De Geo 3 VWO H3 Chili: het land waar de aarde ophoudt
§ 3.1 Chili beeft
Zware bevingen
►In 1960 was er een zware aardbeving met een kracht van 9.5 op de schaal van
Richter. Het epicentrum lag ondiep. Seismologen konden niet geloven wat hun
apparatuur registreerde. De meeste slachtoffers vielen bij de tsunami die als gevolg van
de beving ontstond. Het precieze aantal kon niet worden vastgesteld, omdat er geen
betrouwbaar bevolkingsregister was.
● De laatste grote aardbeving in Chili was in februari 2010 in het zuiden van Chili. Na
een aardbeving vindt altijd een serie van naschokken plaats. Ze zijn het gevolg van het
ontladen van de spanning op andere plekken langs de breuk.
Wegduiken
► In Chili botst (convergentie) de Nazcaplaat met de Zuid-Amerikaanse plaat. Hierbij
duikt de oceanische plaat weg onder de continentale plaat. Dit wegduiken heet
subductie.
Op het raakvlak van de platen is veel wrijving. De onderduikende plaat trekt de
bovenliggende plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat er grote spanning tussen de
platen. Deze ontlaadt zich door een aardbeving.
● Er zijn drie soorten breuken:
- een zijschuivende breuk of horizontale verschuiving
- een opschuivingsbreuk: de aardkorst wordt naar boven geduwd
- een afschuivingsbreuk: een blok zakt langs het schuine breukvlak naar beneden
Seismisch gat
►Na zo’n beving bouwt de spanning langzaam weer op. Een gebied waar al lang geen
zware aardbeving is voorgekomen, noem je een seismisch gat.
Het Andesgebergte
► Het Andesgebergte is ontstaan doordat de wegduikende Nazcaplaat smelt onder de
Zuid-Amerikaanse plaat. Magma stijgt op en vormt een reeks van vulkanen. Door de
druk van het opstijgende magma worden de gesteentelagen geplooid. Op die manier
ontstaat een plooiingsgebergte.
● Breukgebergten vind je vaak bij afschuivingsbreuken. Het hogere deel heet een
horst, het lagere deel een slenk.
● Doordat de oceaanbodem wordt gedwongen naar beneden te buigen, is aan de
westkust van Chili een trog ontstaan.
§ 3.2 Chili brandt
Ontstaan van vulkanen
► De vulkanen van Chili zijn net als de aardbevingen en het Andesgebergte het gevolg
van de subductie. De Nazcaplaat is zwaarder, want deze bestaat uit basalt. Dit is een
stollingsgesteente dat snel afkoelt. Graniet, waaruit de Zuid-Amerikaanse plaat
bestaat, koelt langzamer af. Daarom duikt de Nazcaplaat weg en zinkt hij in de
aardmantel.
§ 3.1 Chili beeft
Zware bevingen
►In 1960 was er een zware aardbeving met een kracht van 9.5 op de schaal van
Richter. Het epicentrum lag ondiep. Seismologen konden niet geloven wat hun
apparatuur registreerde. De meeste slachtoffers vielen bij de tsunami die als gevolg van
de beving ontstond. Het precieze aantal kon niet worden vastgesteld, omdat er geen
betrouwbaar bevolkingsregister was.
● De laatste grote aardbeving in Chili was in februari 2010 in het zuiden van Chili. Na
een aardbeving vindt altijd een serie van naschokken plaats. Ze zijn het gevolg van het
ontladen van de spanning op andere plekken langs de breuk.
Wegduiken
► In Chili botst (convergentie) de Nazcaplaat met de Zuid-Amerikaanse plaat. Hierbij
duikt de oceanische plaat weg onder de continentale plaat. Dit wegduiken heet
subductie.
Op het raakvlak van de platen is veel wrijving. De onderduikende plaat trekt de
bovenliggende plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat er grote spanning tussen de
platen. Deze ontlaadt zich door een aardbeving.
● Er zijn drie soorten breuken:
- een zijschuivende breuk of horizontale verschuiving
- een opschuivingsbreuk: de aardkorst wordt naar boven geduwd
- een afschuivingsbreuk: een blok zakt langs het schuine breukvlak naar beneden
Seismisch gat
►Na zo’n beving bouwt de spanning langzaam weer op. Een gebied waar al lang geen
zware aardbeving is voorgekomen, noem je een seismisch gat.
Het Andesgebergte
► Het Andesgebergte is ontstaan doordat de wegduikende Nazcaplaat smelt onder de
Zuid-Amerikaanse plaat. Magma stijgt op en vormt een reeks van vulkanen. Door de
druk van het opstijgende magma worden de gesteentelagen geplooid. Op die manier
ontstaat een plooiingsgebergte.
● Breukgebergten vind je vaak bij afschuivingsbreuken. Het hogere deel heet een
horst, het lagere deel een slenk.
● Doordat de oceaanbodem wordt gedwongen naar beneden te buigen, is aan de
westkust van Chili een trog ontstaan.
§ 3.2 Chili brandt
Ontstaan van vulkanen
► De vulkanen van Chili zijn net als de aardbevingen en het Andesgebergte het gevolg
van de subductie. De Nazcaplaat is zwaarder, want deze bestaat uit basalt. Dit is een
stollingsgesteente dat snel afkoelt. Graniet, waaruit de Zuid-Amerikaanse plaat
bestaat, koelt langzamer af. Daarom duikt de Nazcaplaat weg en zinkt hij in de
aardmantel.