Verbintenissenrecht
1. Begripsbepaling verbintenis
(Hc1)
Verbintenis = een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een
schuldenaar, als nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen. Art 5.1 BW
Rechtsband tussen schuldeiser en schuldenaar – een verbintenis bestaat uit 1 of meer
rechtssubjecten aan de actiefzijde en 1 of meer rechtssubjecten aan de passiefzijde.
• actiefzijde = schuldeiser → schuldvordering op schuldenaar
• passiefzijde = schuldenaar → schuld t.o.v. schuldeiser
❗️ het is niet mogelijk om tegelijkertijd schuldeiser en schuldenaar van dezelfde verbintenis
te zijn →sprake van schuldvermenging, verbintenis dooft uit❗️
Afdwingbaarheid – (juridische) verbintenis is afdwingbaar
• schuldenaar komt afspraak niet na → schuldeiser kan de nakoming afdwingen, als
nodig in rechte
• in rechte = schuldeiser kan een beroep doen op een sanctie om hun aanspraken op
de schuldenaar hard te maken
• <-> buitengerechtelijk
Onderscheid tussen juridische en louter morele verbintenissen – de afdwingbaarheid van
juridische verbintenissen onderscheidt hen van louter morele verbintenissen
• Louter morele verbintenissen: sociale afspraken nakomen
❗️ grijze zone tussen beide
Natuurlijke verbintenis – de afdwingbaarheid onderscheidt de juridische verbintenissen ook
van de natuurlijke verbintenissen
= een verbintenis waarbij de uitvoering van de prestatie ervan niet kan worden afgedwongen
art 5.2, lid 1 BW
• SE heeft geen aanspraak op SN
• Uitvoering kan enkel vrijwillig gebeuren
Enkele gevolgen van het bestaan van een natuurlijke verbintenis
• SN voert prestatie vrijwillig uit → geen restitutie vragen art 5.2, lid 2 BW
• SN erkent de natuurlijke verbintenis → verandert in een afdwingbare verbintenis
art 5.3 lid 3 BW
= bindende eenzijdige wilsuiting van de SN
• Bv betaling van onderhoudsgeld aan een familielid buiten een wettelijk
onderhoudsplicht
• Bv betaling van een verjaarde schuld
Illegale afspraken – afdwingbaarheid onderscheidt de juridische verbintenissen ook van
verbintenissen met een ongeoorloofde prestatie/oorzaak
, • Prestatie van een juridische verbintenis mag geen onwettelijkheid doen ontstaan of in
stand houden
Onderscheidt tussen persoonlijke rechten (verbintenissen) en zakelijke rechten (2reden)
• Persoonlijk recht: rechtsband tussen rechtssubjecten
• Zakelijk recht: rechtsband tussen rechtssubject en rechtsobject
Nuance: persoonlijke rechten kunnen indirect betrekking hebben op een rechtsobject en
zakelijke rechten kunnen rechtsband tussen rechtssubjecten doen ontstaan
Tegenwerpelijkheid = betekent dat derden met het bestaan ervan rekening moeten houden
• Persoonlijk recht geldt enkel tussen contractspartijen
• Zakelijk recht geldt erga omnes
Nuance: persoonlijke rechten zijn eveneens tegenwerpelijk aan derden en zakelijke rechten
hebben vaak (verplichte) publiciteit
2. Soorten verbintenissen
Hoofdstuk 1. Verbintenissen tot doen, niet-doen, geven en garanderen
Eerste onderscheid op basis van voorwerp prestatie
• Geven – strekt tot de overdracht van een recht of tot de vestiging van een zakelijk
recht art 5.46, lid 2 bw
o bv in koopcontracten
gevolg van het Consensualisme → rechtshandeling tot overdracht of vestiging van een
zakelijk recht vindt plaats door een loutere wilsovereenstemming tussen contractspartijen
• Doen – handeling verrichten
o Bv in contracten over diensten
• Niet doen – een verbintenis om niet te doen verplicht de schuldenaar om zich te
onthouden van een handeling
o Bv geheimhoudsverbintenissen
• Garanderen – de schuldenaar waarborgt dat die een prestatie zal leveren wanneer
een bepaald risico zich volstrekt
o Bv verzekeraars (risico is overlijden) en borg (risico niet-nakoming van
een verbintenis door SN)
Hoofdstuk 2. Inspannings-en resultaatsverbintenis
Tweede onderscheid op basis van draagwijdte verbintenis – op welke wijze moet de SN het
resultaat van de beloofde prestatie bereiken?
Inspanningsverbintenis = een verbintenis die de SN ervan verplicht om alle zorg te
verstrekken die eigen is aan een voorzichtig en redelijk persoon om een bepaald resultaat te
bereiken art 5.72, lid 1 BW
• Bewijs van de fout van de schuldenaar rust op de schuldeiser
o chirurg die de operatie succesvol moet uitvoeren
o de advocaat die zijn cliënt bijstaat
,resultaatsverbintenis = een verbintenis die de SN ervan verplicht om een bepaald resultaat
te bereiken art 5.72, lid 2 BW
• resultaat niet bereikt → fout van de SN vermoed, TENZIJ overmacht aantonen
o fabrikant de zaak zonder gebreken levert
o chirurg om de juiste patiënt te opereren
o advocaat om tijdig hoger beroep in te stellen
wat bepaalt of een verbintenis een inspannings- of resultaatsverbintenis is?
• Contractspartijen kunnen dit zelf bepalen met een inhoudsbepalend beding
→ afwezig, dan zal de rechter de gemeenschappelijke bedoeling van de
contractspartijen nagaan
Hoe?
Via kanselement (alea): ze leiden de draagwijdte van de verbintenis af uit het al dan niet vast
of zeker karakter van het door de contractspartijen beoogde resultaat
• Resultaat is zo onzeker (zo aleatoir) en je dus niet kan afleiden of de SN beloofd heeft
het resultaat te bereiken → inspanningsverbintenis, er is een kanselement of alea
• Resultaat kan met redelijke zekerheid worden bereikt → resultaatsverbintenis, geen
alea
Impact op bewijslast(verdeling) – het onderscheidt tussen beide soorten verbintenissen
heeft een impact op de bewijslast(verdeling)
• Inspanningsverbintenis: bewijslast weegt zwaarder op de SE →moet aantonen dat de
SN niet gehandeld heeft zoals een voorzichtig en redelijk persoon
• Resultaatsverbintenis: SE moet enkel aantonen dat de SN de beloofde prestatie niet
heeft bereikt. Vermoeden ligt bij de SN tenzij overmacht aantonen
Spectrum, eerder dan. Tweedelig - Verschillende gradaties van beide soorten verbintenissen
• Versterkte inspanningsverbintenissen: contractspartijen leggen een strengere
maatstaf op dan de zorgen van een voorzichtige en redelijke persoon
• Versterkte resultaatsverbintenissen: soort garantieverbintenis, de SN garandeert het
resultaat te bereiken en kan zich niet beroepen op overmacht
• Een contractuele rechtshouding kan uit zowel inspannings- als
resultaatsverbintenissen bestaan
3. Bronnen van verbintenissen
Bronnen – verbintenissen ontstaan uit rechtshandelingen en uit de wet. art 5.3 BW
1. De rechtshandeling is de wilsuiting waarbij één of meer personen de bedoeling hebben
om rechtsgevolgen te doen ontstaan art 1.3 BW.
• Gewild
• Verbintenissen kunnen ontstaan uit eenzijdige of meerzijdige rechtshandelingen
• Meerzijdig: 2 of meer wilsuitingen zijn. Bv contract
• Eenzijdig: 1 wilsuiting. Bv aanbod, aanvaarding
, 2. verbintenissen ontstaan uit de wet = rechtsfeiten waarvan de rechtsgevolgen niet gewild
zijn, maar waaraan de wet rechtsgevolgen koppelt
• Eerste rechtsfeit: onrechtmatige daad: de wet doet een verbintenis tot
schadeloosstelling ontstaan wanneer een buitencontractueel aansprakelijk
genererend rechtsfeit schade berokkent aan een benadeelde en deze schade aan een
andere persoon kan worden toegerekend
• Tweede rechtsfeit: oneigenlijke contracten: wetgever grijpt in bij enkele ongewilde
vermogensverschuivingen art 3.35 BW
Geen gesloten stelsel van bronnen – geldt in het verbintenissenrecht
Vertrouwensleer als bron van verbintenis
= de leer die toelaat om in een situatie waar een schijn is opgewekt waarop een derde
rechtmatig vertrouwd heeft, de schijn voor werkelijkheid te nemen en dus juridische
gevolgen toe te kennen aan de schijnbare situatie
• Geen autonome bron van verbintenissen art 5.3 BW
• Uitz in bijzondere toepassingen rechtsgevolgen teweegbrengen
4. Wettelijke bronnen van verbintenissen
Burgerlijk wetboek – kern van het verbintenissenrecht
- Algemene bepalingen
• Kennisgeving art 5.1 BW
• Vertegenwoordiging art 1.8 BW
• Goede trouw art 1.9 BW
• Verbod op rechtsmisbruik art 1.10 BW
- Boek 5: algemene regels van verbintenissen
- Boek 8: bewijs van verbintenissen
- Buitencontractuele aansprakelijkheid art 1382-1386bis oud BW
- boek 10: verjaringsregels
Specifieke wetgeving buiten BW
Reden: bescherming van personen die zich in een ongelijke (machts)relatie bevinden met
anderen
o Consumentenrecht
o Arbeidsrecht
Zie boek p 14
5. Enkele belangrijke termen en begrippen
Basisbeginselen
Contractsvrijheid
Consensualisme
De goede trouw
De bindende kracht van contracten
De relativiteit
1. Begripsbepaling verbintenis
(Hc1)
Verbintenis = een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een
schuldenaar, als nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen. Art 5.1 BW
Rechtsband tussen schuldeiser en schuldenaar – een verbintenis bestaat uit 1 of meer
rechtssubjecten aan de actiefzijde en 1 of meer rechtssubjecten aan de passiefzijde.
• actiefzijde = schuldeiser → schuldvordering op schuldenaar
• passiefzijde = schuldenaar → schuld t.o.v. schuldeiser
❗️ het is niet mogelijk om tegelijkertijd schuldeiser en schuldenaar van dezelfde verbintenis
te zijn →sprake van schuldvermenging, verbintenis dooft uit❗️
Afdwingbaarheid – (juridische) verbintenis is afdwingbaar
• schuldenaar komt afspraak niet na → schuldeiser kan de nakoming afdwingen, als
nodig in rechte
• in rechte = schuldeiser kan een beroep doen op een sanctie om hun aanspraken op
de schuldenaar hard te maken
• <-> buitengerechtelijk
Onderscheid tussen juridische en louter morele verbintenissen – de afdwingbaarheid van
juridische verbintenissen onderscheidt hen van louter morele verbintenissen
• Louter morele verbintenissen: sociale afspraken nakomen
❗️ grijze zone tussen beide
Natuurlijke verbintenis – de afdwingbaarheid onderscheidt de juridische verbintenissen ook
van de natuurlijke verbintenissen
= een verbintenis waarbij de uitvoering van de prestatie ervan niet kan worden afgedwongen
art 5.2, lid 1 BW
• SE heeft geen aanspraak op SN
• Uitvoering kan enkel vrijwillig gebeuren
Enkele gevolgen van het bestaan van een natuurlijke verbintenis
• SN voert prestatie vrijwillig uit → geen restitutie vragen art 5.2, lid 2 BW
• SN erkent de natuurlijke verbintenis → verandert in een afdwingbare verbintenis
art 5.3 lid 3 BW
= bindende eenzijdige wilsuiting van de SN
• Bv betaling van onderhoudsgeld aan een familielid buiten een wettelijk
onderhoudsplicht
• Bv betaling van een verjaarde schuld
Illegale afspraken – afdwingbaarheid onderscheidt de juridische verbintenissen ook van
verbintenissen met een ongeoorloofde prestatie/oorzaak
, • Prestatie van een juridische verbintenis mag geen onwettelijkheid doen ontstaan of in
stand houden
Onderscheidt tussen persoonlijke rechten (verbintenissen) en zakelijke rechten (2reden)
• Persoonlijk recht: rechtsband tussen rechtssubjecten
• Zakelijk recht: rechtsband tussen rechtssubject en rechtsobject
Nuance: persoonlijke rechten kunnen indirect betrekking hebben op een rechtsobject en
zakelijke rechten kunnen rechtsband tussen rechtssubjecten doen ontstaan
Tegenwerpelijkheid = betekent dat derden met het bestaan ervan rekening moeten houden
• Persoonlijk recht geldt enkel tussen contractspartijen
• Zakelijk recht geldt erga omnes
Nuance: persoonlijke rechten zijn eveneens tegenwerpelijk aan derden en zakelijke rechten
hebben vaak (verplichte) publiciteit
2. Soorten verbintenissen
Hoofdstuk 1. Verbintenissen tot doen, niet-doen, geven en garanderen
Eerste onderscheid op basis van voorwerp prestatie
• Geven – strekt tot de overdracht van een recht of tot de vestiging van een zakelijk
recht art 5.46, lid 2 bw
o bv in koopcontracten
gevolg van het Consensualisme → rechtshandeling tot overdracht of vestiging van een
zakelijk recht vindt plaats door een loutere wilsovereenstemming tussen contractspartijen
• Doen – handeling verrichten
o Bv in contracten over diensten
• Niet doen – een verbintenis om niet te doen verplicht de schuldenaar om zich te
onthouden van een handeling
o Bv geheimhoudsverbintenissen
• Garanderen – de schuldenaar waarborgt dat die een prestatie zal leveren wanneer
een bepaald risico zich volstrekt
o Bv verzekeraars (risico is overlijden) en borg (risico niet-nakoming van
een verbintenis door SN)
Hoofdstuk 2. Inspannings-en resultaatsverbintenis
Tweede onderscheid op basis van draagwijdte verbintenis – op welke wijze moet de SN het
resultaat van de beloofde prestatie bereiken?
Inspanningsverbintenis = een verbintenis die de SN ervan verplicht om alle zorg te
verstrekken die eigen is aan een voorzichtig en redelijk persoon om een bepaald resultaat te
bereiken art 5.72, lid 1 BW
• Bewijs van de fout van de schuldenaar rust op de schuldeiser
o chirurg die de operatie succesvol moet uitvoeren
o de advocaat die zijn cliënt bijstaat
,resultaatsverbintenis = een verbintenis die de SN ervan verplicht om een bepaald resultaat
te bereiken art 5.72, lid 2 BW
• resultaat niet bereikt → fout van de SN vermoed, TENZIJ overmacht aantonen
o fabrikant de zaak zonder gebreken levert
o chirurg om de juiste patiënt te opereren
o advocaat om tijdig hoger beroep in te stellen
wat bepaalt of een verbintenis een inspannings- of resultaatsverbintenis is?
• Contractspartijen kunnen dit zelf bepalen met een inhoudsbepalend beding
→ afwezig, dan zal de rechter de gemeenschappelijke bedoeling van de
contractspartijen nagaan
Hoe?
Via kanselement (alea): ze leiden de draagwijdte van de verbintenis af uit het al dan niet vast
of zeker karakter van het door de contractspartijen beoogde resultaat
• Resultaat is zo onzeker (zo aleatoir) en je dus niet kan afleiden of de SN beloofd heeft
het resultaat te bereiken → inspanningsverbintenis, er is een kanselement of alea
• Resultaat kan met redelijke zekerheid worden bereikt → resultaatsverbintenis, geen
alea
Impact op bewijslast(verdeling) – het onderscheidt tussen beide soorten verbintenissen
heeft een impact op de bewijslast(verdeling)
• Inspanningsverbintenis: bewijslast weegt zwaarder op de SE →moet aantonen dat de
SN niet gehandeld heeft zoals een voorzichtig en redelijk persoon
• Resultaatsverbintenis: SE moet enkel aantonen dat de SN de beloofde prestatie niet
heeft bereikt. Vermoeden ligt bij de SN tenzij overmacht aantonen
Spectrum, eerder dan. Tweedelig - Verschillende gradaties van beide soorten verbintenissen
• Versterkte inspanningsverbintenissen: contractspartijen leggen een strengere
maatstaf op dan de zorgen van een voorzichtige en redelijke persoon
• Versterkte resultaatsverbintenissen: soort garantieverbintenis, de SN garandeert het
resultaat te bereiken en kan zich niet beroepen op overmacht
• Een contractuele rechtshouding kan uit zowel inspannings- als
resultaatsverbintenissen bestaan
3. Bronnen van verbintenissen
Bronnen – verbintenissen ontstaan uit rechtshandelingen en uit de wet. art 5.3 BW
1. De rechtshandeling is de wilsuiting waarbij één of meer personen de bedoeling hebben
om rechtsgevolgen te doen ontstaan art 1.3 BW.
• Gewild
• Verbintenissen kunnen ontstaan uit eenzijdige of meerzijdige rechtshandelingen
• Meerzijdig: 2 of meer wilsuitingen zijn. Bv contract
• Eenzijdig: 1 wilsuiting. Bv aanbod, aanvaarding
, 2. verbintenissen ontstaan uit de wet = rechtsfeiten waarvan de rechtsgevolgen niet gewild
zijn, maar waaraan de wet rechtsgevolgen koppelt
• Eerste rechtsfeit: onrechtmatige daad: de wet doet een verbintenis tot
schadeloosstelling ontstaan wanneer een buitencontractueel aansprakelijk
genererend rechtsfeit schade berokkent aan een benadeelde en deze schade aan een
andere persoon kan worden toegerekend
• Tweede rechtsfeit: oneigenlijke contracten: wetgever grijpt in bij enkele ongewilde
vermogensverschuivingen art 3.35 BW
Geen gesloten stelsel van bronnen – geldt in het verbintenissenrecht
Vertrouwensleer als bron van verbintenis
= de leer die toelaat om in een situatie waar een schijn is opgewekt waarop een derde
rechtmatig vertrouwd heeft, de schijn voor werkelijkheid te nemen en dus juridische
gevolgen toe te kennen aan de schijnbare situatie
• Geen autonome bron van verbintenissen art 5.3 BW
• Uitz in bijzondere toepassingen rechtsgevolgen teweegbrengen
4. Wettelijke bronnen van verbintenissen
Burgerlijk wetboek – kern van het verbintenissenrecht
- Algemene bepalingen
• Kennisgeving art 5.1 BW
• Vertegenwoordiging art 1.8 BW
• Goede trouw art 1.9 BW
• Verbod op rechtsmisbruik art 1.10 BW
- Boek 5: algemene regels van verbintenissen
- Boek 8: bewijs van verbintenissen
- Buitencontractuele aansprakelijkheid art 1382-1386bis oud BW
- boek 10: verjaringsregels
Specifieke wetgeving buiten BW
Reden: bescherming van personen die zich in een ongelijke (machts)relatie bevinden met
anderen
o Consumentenrecht
o Arbeidsrecht
Zie boek p 14
5. Enkele belangrijke termen en begrippen
Basisbeginselen
Contractsvrijheid
Consensualisme
De goede trouw
De bindende kracht van contracten
De relativiteit