Hoorcollege 1
By the end of this lecture, you will...
• ... be able to reflect upon the question “what is an organization?”
• ... know why Organization and Power is a central course in your curriculum
• ... ... be aware of the need to look at real world events from different perspectives
• ... know more about this entire course, its outline and examination
We live in a ‘society of organizations’ (Perrow, 1991)
• We worden geboren in een ziekenhuis (organisatie).
• We worden opgeleid op scholen en universiteiten (organisaties).
• We werken voor bedrijven, overheidsinstellingen of ngo's (organisaties).
• We worden vermaakt in sportclubs, theaters en bioscopen (organisaties).
• Zelfs als we sterven, vindt onze begrafenis plaats in een uitvaartcentrum
(organisatie).
Perrow benadrukt dat organisaties, in tegenstelling tot vroeger (waar familie,
gemeenschap of informele relaties centraal stonden), tegenwoordig een groot deel
van de sociale ervaring structureren en controleren.
Kortom: de uitdrukking betekent dat organisaties niet alleen een onderdeel van de
samenleving zijn, maar de basisinfrastructuur vormen waarin we leven, werken en
met elkaar omgaan.
Business takes new shapes enabled by new technologies...
Dit betekent dat bedrijven niet statisch zijn, maar veranderen en transformeren
naarmate nieuwe technologieën ontstaan. Deze technologieën maken vormen van
organisatie, productie en verkoop mogelijk die voorheen niet bestonden.
Organizations
Although most of us “know an organization when we see one,” the diversity and
complexity of organizations and their activities is difficult to capture in a single
formal definition.
,As a result, multiple, sometimes contrary, conceptions of organizations exist, each
one highlighting particular features of organizations, but necessarily providing only
partial and incomplete views (Joel Baum and Tim Rowley).
Het is moeilijk om universeel te definiëren wat een organisatie is omdat:
- Organisaties zijn heel divers (bedrijven, Ngo’s, ministeries, universiteiten,
legers en sportclubs).
- Complexe activiteiten en omvatten veel functies.
- Verschillende disciplines (sociologie, economie, politicologie,
bestuurskunde) leggen de nadruk op verschillende aspecten: sommige op
hiërarchie en regels, andere op gemeenschappelijke doelen en weer andere
op macht en conflict.
Organizations
1) Organizations are social entities (ze bestaan niet op individuele manier, maar
als groepen van personen die samenwerken) that are goal-oriented; are
designed as deliberately structured (hiërarchie, regels, werkverdeling) and
coordinated activity systems, and are linked to the external environment (ze
zijn afhankelijk van klanten, leveranciers, overheden, competentie etc.)
(Daft, 2004).
2) Organization is a system of consciously coordinated personal activities or
forces (Chester Barnard).
Hij geeft aan dat interne coördinatie nodig is.
3) Organizations are arenas of power where discursive struggles take place
(Maguire & Hardy), 2006
4) Or authors deny the existence of ‘organizations’ and prefer to talk of
processes of ‘organizing’ (Tsoukas & Chia, 2002).
The objectives of Organization and Power
• ... aims to deepen your knowledge about organizations, organizational processes
and power.
• ... sets the stage for researching, analyzing and theorizing processes of organizing
in a variety of contexts.
• ... raises the awareness that power in, outside and between organizations is
,important to understand how they function, and what role they play in society.
• ... builds on original texts and their application through the analysis of classic,
contemporary and critical texts (and some case studies).
Three foci
what exactly did authors want to make clear? and What was special to their
contribution?
link the academic texts to current studies and ‘grand challenges’ (such as climate
change, globalization, safety & security, rapid urbanization)
• how to apply these insights in recent practice?
• what has changed over time?
What is the use of theorizing on organizations and power?
Organization Sciences
• Sociology
• Psychology
• Anthropology
• Management Studies
• Economics
• History
• Social Network Analysis
• various theories
A theory is:
“a set of interrelated constructs (concepts), definitions, and propositions that
present a systematic view of phenomena by specifying relations among variables,
with the purpose of explaining and predicting the phenomena” (Kerlinger, 1986: 9).
Types of theory (Cornelissen et al., 2021):
Explanatory: leg uit hoe en waarom iets gebeurt.
- Voorbeeld: Onderzoek toont aan waarom medewerkers minder
gemotiveerd raken als ze weinig autonomie hebben.
Interpretive: helpt de betekenis te begrijpen van hoe mensen zelf iets ervaren.
- Voorbeeld: Onderzoek naar hoe verpleegkundigen zelf hun werkdruk
ervaren en betekenis geven aan “goede zorg”.
Emancipatory (critical): brengt verborgen machtsstructuren of ongelijkheid aan het
licht.
, - Voorbeeld: Studie naar hoe vrouwen in een organisatie structureel minder
promotiekansen krijgen, en dat zichtbaar maken om beleid te verbeteren.
Theory and conceptual models
Social identity is a person's sense of who they are based on their group
membership(s). Tajfel (1979) proposed that the groups (e.g. social class, family,
soccer team etc.) which people belonged to were an important source of pride
and self-esteem.
Definitie: Sociale identiteit = het deel van iemands zelfbeeld dat voortkomt uit de
groepen waar hij/zij lid van is.
Voorbeelden van groepen: sociale klasse, familie, sportteam, school, werk,
etnische groep.
Belang: Deze groepslidmaatschappen geven mensen trots en zelfwaardering (ze
vormen een bron van zelfvertrouwen).
Kernidee Tajfel: Mensen definiëren zichzelf niet alleen als individu (“ik ben Ana”),
maar ook via hun groepen (“ik ben student”, “ik ben Ajax-fan”). Dit beïnvloedt
gedrag, gevoelens en hoe je anderen ziet.
Grounded theory is a complex iterative process. The research begins with the
raising of generative questions which help to guide the research but are not
intended to be either static or confining. As the researcher begins to gather data,
core theoretical concept(s) are identified. Tentative linkages are developed
between the theoretical concepts and data.
Grounded theory is een complex proces dat zich in verschillende fasen herhaalt. De
onderzoeker begint met open vragen, die het onderzoek sturen, maar die niet vast of
rigide zijn: ze kunnen gedurende het onderzoek veranderen. Tijdens het verzamelen
van data identificeert de onderzoeker belangrijke concepten die in de informatie naar
voren komen. Vervolgens beginnen ze voorzichtige verbanden te leggen tussen die
concepten en de data. Mogelijke verklaringen die vervolgens worden herzien en
verbeterd met meer data.
Dus:
- Inductief!!
- Theorie opbouwen vanuit de data die je hebt.
- Open vragen stellen ->data verzamelen->gaandeweg komen er concepten en
relaties naar voren.
, - Je checkt steeds opnieuw of het bij de theorie past, zo niet, dan pas je het weer
aan.
- Iteratief proces: steeds herhalend proces in stappen.
Glaser and Strauss
1. Paradigm (paradigma)
• Betekenis: Een manier van denken of een denkkader binnen een vakgebied.
• Voorbeeld: Het gedragsparadigma in psychologie kijkt alleen naar
observeerbaar gedrag, niet naar gedachten.
2. Heuristic (heuristiek)
• Betekenis: Een praktische regel of strategie om iets te ontdekken of te leren.
Dus een slimme richtlijn om iets te ontdekken of te lerén.
• Voorbeeld: Vragen “Wat doe je als je gestrest bent?” helpt om informatie te
verzamelen, maar geeft nog geen definitieve theorie.
3. Window (venster)
• Betekenis: Een beperkt perspectief om iets te bekijken of te bestuderen.
• Voorbeeld: Alleen eerstejaarsstudenten interviewen geeft een venster op
hun stresservaring, maar niet op alle studenten.
Organization and Power as a Social Sciences Discipline
• The focus is not so much on efficiency and effectiveness (or management tools),
but on understanding (‘Verstehen’):
• Different social scientific themes, methods and theories are useful
• Embedding in social phenomena and developments is crucial
• Common sense, various definitions, biases ...
Organizations: a view
The view we adopt in this course comes close to Baum and Rowley’s (2002: 2):
“Most words ending in “-tion” are ambiguous between process and product –
between the way one gets there, and the result.
Our word, organization, shares this ambivalence, itself referring to the process of
“organizing,” or, to the result of organizing.