Deel 1: zingeving en levensbeschouwing .............................................................. 3
1. Irvin Yalom en de vier grote vragen van ons bestaan .................................................. 3
1.1 Vrijheid (en verantwoordelijkheid) ........................................................................................... 3
1.2. Angst voor de dood en het verlies (het oncontroleerbare).......................................................... 3
1.3. Isolatie en connectie (relaties) ................................................................................................ 3
1.4. Zinloosheid en zingeving......................................................................................................... 3
2. Aandacht en overdaad ............................................................................................. 4
2.1 Overdaad: Leven en leren in een overprikkelende wereld ........................................................... 4
2.2 Een wereld van overdaad......................................................................................................... 4
2.3 De vermoeide samenleving Byung-Chul Han............................................................................. 5
2.4 Contemplatie: De kunst van de onverdeelde aandacht .............................................................. 6
2.5 Aandacht en contemplatie als zijnskwaliteit ............................................................................. 6
3. Kwetsbaarheid als kracht ......................................................................................... 7
3.1 Brené Brown over verbinding ................................................................................................... 7
3.2 Eigenschappen van de whole hearted ....................................................................................... 7
3.3 Kwetsbaarheid in een vloeibare wereldd .................................................................................. 8
3.4 Negatieve omgang met kwetsbaarheid ..................................................................................... 8
3.5 Kwetsbaarheid en technologie ................................................................................................. 8
3.6 Kwetsbaarheid als kracht? ...................................................................................................... 9
3.7 Kwetsbaarheid en verbinding als zijnskwaliteit ......................................................................... 9
4. De burn-out maatschappij ...................................................................................... 10
4.1 Eenzaamheid en isolatie ........................................................................................................ 10
4.2 Psychisch welzijn ................................................................................................................. 11
4.3 De burn-out maatschappij ..................................................................................................... 12
4.4 Vertragen als zijnskwaliteit.................................................................................................... 14
5. Volwassenwording................................................................................................. 15
5.1 Waarom zou je volwassen worden? Susan Neiman .................................................................. 15
5.2 Obstakels voor volwassenwording ......................................................................................... 15
5.3 De weg naar volwassenheid .................................................................................................. 17
5.4 Volwassen idealisme als subversief ....................................................................................... 17
5.5 Volwassenheid en idealisme als zijnkwaliteit ......................................................................... 18
Deel 2: Ethisch en kritisch denken ...................................................................... 19
6. Systeemdenken en ethisch denken ........................................................................ 19
7. Ongelijkheid .......................................................................................................... 19
8. Gigantisme en innovatie ......................................................................................... 19
9. Platformkapitalisme, de gig economie en AI............................................................ 19
10. Klimaatverandering .............................................................................................. 19
11. Geweld en verzet ................................................................................................. 19
12. Maatschappij verantwoord ondernemen en coöperatief ondernemen .................... 19
,Vlaemynck Naomi , RZL 2025-2026
Deel 1: zingeving en levensbeschouwing
Reflecties over hoe we in de wereld kunnen zijn
1. Irvin Yalom en de vier grote vragen van ons bestaan
Yalom stelt zicht de vraag: “wat zijn de ultieme bezorgdheden van ons bestaan?”:
• Op basis van zijn therapeutische ervaring onderscheid Yalom 4
uitdagingen/gegevenheden/bezorgdheden waarop iedere mens een antwoord moet formuleren
o 4 vragen die altijd blijven terugkomen = onderdeel van ons menszijn (menselijke conditie)
en zijn onveranderlijk: de vragen waarmee iedereen geconfronteerd wordt en worstelt
in het leven
• Doorheen ons leven stellen deze uitdagingen zich op verschillende manieren, afhankelijk van onze
context. Alle levensvragen komen voort uit deze vier uitdagingen. Daarom is het belangrijk om deze
vragen niet te ontwijken of op een dogmatische manier af te sluiten, maar om ze recht in de ogen te
kijken. “Het goed is om je onder te dompelen in de stroom van het leven”
o We moeten er allemaal op onze manier een antwoord op formuleren. Het proces van een antwoord geven op
deze uitdagingen begint bij aanvaarding van deze condities. Het heeft geen zin er tegen te vechten, alleen de
manier waarop je er mee omgaat heb je deels in de hand.
1.1 Vrijheid (en verantwoordelijkheid)
“De mens is gedoemd om vrij zijn” (Sartre)
• We ervaren allemaal een zeker auteurschap over onszelf en ons leven
o we moeten keuzes maken en zijn daarin (deels) verantwoordelijk voor onszelf
o vrijheid vraagt dat we een zekere verantwoordelijkheid voor onszelf en de wereld opnemen
o à spanning tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, tussen kiezen en verliezen
• Uitdaging: hoe maken we betekenisvolle keuzes? Welke verantwoordelijkheid nemen we op? Wat betekent het voor om
echte vrij te zijn?
1.2. Angst voor de dood en het verlies (het oncontroleerbare)
We hebben heel wat dingen in de wereld niet in de hand en we hebben onszelf vaak nauwelijks in de hand…
• We moeten een onderscheid maken tussen de dingen die we in de hand hebben en de dingen die we niet kunnen
veranderen
• Uitdaging: hoe geven we een plaats aan de dingen die we niet controleren en aan onze eindigheid/sterfelijkheid?
1.3. Isolatie en connectie (relaties)
• De mens is fundamenteel eenzaam: er is altijd een zeker afstand tussen mezelf en de ander
o ik kan niet voelen wat een ander voelt, ik kan niet weten wat een ander denkt,…
o maar wij hebben allemaal nood aan connectie, maar connectie is ook beangstigend: vaak kunnen we alleen
vertrouwen, niet weten
• Uitdaging: Hoe kunnen wij ons op een betekenisvolle manier verbinden met onszelf, de andere en de wereld? Hoe creëren
we intimiteit? Hoe worden we deel van een gemeenschap?
1.4. Zinloosheid en zingeving
We zijn in de wereld “geworpen”: we hebben niet voor gekozen wie we zijn, waar we geboren zijn, zelfs niet dat we er zijn,…
• “De zoektocht naar zin en betekenis is de belangrijkste motivator van de mens” (Viktor Frankl) We hebben nood aan
betekenis en zin in ons leven. In se in het leven zinloos tenzij men aan zingeving doet. Dit onderscheid ons mensen van
dieren.
o Waarom ben je deze morgen uit je bed gekomen? “De vraag is fout gesteld, wanneer we vragen naar de zin
van het leven. Het leven is het, dat vragen stelt.” Victor Frankl
• Uitdaging: Hoe geven we zin aan ons leven? Hoe ontvangen we zin? Hoe gaan we om met ervaringen van zinloosheid
3
, Vlaemynck Naomi , RZL 2025-2026
2. Aandacht en overdaad
Over het belang van aandacht en contemplatie
2.1 Overdaad: Leven en leren in een overprikkelende wereld
Experiment: Testpersonen moesten in een kamer 15 minuten niets doen. Ze zijn verbonden aan een rode knop, wanneer ingedrukt
geven ze zichzelf een pijnlijke elektrische schok. 25 % van de vrouwen schokt zichzelf & 67 % van de vrouwen schokt zichzelf
Dit thema gaat over hoe men omgaat met aandacht en prikkels. Zelfs in een leercontext laat men zich verleiden om met iets anders
bezig te zijn op bijvoorbeeld de computer. Men is het gewend geraakt om altijd iets te doen, onmiddellijk en laagdrempelig
geprikkeld te worden = overdaad. Als er even niets is, voelt dat ongemakkelijk en zoeken we snel weer een prikkel, zelfs als die
onaangenaam is.
• Er is een overdaad aan entertainment: het is gemakkelijk om afgeleid te worden
• Internet en elektronica zorgen voor een constante beschikbaarheid van onmiddellijke prikkels en beloningen
• Door de overdaad aan impulsen en informatie is het moeilijk om nog het onderscheid te maken tussen het
relevante/betekenisvolle en de ruis
Dit alles wordt misbruikt via psychologische manipulatie: advertenties en beloning- en verslavingsmechanismes aan prikkels
2.2 Een wereld van overdaad
Aandacht en gewoontes
Het boek Hooked: How to build habit forming products
• Sociale media is niet zozeer ontworpen om mensen te verbinden, maar om zoveel mogelijk interacties te genereren die
gemonetariseerd kunnen worden. Producten en apps kweken gewoontes waardoor men er altijd naar terug gaat. Het
ontwerp van sociale media is gericht op het voeden van verslavingen om winst te maximaliseren
o Trigger: apps wekken reacties op
o Actie: men gaat actief iets doen (klikken, scrollen etc.), wat een gevoel van bezigheid en betrokkenheid geeft
o Beloning: sociale of informatieve beloning zijn een vorm van laagdrempelige dopamine
o Investment: je krijgt geen beloning die je bevredigd, het is onvolledig, anders zou je niet constant terug komen
`
De “oplossing” wordt altijd beperkt tot aanpassingen van persoonlijk gedrag
• Problemen van sociale media worden voorgesteld als een perversie van de oorspronkelijke “goede intenties”, terwijl het
ontwerp van sociale media deze problemen net onvermijdelijk maakt
• Cfr. Documentaire the social dilemma: Er wordt uiteengezet dat er veel indicatoren zijn dat sociale media een negatief
effect heeft op het psychisch welzijn en dat de technologie is in se goed is, maar men ermee moet leren omgaan. De
oplossing is dus weer een aanpassing van persoonlijk gedrag, maar in feite is de technologie niet goed, het is gericht op
het feit dat mensen blijven teruggaan, men kan er dus niet mee omgaan.
4