autotelische autonome bv plezier bijvoorbeeld dansen
motivatie
doelgerichte autonome bv ik wil graag een bepaald liedje kunnen spelen
motivatie dus ik ga daarvoor gitaar leren
gecontroleerde motivatie interne druk of externe druk (of motivatie)
gecontroleerde extrinsieke je moet leren voor een toets om je jaar te halen
druk (motivatie) maar vind de stof niet interessant (je moet van je
moeder je kamer opruimen anders krijg je geen
zakgeld)
gecontroleerde intrinsieke je interne criticus vind dat je wel goed je best
druk (ingeslikte extrinsieke moet doen want als je je vak niet haalt faal je en
motivatie) dat mag niet
Musterbation (moetivatie) ik ben aan het leren omdat het moet niet omdat ik
er zin in heb (term die hoort bij ingeslikte
extrinsieke druk)
Verbondenheid (autonomie verbonden met je familie vrienden klasgenoten
en competentie) etc. erbij horen mee mogen doen
Autonomie (verbondenheid het gevoel hebben dat je je eigen keuzes maakt
en competentie) bv zelf je kamer opruimen vs je moeder die het
zegt
Competentie (autonomie succeservaringen geven je het gevoel dat je iets
en verbondenheid) kan en hierin gezien worden bv compliment
krijgen na je dansshow
Keuzevrijheid vs keuzevrijheid geeft je het gevoel dat je zelf iets
keuzestress kan beslissen maar te veel keuze geeft onrust
Spelen verrichten bijzondere activiteit en speels gedrag
vertonen
Verrichten bijzondere spelen speelgoed, fantaseren, spelletje doen,
activiteit tekenen, trappen tegen bal
Speelsheid playmode intentie waarmee iemand zijn activiteit verricht en
beleefd bv dansend opruimen
Spontane versus wil ontstaat vanzelf je blijf er automatisch bij (zit in
gestuurde concentratie een flow) bv kleien en ideeën blijven stromen
versus wilskracht inzetten om door te gaan bv
voor instrument leren
Autotelisch versus doen voor het plezier omdat het leuk is om te
Instrumenteel doen versus doen om je doel te bereiken
Interne en externe locus of of je zelf denkt te bepalen wat er gebeurd of
control iemand anders dat bepaald bv bij een computer
of bv dat je de lessen niet leuk vind en dit
accepteert of dit bij de docent aangeeft zodat het
veranderd
Zelfdeterminatietheorie de drie basisbehoeften ervaren om gezonde
motivatie en welzijn te ervaren bv zelf meedoen
met een zangoptreden
Onbevangenheid versus meezingen in je kamer met je muziek versus voor
prestatie publiek optreden
Spelwerkelijkheid de denkbeeldige wereld die ontstaat in spel
Spelkader regels en afspraken een kader binnen het spel bv
doktertje
Spelgemeenschap tijdelijk tot een spel is afgelopen het is fijn om
(basisbehoefte) ergens bij te mogen horen bv basisschool niet