Kwalitatief onderzoek = nadruk op woorden, maar…woorden zijn woorden omdat het in de context
van dat doel passend is. Te maken met aannames, assumpties
1. inductieve benadering
Deductieve benadering = op basis van theorie worden gegevens gezocht en hypothesen getoetst.
Je start met theorie, volgens bepaalde theorie zou bv sensitiviteit van ouder voor betere relatie
kunnen zorgen met het kind, je gebruikt variabelen, test noodzakelijkheidsrelatie.
Kwalitatief onderzoek = andersom redenering, je hebt niet eerst theoretisch kader van waaruit je
hypothese trekt, maar je gaat vanuit interesse in onderwerp met mensen praten en theorie bouwen.
Inductief = op basis van gegevens / bevindingen wordt theorie gegenereerd. Zit waarschijnlijke
relatie tussen, niet noodzakelijke.
2. Constructivistische visie
Sociale werkelijkheid wordt door mensen zelf gecreëerd (ook door de onderzoeker). Te maken met
wetenschapsfilosofie. Te maken met ontologische perspectieven, hoe vind je dat de werkelijkheid in
elkaar zit. Werkelijkheid kan gezien worden als losstaand ding, kunnen wij terug beïnvloeden. Sociale
werkelijkheid volgens constructivistische visie echter, zegt wij creëren werkelijkheid. Bv cultuur, staat
dat los van ons, beïnvloedt dat ons als losse factor? Volgens constructivisme niet, wij maken samen
cultuur. Als tijd of deelnemers veranderen kan constructie ook anders vormgegeven worden.
Bv seksualiteit, vroeger ging dat over gezondheid in context van HIV. Nu: consent. Manier waarop wij
erover praten is veranderd. Dat is hoe wij bepaalde werkelijkheden creëren. Termen zijn veranderlijk
en worden door ons samen gecreëerd. (constructivisme is tegenovergestelde van realisme).
Dit zit vaak achter kwalitatief onderzoek
3. Interpretatieve visie
Epistemologisch perspectief. Hoe kunnen wij kennis vergaren volgens harde wetenschap, causaliteit?
Kan niet volgens deze visie omdat we met mensen/ actoren te maken hebben, mensen interpreteren
de werkelijkheid om hun heen. Belangrijk om door de ogen van de ander te kijken, interpretatie van
de ander begrijpen, hun rol aannemen. Op basis van interpretatie is de output verschillend.
Interpretatie is essentieel in kwalitatief onderzoek
Vb Blackfoot – waarom kwant onderzoek soms plank misslaat
participerende oberservatie, vulden in spreek geen blackfoot, maar spreken het wel, maar vinden
niet goed genoeg. Kwantitatieve vragenlijst werkt dan dus niet
vb 2: dragen niet meer kleuren stam denken observeerders, maar doen ze omdat ze niet precies
weten van wie ze afstammen, niet teloorgang cultuur maar respect
Kwal onderz zijn niet op zoek naar 1 waarheid, wereld om ons heen is veranderlijk, er bestaat geen
objectieve waarheid
Bezigheden onderzoekers
,Kijken door de ogen van de ander/de onderzochten
vraag is in hoeverre je daar echt toe in staat bent, lees t boek ook kritisch daarin
Flexibiliteit en weinig structuur
geen ‘besmetting’ voorafd oor opgelegdeschema’s’
flexibiliteit is daarin heel belangrijk, geen gestandaardiseerd instrument, want het is jouw idee, jouw
theorie die je op iemand anders legt, mensen hebben anders geen ruimte om hun visie te laten zien.
Daarom willen ze geen besmetting. Geen vooraf door opgelegde schema’s en meebewegen met de
ander
emic perspectief achterhalen, perspectief van degene die je onderzoekt
etic perspectief is perspectief van onderzoeker (meer bij kwant onderz), buitenstaander
Beschrijving van en nadruk op de context
Naturalistisch
mensen niet uit omgeving trekken, gezinnen bv niet naar locatie laten komen
Nadruk op proces mbv patronen in de loop van de tijd
Processen bekijken, dingen in verloop van tijd, hoe veranderen dingen, bv in organisaties
>>p. 353
Vanuit dat kader minder strikt operationaliseren (begrip meetbaar maken).
kwalitatief onderzoeker wil geen vooraf vastgelegd schema gebruiken, dus niet meten met
instrument, maar richtinggevend begrip (sensitiz concepts). Minder sterk eigen idee van wat je exact
wil onderzoeken, dat ontdek je in t veld
Niet lineair proces – veel kwalitatief onderzoek is iteratief – cirkelproces. Je gaat terug t veld in en
opnieuw data verzamelen, terwijl bij kw onderz dat fraude is
Onderzoeksvragen anders
- focus op 1 fenomeen of concept
- veel minder directieve woorden zoals beinvloeden, samenhang, correlatie, gemiddelde, komt
niet/nauwelijks voor. Meer exploerende woorden, over ontdekken, begrijpen, beschrijven
Diverse onderzoeksmethoden
Etnografie
Kwalitatieve interviews
Focusgroepen
Conversatie-analyse
Discoursanalyse
Analyse van documenten
Het gebruik van concepten - Blumer
‘Definitive conepts’
- Indicatoren leggen concept vast
- Nadruk op de ‘gewone’ aspecten van het fenomeen
- Legt theorie op de sociale werkelijkheid
,Sensitizing concepts / richtinggevende begrippen
- Algemeen referentiekader
- Ontdekken van allerlei vormen van een fenomeen
- Van breed naar smal
Kwalitatief vs kwantitatief
is het zo zwart wit belangrijk leerdoel
zie tabel met verschillen, dit zijn de z/w verschillen
onderscheid nader bekeken – in die tabel erg zwart wit. Onderscheid maken is nuttig, om te leren
wat het betekent, maar zijn dingen die je moet gaan nuanceren
- er is geen noodzakelijk verband tussen 2 onderzoeksmethodes en epistemologische en ontologische
visies. Niet elke kwali onderzoeker denkt vanuit constructivisme, niet elke kwant onderzoeker vanuit
positivisme. Is veel variatie, geen noodzakelijke relatie.
- Veel uitgangspunten zijn niet standaard.
- kwali onderzoek wordt negatief gedefinieerd– er wordt gezegd ze gebruiken geen getallen, geen
spss. Je zegt wat het niet is ipv wat het het wel is, doet kw onderzoek tekort
Mixed method research
- kwali en kwanti kunnen samen gebruikt worden
- kunnen gebruikt worden om elkaar te beoordelen
Nuanceren van contrasten
1. getallen vs woorden kwant onderz gebruik je ook woorden. Hoe je een resultaat interpreteert
kan varieren, met dezelfde getallen kun je verschillende discussies hebben. Omgekeerd in kwal
onderz – quasi kwantificatie – sommige zeiden dit, de meesten zeiden dat, een paar… is geen getal
maar wel kwantificatie. Dus ook vorm v kwantificeren
2. Niet altijd natuurlijke setting bv interviews en focusgroepen. Andersom zelfde
, 3 niet altijd etic perspectief of emic. Idee dat je alleen maar vanuit je eigen visie kijkt bij kwanti
onderzoek is kort door de bocht, je wil ook vaak meten wat mensen vinden (bv publieke
opniepeiling). En je moet je afvragen hoe erg je nou echt het perspectief van participanten te pakken
krijgt bij kwalitatief onderzoek. Onmogelijk om iedereens perspectief te pakken te krijgen.
(Bv kwalitatief interview niet strikte vragen, maar ruimte voor waar het verhaal heen gaat. Je creëert
ruimte voor de ander)
Andere begrippen zelf nuanceren
Grootste gedeelde aspect is beide methoden dragen bij aan het opdoen van empirische kennis.
Variatie binnen de groepen is groter dan variatie tussen de groepen.
Kern is laat je leiden door de onderzoeksvraag -- > je onderzoeksvraag bepaalt of je kwant of kwal
onderzoek gaat doen
Deel 2
Kritiek op kwalitatief onderzoek – is essentieel onderdeel.
- Te subjectief
Je bent je eigen instrument, is subjectief
- moeilijk te herhalen, niet gestandaardiseerd
- niet te generaliseren, samples zijn niet representatief
- minder geprotocolleerd
- te weinig transparant – niet altijd duidelijk wat onderzoeker precies heeft gedaan
Welke criteria om dit onderzoek te beoordelen
Tot nut toe
Betrouwbaarheid en validiteit
Betrouwbaarheid – bij herhaald onderzoek krijg je dezelfde antwoorden
validiteit – meet je wat je in je hoofd hebt, gaat t onderzoek voer de dingen die je wil onderzoeken
Moet je deze criteria ook hanteren voor kwalitatief onderzoek?
Drie benaderingen
1. vasthouden aan criteria voor kwantitatief onderzoek
2. andere criteria hanteren
3. gulden middenweg
Andere criteria (vindt docent) -- > je doet onderzoek met ander doel, niet met zelfde criteria. Ander
doel vraagt om andere criteria
Gilgun – issues…’ betrouwbaarheid en validiteit suggereren afstand tot hetgeen wat je aan het
onderzoeken bent.
>wat doen om wel die kwaliteit te waarborgen?