Bloedsomloop repetitie
1.De hersenen worden van bloed voorzien door
a. De inwendige halsslagader
b. De uitwendige halsslagader
c. De slaapslagader
2.waaruit ontspringt de rechter gemeenschappelijke halsslager
a. de achterhoofdsslagader
b. de ongenaamde slagader
c. de uitwendige halssladader
3.de gelaatsslagader verloopt tussen
a. de gemeenschappelijke halsslagader en de slaapslagader
b. de inwendige halsslagader en de achterhoofdsslagader
c. de uitwendige halsslagader en de voorhoofdsslagader
4.welke bloedvaten vormen de uitwendige halsader
a. de achterhoofdsader en de achterste gelaatsader
b. de achterste gelaatsader en de oppervlakkige slaapader
c. de inwendige halsader en de achterhoofdsader
5.welke bloedvaten zetten zich voort als ongenaamde ader
a. de sleutbeenader en de inwendige halsader
b. de uitwendige halsader en de inwendige halsader
c. de uitwendige halsader en de sleutbeenader
6.via welke aders wordt het bloed van de behaarde hoofdhuid afgevoerd
a. via de achterhoofdsader en de oppervlakkige slaapader
b. via de achterhoofdsader en de voorhoofdsader
c. via de oppervlakkige slaapader en de voorhoofdsader
7.welke slagader voorziet de huid van het schedeldak van bloed
a. de gelaatsslagader
b. inwendige halsslagader
c. de slaapslagader
8. welke bloedvaten zetten zich voort als gemeenschappelijke gelaatsader
a. de oppervlakkige slaapader en de achterste gelaatsader
b. voorhoofdsader en de voorste gelaatsader
c. voorste gelaatader en achterste gelaatsader
9. de inwendige halsslagader is een vertakking van
a. de achterhoofdsslagader
b. de gemeenschappelijke halsslagader
c. de uitwendige halsslagader
1.De hersenen worden van bloed voorzien door
a. De inwendige halsslagader
b. De uitwendige halsslagader
c. De slaapslagader
2.waaruit ontspringt de rechter gemeenschappelijke halsslager
a. de achterhoofdsslagader
b. de ongenaamde slagader
c. de uitwendige halssladader
3.de gelaatsslagader verloopt tussen
a. de gemeenschappelijke halsslagader en de slaapslagader
b. de inwendige halsslagader en de achterhoofdsslagader
c. de uitwendige halsslagader en de voorhoofdsslagader
4.welke bloedvaten vormen de uitwendige halsader
a. de achterhoofdsader en de achterste gelaatsader
b. de achterste gelaatsader en de oppervlakkige slaapader
c. de inwendige halsader en de achterhoofdsader
5.welke bloedvaten zetten zich voort als ongenaamde ader
a. de sleutbeenader en de inwendige halsader
b. de uitwendige halsader en de inwendige halsader
c. de uitwendige halsader en de sleutbeenader
6.via welke aders wordt het bloed van de behaarde hoofdhuid afgevoerd
a. via de achterhoofdsader en de oppervlakkige slaapader
b. via de achterhoofdsader en de voorhoofdsader
c. via de oppervlakkige slaapader en de voorhoofdsader
7.welke slagader voorziet de huid van het schedeldak van bloed
a. de gelaatsslagader
b. inwendige halsslagader
c. de slaapslagader
8. welke bloedvaten zetten zich voort als gemeenschappelijke gelaatsader
a. de oppervlakkige slaapader en de achterste gelaatsader
b. voorhoofdsader en de voorste gelaatsader
c. voorste gelaatader en achterste gelaatsader
9. de inwendige halsslagader is een vertakking van
a. de achterhoofdsslagader
b. de gemeenschappelijke halsslagader
c. de uitwendige halsslagader