College aantekeningen Diagnostiek periode 2

Diagnostiek periode 2
1e driehoek:
- Patiënt:
 Man of vrouw (geslacht
 Leeftijd
 Lengte
 Postuur
 Kleding/blote voeten
- Omgeving:
 Ruimte
 Hoogte plafon
 Matje
 Mensen
 Binnen of buiten
- Taak:
 Gegeven instructie

Classificatie:
- Fijn vs Grof
 Fijn: kleine bewegingen (vingers)
 Grof: hele lichaam in beweging
 (niet) locomotief/manipulatief
 Niet-locomotief: geen verplaatsing
(lichaam)
 Locomotief: verplaatsing van A naar B
 Manipulatief: verplaatsing/voorwerp in
beweging brengen
- Discreet vs serieel vs continu
 Discreet: duidelijk begin en einde punt
 Serieel: verschillende discrete bewegingen achter elkaar
 Continu: dezelfde discrete beweging achter elkaar
- Open taak vs gesloten taak
o----------------------------------o
 Open:
 Moeilijk
 Externally paced
 Veel variabelen
 Wel in beweging
 Spelsituaties
 Gesloten:
 Makkelijk
 Self paced
 Weinig variabelen
 Zelf niet in beweging

, - Motorisch vs cognitief
 Motorisch: uitvoeren van een beweging
 Cognitief: tactiek (denkproces

2e driehoek:
 komt uit de persoon zelf
- Constraint: beperkingen
- Strategie: wat past de patiënt toe om een
beweging makkelijker te maken
- Proces: input  output


 Input
o Stimulus identificatie: horen & zien  de omgeving
o Respons selectie: ga ik dit doen?  beslissen
o Respons programmering: beweging plannen in een
scenario
o Motorische programma’s: plannen van de bewegen
 verschillende programma’s uit het lange termijn
geheugen  achter elkaar plaatsen
o Parametrisatie: afstemmen van kracht, snelheid en
afstand op taaksituatie
o Spierinitatie: hoeveel motorunits er worden
aangestuurd
o Perifere zenuwtransmissie: ruggenmerg naar efferente zenuwen  motorische eindplaat
 spiervezels
 Output
Waar ligt de nadruk op: motorische programma’s, parametrisatie of spierinitatie

Leerstadia Fitts & Posner:
- Cognitief
 nadenken over wat je doet: aanleren van de vaardigheid
- Associatief
 Om leren gaan met varriatie tijdens de vaardigheid
- Autonoom
 Vaardigheid wordt beheerst in alle omstandigheden
Spieranalyse:

vertical jump:
o Fases:
- Voorbereidende fase
- Afzetfase
- Landingsfase
o spieren:
- M. Triceps surae
- M. Quadriceps
- M. Glutae maximus