;
onvoldoende beweging;
energiegebruik of milieugedrag;
therapietrouw of verkeersveiligheid.
Veel van deze gedragingen worden bepaald door meerdere factoren (kennis, emoties,
omgeving, sociale normen).
Effectieve interventies moeten daarom systematisch, multidimensionaal en evidence-
based zijn.
De methode die Van der Pligt & Vliek hiervoor presenteren is Intervention Mapping (IM).
2. Wat is Intervention Mapping (IM)?
Definitie; Intervention Mapping is een theorie- en onderzoeksgedreven protocol dat stap
voor stap de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van gedragsinterventies begeleidt.
Het model is ontwikkeld door Bartholomew, Parcel, Kok, Gottlieb & Fernández (2001;
2011).
IM beoogt om intuïtieve of ad-hoc interventies te vervangen door gestructureerde,
onderbouwde besluitvorming.
Doelen van IM
Gedragsproblemen analyseren in hun volledige context (individu + omgeving).
Relevante determinanten (attitudes, normen, zelfeffectiviteit, vaardigheden)
identificeren.
Beïnvloedingsmethoden koppelen aan specifieke determinanten.
Theorie vertalen naar concrete toepassingen en materialen.
Implementatie en evaluatie systematisch plannen.
IM bevordert samenwerking tussen onderzoekers, beleidsmakers en praktijkprofessionals.
,3. De zes stappen van Intervention Mapping
(Figuur 10.1 in het boek)
Stap 1 – Needs assessment (probleemanalyse)
Doel
Analyseer het probleemgedrag en de context:
Wat is het probleem?
Wie is de doelgroep?
Welke gedrags- en omgevingsfactoren spelen een rol?
Werkwijze
Verzamel literatuur, epidemiologische data, interviews, observaties.
Identificeer determinanten op individueel (kennis, houding, intentie), sociaal
(normen, steun) en omgevingsniveau (voorzieningen, beleid).
Gebruik modellen als Theory of Planned Behaviour (TPB), Health Belief Model
(HBM) of Social Cognitive Theory (SCT).
Voorbeeld
Bij kinderovergewicht:
Gedrag: hoge consumptie van calorierijk voedsel, weinig beweging.
Contextdeterminanten: portiegrootte, eetgewoonten, tv-tijd, beschikbaarheid van
snacks, gezinsinkomen, schoolomgeving.
Resultaat: overzicht van wat veranderd moet worden, bij wie, en waarom.
Stap 2 – Matrices of change objectives
Doel
Bepaal precies wie en wat moet veranderen.
Formuleer gedragsdoelen (wat moet de doelgroep doen).
Vertaal die naar prestatie-doelen (subgedragingen).
Combineer deze met determinanten → change objectives.
Voorbeeld (obesitas):
Doel: kinderen eten minder suikerhoudende dranken.
Gedragsdoelen: kiezen voor water; geen frisdrank thuis.
Determinanten: kennis (“frisdrank bevat veel suiker”), attitude (“water is lekker”),
sociale norm (“vrienden drinken ook water”), vaardigheid (“vraag om water”).
, Resultaat: matrix met concrete veranderdoelen voor zowel individuen als omgeving (ouders,
scholen, overheid).
Stap 3 – Selectie van theory-based methods en praktische toepassingen
Doel
Koppel gedragsdeterminanten aan beïnvloedingsmethoden uit de gedragswetenschap, en
vertaal die naar praktische interventies.
Werkwijze
Kies evidence-based technieken uit theorieën (bijv. attitudevorming, sociale invloed,
motivatie).
Vertaal methoden naar toepasbare activiteiten of materialen (filmpjes, rollenspellen,
apps, posters, groepssessies).
Typische theoriegestuurde methoden
Determinant Methode Theoretische basis
Attitude Argumentatie, evaluatieve conditionering ELM, HSM
Sociale norm Modeling, social proof SCT, normtheorie
Zelfeffectiviteit Oefening, feedback, successen ervaren Bandura’s self-
efficacy
Vaardigheden Training, demonstratie, rollenspel SCT
Intentie- Implementation intentions (“als–dan- Gollwitzer (1999)
uitvoering plannen”)
Voorbeeld
Attitude: laat leerlingen nadenken over gezonde voeding via groepsdiscussies
(actieve informatieverwerking).
Sociale norm: toon rolmodellen die gezonde keuzes maken.
Zelfeffectiviteit: oefen met gezonde lunchopties.
Omgeving: schoolkantineaanbod aanpassen.
Box 10.1 – Koppeling tussen determinanten en technieken
De auteurs tonen hoe de determinanten uit eerdere hoofdstukken (attitudes, heuristieken,
emoties, normen) direct kunnen worden vertaald naar IM-stap 3.
Bijvoorbeeld:
Laag risicobesef → versterk via availability heuristic (H4).
Negatieve attitude → verander via argumentatie of spijtinductie (H3 & H6).
Gebrek aan zelfeffectiviteit → oefen gedrag en geef positieve feedback.