Samenvatting Strafrecht leerdoelen jaar 1

STRAFRECHT HOORCOLLEGE
02-09-24


Indeling van het Nederlands recht

Privaatrecht: tussen de burgers onderling
vermogensrecht, personen- en familierecht, erfrecht

Publiekrecht: tussen de burger en overheid
(internationaal) strafrecht

Dagvaarding is een brief dat je voor de rechter moet verschijnen.

Bij politierecht zijn er alleen straffen tot 1 jaar dus bijv. geen moordzaak en dat is dan
onbevoegdheid van de rechter

 Materieel strafrecht gaat in over de vraag wie/wat is strafbaar en wanneer is er sprake
van een strafbaar feit. Voornamelijk te vinden in Wetboek van Strafrecht

 Formeel zijn de bevoegdheden, de regels etc. (OM, rechters, politie, verdachte…). :
strafprocesrecht/strafvordering genoemd
Voornamelijk te vinden in Wetboek van Strafvordering

 Sanctierecht, de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd en
ten uitvoer gelegd.

LEERDOELEN WEEK 1

1. De student kan vier doelen van het Nederlandse strafrecht opnoemen en uitleggen
wat deze doelen inhouden.

Waarom straffen we?

 Vergelding, terugbetalen in geld, taakstraf etc.

 Preventie, voorkomen voor herhaling in de toekomst

Speciale preventie: voorkomen van herhaling van de gestrafte voor in de toekomst.

Generale preventie: gestrafte moet een voorbeeld zijn dat potentiele wetovertreders
afschrikt.

 Resocialisatie, succesvol terug te komen in de samenleving

 Voorkomen van eigenrichting,

,2.De student kan de 8 vragen van het rechterlijke beslissingsmodel van art. 348 en 350 Sv
en de bijbehorende uitspraken van de rechter met behulp van de wet opsommen.

Het rechterlijke beslissingsmodel = het rijtje met 8 vragen in de art, 348 en 350
Strafvordering

Onderscheid van Misdrijven en Overtredingen
Algemene bepalingen: art. 1 – 91
Misdrijven: art. 92 – 421
Overtredingen: art. 424 – 479
Bijzondere wetten: Art. 2 WED, 56 WWM, 13 Opw, 178 WvW

FORMELE VRAGEN, Art. 348/349 Sv

1. Is de dagvaarding geldig?
- Uitspraak rechter: nietigheid van de dagvaarding
2. Is de rechter bevoegd?
- Uitspraak rechter: onbevoegdheid van de rechter
3. Is de OvJ ontvankelijk?
- Uitspraak rechter: niet ontvankelijkheid van de OvJ
4. Is er reden tot schorsing der vervolging?
- Uitspraak rechter: schorsing van de vervolging

MATERIELE VRAGEN, Art. 350, 352 Sv

5. Kan de tenlastelegging bewezen worden?
- Nee > vrijspraak
6. Levert het bewezen verklaarde een strafbaar feit op?
- Nee > OVAR wegens niet strafbaarheid van het feit
7. Is de dader strafbaar?
- Nee > OVAR wegens niet strafbaarheid van de dader
8. Welke straf of maatregel moet er worden opgelegd?
- Veroordeling, art. 352 Sv

OVAR = Ontslag Van Alle Rechtsvervolging (je hebt een excuus)
Vrijspraak = niet schuldig




3.De student kan met behulp van de wet uitleggen of een delict valt onder een misdrijf of
overtreding en waarom dit onderscheid van belang is voor het strafrecht.

, 2 soorten delicten:

Misdrijf: blz. 4506 (Tweede boek van Sr)
Overtreding: blz. 4568 (Derde boek van Sr)

Het onderscheid tussen deze twee;

- Procesrechtelijke reden: de indeling naar misdrijven en overtredingen bepaalt
goeddeels welk soort rechter bevoegd is om kennis te nemen van een strafzaak
(absolute competentie)
- Een ander, meer materieelrechtelijke reden: is dat poging tot overtreding en
medeplichtigheid aan overtreding niet strafbaar zijn. Poging en medeplichtigheid zijn
wel strafbaar in geval van misdrijven.
- Verder is het onderscheid van belang voor de toepassing van dwangmiddelen: veel
dwangmiddelen, zoals het aftappen van een telefoon, mogen slechts worden
toegepast in geval van verdenking van een misdrijf

Dwangmiddel zijn middelen die bij een strafrechtelijk onderzoek kunnen worden gebruikt
tegen de wil van de verdachte. Bijvoorbeeld: fouilleren, afluisteren, huiszoeking.



4.De student kan uitleggen wat het legaliteitsbeginsel inhoudt.

Wat is het legaliteitsbeginsel?

Het legaliteitsbeginsel houdt in dat het handelen van bevoegd gezag gebaseerd moet zijn op
een vooraf aanwezige bepaling. Het voorkomt dat de wetgever met terugwerkende kracht
regels kan opleggen. Het beginsel wordt beschouwd als een essentieel onderdeel van de
democratie en de rechtsstaat.

4 vereisten:
 Lex scripta, het moet geschreven zijn
 Lex certa, het moet duidelijk zijn
 Verbod op terugwerkende kracht, dat je gestraft wordt voor een handeling die toen die
plaatsvond nog niet strafbaar was
 Verbod op analogie, wet gebruiken voor dingen waar de wet niet voor is gemaakt




5.De student kan in een gegeven casus aangeven of sprake is van een verdachte op basis
van artikel 27 Sv.