Mens (latijn)= geest (Nederlands).
Dementie is het verdwijnen van de geest.
Welke verschijnselen kunnen wijzen op dementie?
Criteria DSM 5 (IV). Diagnostic and statical manuel of mental disorders.
Er is sprake van geheugenstoornissen.
Er is sprake van een verstandelijke cognitieve stoornis.
De stoornissen hebben een duidelijke negatieve invloed op sociale/maatschappelijke
activiteiten.
Cognitieve verschijnselen:
Geheugen gestoord (eerst kortetermijngeheugen naar
beneden).
Desoriëntatie.
Afasie-agnosie-apraxie.
Abstract denken (over iets nadenken) naar beneden,
armoediger denken.
Probleemoplossend, vermogen om te plannen en handelen
naar beneden.
Intellectuele vaardigheden omlaag.
Confabuleren (dingen ervoor in de plaats zeggen om het
voor jezelf verklaarbaar te maken.
Niet cognitieve (psychische) verschijnselen:
Depressief.
Paranoïde.
Gedragsproblemen.
Affectieve verschijnselen (emotioneel, prikkelbaar, snel agressief).
Karakterverandering.
Decorumverlies: schaamteverlies, geen gevoel voor waardes en normen.
Vormen van dementie:
Alzheimer.
Vasculaire dementie.
Lewybody dementie.
Fronto-temporale dementie (M. van Pick).
Aidsdementie complex.
De ziekte van alzheimer:
Een ongeneselijke hersenziekte, waarbij de cellen in
sommige delen van de hersenen ophouden te
functioneren en afsterven.
De voortgang van de ziekte van Alzheimer is
onomkeerbaar.
De oorzaak is onbekend.
Er zijn nog geen effectieve behandelmethoden.