De leefwereld van het kind
Deel 3:
Ontwikkelingspsychologie:
Algemeen:
Ontwikkelingspsychologie = wetenschappelijke studie van het gedrag
doorheen de verschillende fasen in het leven
Belang ontwikkelingspsychologie voor lkr & opvoeders:
- In omgang met kinderen rekening houden met
o Kenmerken, specifiek voor bepaalde leeftijd/fase
o Ontwikkelingsfasen (bouwen voort op elkaar & lopen in elkaar over)
- Afwijkende ontwikkeling identificeren
Ontwikkelingsfasen:
- Prenatale ontwikkeling
- Babytijd: 0 – 1,5 jaar
- Peutertijd: 1,5 – 3 jaar
- Kleutertijd: 3 – 6 jaar
- Schoolperiode: 6 – 12 jaar
- Adolescentie: 12 – 18 jaar
- Volwassenheid: 18 – 65 jaar
- Oudere volwassenheid: 65+
Ontwikkelingsdomeinen:
- Fysieke en motorische ontwikkeling
o Fysieke/lichamelijke ontwikkeling
o Motorische ontwikkeling
o Seksuele ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
o Sociale ontwikkeling
o Emotionele ontwikkeling
o Identiteitsontwikkeling
o Morele ontwikkeling
1. De ontwikkeling van basisschoolkinderen
van 6 tot 9 jaar:
1.1 Fysieke en motorische ontwikkeling:
1.1.1 Fysieke/lichamelijke ontwikkeling:
Algemeen: geleidelijke & rustige ontwikkelingsfase, geen grote veranderingen
Toch typische ontwikkelingen:
- Hoofd:
o Groeit trager
1
, oKomt meer in verhouding te staan met de rest van het lichaam (1/6
t.o.v. de lichaamslengte)
o Rond gezicht is nog steeds, pas later een meer verticaal gezicht,
smaller
o Haar wordt donkerder
o Tandenwisseling doet zijn intrede (na de tandenwisseling zijn de
tanden nog wat te groot voor het gezicht)
o Gelaatskenmerken worden geprononceerder
- Lichaam:
o Kind wordt magerder & gespierder
o Ledematen groeien meer dan de romp
o Romp is smaller & langer
o Borstkas wordt platter
= eerste strekking:
o Peuters en kleuter zijn molliger en hebben meer babyvet
o Vergelijking met meisjes: ongeveer dezelfde grootte – pas later in
leeftijd gaan we een verschil zien tussen de 2 sekse
1.1.2 Motorische ontwikkeling:
Fit & sterk
Oefenen grove motoriek door veel herhaling & spel: behendigheidsspelen,
constructiespelen belang van betekenis in spel, competitie, uitdaging, kracht,
durf, risico’s
Grote verschillen tussen kinderen onderling
Uitdagingen met zichzelf & anderen om het motorische te kunnen meten
- Competitie
- Uitdaging voor zichzelf & anderen
- Vergelijkingen
Verschil met vorige leeftijdsfases:
- Voorheen: bewegingen nog echt aanleren
- Nu: verdere verfijning & inoefening van bewegingen
- Baby: reflexmatige, aanleren van bewegingen, afstemmen oog-hand-
coördinatie
2
, - Peuter: leren staan & stappen, via spelvormen, verkennen van ruimte
rondom hen
- Kleuter: bewegingen verlopen al wat vlotter & meer gecoördineerd,
imitatiespel bereikt hoogtepunt, ook receptief spel sterk, realistischere
spelen
Oefenen grove motoriek:
- Leren schrijven
- Hobby’s, creatieve werkjes, spelvormen
Drang tot bewegen is groot
1.1.3 Seksuele ontwikkeling:
Freud:
- Peuter: anale fase
o Stimuleren geslachtsorganen (kijken naar wat er gebeurd, aanraken)
o Grote interesse in eigen lichaam en dat van ander
o Vuile woorden testen op omgeving
- Kleuter: fallische fase
o Grote nieuwsgierigheid naar seksualiteit & voortplanting (openlijk
kijken & ontdekken)
o Seksetypisch gedrag, rollenspel (heel stereotiep)
o Seksueel getint spel
- 6 – 9 jaar: latentiefase
o Rustige fase
o Focus op:
Nieuwe vaardigheden
Vrienden maken
Sociale contacten onderhouden
o Nog niet veel openlijke vragen
o Seksueel getinte moppen, liedjes, rijmen, geslachtsdelen tekenen…
o Interesse in eigen geslachtsdelen
3
Deel 3:
Ontwikkelingspsychologie:
Algemeen:
Ontwikkelingspsychologie = wetenschappelijke studie van het gedrag
doorheen de verschillende fasen in het leven
Belang ontwikkelingspsychologie voor lkr & opvoeders:
- In omgang met kinderen rekening houden met
o Kenmerken, specifiek voor bepaalde leeftijd/fase
o Ontwikkelingsfasen (bouwen voort op elkaar & lopen in elkaar over)
- Afwijkende ontwikkeling identificeren
Ontwikkelingsfasen:
- Prenatale ontwikkeling
- Babytijd: 0 – 1,5 jaar
- Peutertijd: 1,5 – 3 jaar
- Kleutertijd: 3 – 6 jaar
- Schoolperiode: 6 – 12 jaar
- Adolescentie: 12 – 18 jaar
- Volwassenheid: 18 – 65 jaar
- Oudere volwassenheid: 65+
Ontwikkelingsdomeinen:
- Fysieke en motorische ontwikkeling
o Fysieke/lichamelijke ontwikkeling
o Motorische ontwikkeling
o Seksuele ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
o Sociale ontwikkeling
o Emotionele ontwikkeling
o Identiteitsontwikkeling
o Morele ontwikkeling
1. De ontwikkeling van basisschoolkinderen
van 6 tot 9 jaar:
1.1 Fysieke en motorische ontwikkeling:
1.1.1 Fysieke/lichamelijke ontwikkeling:
Algemeen: geleidelijke & rustige ontwikkelingsfase, geen grote veranderingen
Toch typische ontwikkelingen:
- Hoofd:
o Groeit trager
1
, oKomt meer in verhouding te staan met de rest van het lichaam (1/6
t.o.v. de lichaamslengte)
o Rond gezicht is nog steeds, pas later een meer verticaal gezicht,
smaller
o Haar wordt donkerder
o Tandenwisseling doet zijn intrede (na de tandenwisseling zijn de
tanden nog wat te groot voor het gezicht)
o Gelaatskenmerken worden geprononceerder
- Lichaam:
o Kind wordt magerder & gespierder
o Ledematen groeien meer dan de romp
o Romp is smaller & langer
o Borstkas wordt platter
= eerste strekking:
o Peuters en kleuter zijn molliger en hebben meer babyvet
o Vergelijking met meisjes: ongeveer dezelfde grootte – pas later in
leeftijd gaan we een verschil zien tussen de 2 sekse
1.1.2 Motorische ontwikkeling:
Fit & sterk
Oefenen grove motoriek door veel herhaling & spel: behendigheidsspelen,
constructiespelen belang van betekenis in spel, competitie, uitdaging, kracht,
durf, risico’s
Grote verschillen tussen kinderen onderling
Uitdagingen met zichzelf & anderen om het motorische te kunnen meten
- Competitie
- Uitdaging voor zichzelf & anderen
- Vergelijkingen
Verschil met vorige leeftijdsfases:
- Voorheen: bewegingen nog echt aanleren
- Nu: verdere verfijning & inoefening van bewegingen
- Baby: reflexmatige, aanleren van bewegingen, afstemmen oog-hand-
coördinatie
2
, - Peuter: leren staan & stappen, via spelvormen, verkennen van ruimte
rondom hen
- Kleuter: bewegingen verlopen al wat vlotter & meer gecoördineerd,
imitatiespel bereikt hoogtepunt, ook receptief spel sterk, realistischere
spelen
Oefenen grove motoriek:
- Leren schrijven
- Hobby’s, creatieve werkjes, spelvormen
Drang tot bewegen is groot
1.1.3 Seksuele ontwikkeling:
Freud:
- Peuter: anale fase
o Stimuleren geslachtsorganen (kijken naar wat er gebeurd, aanraken)
o Grote interesse in eigen lichaam en dat van ander
o Vuile woorden testen op omgeving
- Kleuter: fallische fase
o Grote nieuwsgierigheid naar seksualiteit & voortplanting (openlijk
kijken & ontdekken)
o Seksetypisch gedrag, rollenspel (heel stereotiep)
o Seksueel getint spel
- 6 – 9 jaar: latentiefase
o Rustige fase
o Focus op:
Nieuwe vaardigheden
Vrienden maken
Sociale contacten onderhouden
o Nog niet veel openlijke vragen
o Seksueel getinte moppen, liedjes, rijmen, geslachtsdelen tekenen…
o Interesse in eigen geslachtsdelen
3