Binnen de bebouwde kom:
- Bromfietsers op het fiets/bromfietspad niet sneller dan 30 km.
- op de rijbaan 45 km.
Buiten de bebouwde kom:
- Bromfietser op het fiets/bromfietspad niet sneller dan 40 km.
- Op de rijbaan 45 km.
Erven:
- 15 km.
Zoveel mogelijk rechts rijden.
3.2 Plaats op de weg.
Fietspaden:
- Fiets-bromfietspad; bromfietsers moeten hier gebruik van
maken.
- Verplicht fietspad; bromfietsers mogen hier geen gebruik van
maken. Snorfietsers wel.
- Onverplichte fietspad; bromfietsers mogen hier helmaal
geen gebruik van maken. Snorfietsers alleen met de motor uit.
De fietsstrook:
1. 2. 3.
1. Doorgetrokken streep: mag je niet overheen.
2. Onderbroken streep: alleen de strook berijden als je niet fietsers,
snorfietsers en bestuurders niet hindert.
3. Suggestiestrook: mag je gebruiken bijvoorbeeld voor voorsorteren.
Volgafstand:
- de vuistregel is de helft van de snelheid.
, 3.4 Van richting veranderen.
Als je van richting wilt veranderen dan moet je driehandelingen in
volgorde uitvoeren, namelijk:
- kijken
- richting aangeven
- voorsorteren
Kijken:
- Al je naar rechts gaat, over je rechter schouder kijken.
- Als je naar links gaat, eerst voor je kijken, links opzij kijken.
Richting aangeven: met je arm of richtingaanwijzer
Voorsorteren: bij rechts afslaan bocht klein houden. Mag geen gebruik
maken van een fietsstrook met een doorgetrokken streep. Maar je mag
wel met voorsorteren gebruik maken van een onderbroken streep en een
suggestiesstrook.
3.5 Inhalen en ingehaald worden.
- Inhalen moet links.
Als je inhaalt, moet je met een aantal dingen rekening houden:
- de vrije ruimte achter en naast het in te halen voertuig;
- het verkeer achter de bromfiets (kijkgedrag);
- het eventuele tegemoetkomende verkeer;
- het naderen van een voetgangersoversteekplaats;
- je moet een teken geven met je arm of de richtingaanwijzer.
Gewenst gedrag:
- goed vooruit kijken;
- goed naast en achter je kijken;
- let goed op of je andere weggebruikers niet hindert;
- links inhalen;
- tussenruimte minimaal één meter naast het in te halen voertuig;
- noot inhalen vlak voor een onoverzichtelijke punt;
- nooit inhalen vlak bij of op een voetgangersoversteekplaats;
- rechts inhalen indien een auto linksaf gaat.