ETHICS IN CARE AND EDUCATION
INHOUD
Lecture 1 – Introduction into Ethics .................................................................................................3
An Introduction to Moral Philosophy - Wolff Chapter 1 – Moral Philosophy and Moral Reasoning .......3
Chapter 6 – Religion and Natural Law (P. 124 – 140) ........................................................................7
Chapter 9 – Utilitarianism: Bentham and Mill ..................................................................................9
Chapter 10 – Challenges for Utilitarianism .................................................................................... 11
Lecture 1 – Moral reasoning and Utilitarianism ............................................................................. 13
ADHD: A Critical Update for Educational Professionals (Te meerman et. al.) ................................... 13
Lecture 2 – Deontology .................................................................................................................. 14
Chapter 3 – Cultural Relativism .................................................................................................... 14
Chapter 5 – Free will and Moral responsibility ............................................................................... 16
Chapter 11 – Deontology: Kant ..................................................................................................... 18
Chapter 12 – Challenges for Kantian Ethics ................................................................................... 20
Lecture 3 – Virtue Ethics ................................................................................................................ 22
Chapter 13 – Virtue ethics: Aristotle ............................................................................................. 22
Chapter 14 – Challenges for Virtue Ethics ..................................................................................... 23
Lecture 4 - Ethics of Care & Feminist theories ............................................................................... 25
Chapter 7 – Egoism ..................................................................................................................... 25
Chapter 15 – The Ethics of Gender ............................................................................................... 27
Seminars Ethics of Education 5 – Shadow Education and Discussion of Assignment .................... 29
Educational Goods and the Ethical Dimensions of Educational Policy /Practice (Curren, 2020) ....... 29
On Extending the Educational Goods Framework (Thompson, 2020.) ............................................. 30
Aanvullende Hoorcolleges 5 – Beroepsnormen ............................................................................. 31
Beroepscode van de Nederlandse Vereniging Pedagogen en Onderwijskundigen ........................... 31
Basismodel Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling .................................................... 34
Afwegingskader. Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling ............................................. 36
Afwegingskader Meldcode Onderwijs en Leerplicht/ RWC ............................................................. 37
Handleiding Kindcheck ............................................................................................................... 39
Seminars Ethics of Education 6 - Educational values & goods ....................................................... 41
Educational Goods and Values: A Framework for Decision-Makers (Brighouse, 2020.) .................... 41
Aanvullende Hoorcolleges 6 – Armoede, Immigratie en Ethiek ...................................................... 43
An Introduction to Moral Philosophy – Wolff Chapter 8 – The Social Contract .................................. 43
Chapter 17 (pp. 396 – 408) – Moral Philosophy in Practice: Hunger and Health................................ 44
Forced Return of Embedded Asylum-Seeking Families with Children to Armenia from a Children’s
Rights Perspective (Zijlstra, et al., 2022) ....................................................................................... 46
, 2
Hoorcolleges ................................................................................................................................ 48
Week 1 ....................................................................................................................................... 48
Week 2 ....................................................................................................................................... 53
Week 3 ....................................................................................................................................... 62
Week 4 ....................................................................................................................................... 69
Week 6 ....................................................................................................................................... 75
Responsiecollege ....................................................................................................................... 81
, 3
LECTURE 1 – INTRODUCTION INTO ETHICS
AN INTRODUCTION TO MORAL PHILOSOPH Y - WOLFF
CHAPTER 1 – MORAL PHILOSOPHY AND MORAL REASONING
THE POINT OF MORAL PHILOSOPHY
Morele Filosofie: is breed genomen de benaming voor het denken en reflecteren over moraliteit.
THE NATURE OF MORAL PHILOSOPHY
Etiquette: sociale regels met betrekking tot gedragswijzen die in sommige opzichten vergelijkbaar
functioneren met moraliteit, maar waarvan normaal gesproken niet wordt aangenomen dat ze
volledige morele kracht hebben, ook al worden ze vaak serieus genomen.
Supererogation: meer doen dan moreel vereist is.
Objectivity: in de morele filosofie, het idee dat niet alleen dat morele waarden universeel zijn, maar
ook dat ze feiten over de wereld weerspiegelen die niet afhankelijk zijn van subjectieve menselijke
beslissingen, praktijken en meningen en di eten alle tijden voor alle mensen geldig zijn.
META-ETHICS
Meta-ethics: de studie van de aard van morele waarde en onze kennis ervan.
Voor velen begint hun eerste meta-discussie vroeg in het leven en kan het er als volgt uitzien:
‘’Wees aardig voor je zus.’’ → ‘’Wie zegt dat ik dat moet doen?’’
NORMATIVE ETHICS
Normative Ethics: de studie van wat moraliteit van mensen verlangt.
APPLIED ETHICS
Applied Ethics: de verkenning van een morele kwestie, zoals de toelaatbaarheid van abortus, door
middel van filosofisch redeneren.
SNEL OVERZICHT (META-ETHIC, NORMATIVE ETHICS AND APPLIED ETHICS)
Meta-ethics stelt vragen over de aard en het bestaan van waarde en onze kennis ervan. Voorbeelden
van meta-ethische vragen zijn onder andere:
• Zijn waarden objectief? Hoe weten we welke dingen of handelingen goed zijn?
Normative-ethics stelt vragen over wat we zouden moeten doen en hoe we zouden moeten leven:
• Is er een reeks morele principes die ik zou moeten volgen of misschien een andere
beslissingsprocedure om goed van kwaad te onderscheiden?
Applied ethics stelt vragen over specifieke morele problemen:
• Is abortus of terrorisme toegestaan? Was het juist om de atoombom te gebruiken in de
Tweede Wereldoorlog?
, 4
Normative theories worden vaak gebruikt om deze vragen te beantwoorden, hoewel verschillende
normatieve theorieën verschillende antwoorden kunnen geven.
MORAL REASONING
FORMAL LOGIC: VALIDITY, SOUNDNESS, EQUIVOCATION, CIRCULARITY
Argument: de toepassing van redeneerprincipes om één bewering te bewijzen of te ondersteunen op
basis van andere beweringen.
Deduction: een logische redenering waarin een conclusie wordt afgeleid uit een of meer premissen
door middel van strikte logische regels. Een geldige deductie uit ware premissen moet een ware
conclusie opleveren.
Premise: het startpunt van een argument, waaruit een conclusie wordt afgeleid door middel van
logische regels
Conclusion: het eindpunt van een argument, dat, als het argument logisch geldig is, zal worden
afgeleid uit een of meer premissen door middel van logische regels.
Syllogism: een logische redenering waarin een conclusie wordt afgeleid uit twee of meer premissen.
Voorbeeld (Argument 1):
• Premisse 1: ‘’Socrates is een mens.’’
• Premisse 2: ‘’Alle mensen zijn sterfelijk.’’, daarom;
• Conclusie: ‘’Socrates is sterfelijk.’’
Logical Validity: een argument waarin, als de premissen waar zijn, de conclusie ook waar moet zijn
en dus logisch geldig is. In een logische geldige redenering spreekt de ontkenning van de conclusie de
premissen tegen; dit is hoe de logische geldigheid van een redenering kan worden getoetst.
Contradiction: twee (of meer) beweringen die, puur om logische redenen, niet allemaal waar kunnen
zijn.
Logical Necessity: als een conclusie geldig wordt afgeleid uit een of meer premissen, dan volgt de
conclusie door noodzakelijkheid.
Voorbeeld (Argument 2):
Invalide argument
• Premisse 1: ‘’Socrates is sterfelijk.’’
• Premisse 2: ‘’Alle mensen zijn sterfelijk’’., daarom;
• Conclusie: ‘’Socrates is een mens.’’
Voorbeeld (Argument 3):
Logisch Valide Argument
• Premisse 1: ‘’Socrates is een kat.’’
• Premisse 2: ‘’Alle katten hebben tien poten.’’, daarom;
• Conclusie: ‘’Socrates heeft tien poten.’’
INHOUD
Lecture 1 – Introduction into Ethics .................................................................................................3
An Introduction to Moral Philosophy - Wolff Chapter 1 – Moral Philosophy and Moral Reasoning .......3
Chapter 6 – Religion and Natural Law (P. 124 – 140) ........................................................................7
Chapter 9 – Utilitarianism: Bentham and Mill ..................................................................................9
Chapter 10 – Challenges for Utilitarianism .................................................................................... 11
Lecture 1 – Moral reasoning and Utilitarianism ............................................................................. 13
ADHD: A Critical Update for Educational Professionals (Te meerman et. al.) ................................... 13
Lecture 2 – Deontology .................................................................................................................. 14
Chapter 3 – Cultural Relativism .................................................................................................... 14
Chapter 5 – Free will and Moral responsibility ............................................................................... 16
Chapter 11 – Deontology: Kant ..................................................................................................... 18
Chapter 12 – Challenges for Kantian Ethics ................................................................................... 20
Lecture 3 – Virtue Ethics ................................................................................................................ 22
Chapter 13 – Virtue ethics: Aristotle ............................................................................................. 22
Chapter 14 – Challenges for Virtue Ethics ..................................................................................... 23
Lecture 4 - Ethics of Care & Feminist theories ............................................................................... 25
Chapter 7 – Egoism ..................................................................................................................... 25
Chapter 15 – The Ethics of Gender ............................................................................................... 27
Seminars Ethics of Education 5 – Shadow Education and Discussion of Assignment .................... 29
Educational Goods and the Ethical Dimensions of Educational Policy /Practice (Curren, 2020) ....... 29
On Extending the Educational Goods Framework (Thompson, 2020.) ............................................. 30
Aanvullende Hoorcolleges 5 – Beroepsnormen ............................................................................. 31
Beroepscode van de Nederlandse Vereniging Pedagogen en Onderwijskundigen ........................... 31
Basismodel Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling .................................................... 34
Afwegingskader. Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling ............................................. 36
Afwegingskader Meldcode Onderwijs en Leerplicht/ RWC ............................................................. 37
Handleiding Kindcheck ............................................................................................................... 39
Seminars Ethics of Education 6 - Educational values & goods ....................................................... 41
Educational Goods and Values: A Framework for Decision-Makers (Brighouse, 2020.) .................... 41
Aanvullende Hoorcolleges 6 – Armoede, Immigratie en Ethiek ...................................................... 43
An Introduction to Moral Philosophy – Wolff Chapter 8 – The Social Contract .................................. 43
Chapter 17 (pp. 396 – 408) – Moral Philosophy in Practice: Hunger and Health................................ 44
Forced Return of Embedded Asylum-Seeking Families with Children to Armenia from a Children’s
Rights Perspective (Zijlstra, et al., 2022) ....................................................................................... 46
, 2
Hoorcolleges ................................................................................................................................ 48
Week 1 ....................................................................................................................................... 48
Week 2 ....................................................................................................................................... 53
Week 3 ....................................................................................................................................... 62
Week 4 ....................................................................................................................................... 69
Week 6 ....................................................................................................................................... 75
Responsiecollege ....................................................................................................................... 81
, 3
LECTURE 1 – INTRODUCTION INTO ETHICS
AN INTRODUCTION TO MORAL PHILOSOPH Y - WOLFF
CHAPTER 1 – MORAL PHILOSOPHY AND MORAL REASONING
THE POINT OF MORAL PHILOSOPHY
Morele Filosofie: is breed genomen de benaming voor het denken en reflecteren over moraliteit.
THE NATURE OF MORAL PHILOSOPHY
Etiquette: sociale regels met betrekking tot gedragswijzen die in sommige opzichten vergelijkbaar
functioneren met moraliteit, maar waarvan normaal gesproken niet wordt aangenomen dat ze
volledige morele kracht hebben, ook al worden ze vaak serieus genomen.
Supererogation: meer doen dan moreel vereist is.
Objectivity: in de morele filosofie, het idee dat niet alleen dat morele waarden universeel zijn, maar
ook dat ze feiten over de wereld weerspiegelen die niet afhankelijk zijn van subjectieve menselijke
beslissingen, praktijken en meningen en di eten alle tijden voor alle mensen geldig zijn.
META-ETHICS
Meta-ethics: de studie van de aard van morele waarde en onze kennis ervan.
Voor velen begint hun eerste meta-discussie vroeg in het leven en kan het er als volgt uitzien:
‘’Wees aardig voor je zus.’’ → ‘’Wie zegt dat ik dat moet doen?’’
NORMATIVE ETHICS
Normative Ethics: de studie van wat moraliteit van mensen verlangt.
APPLIED ETHICS
Applied Ethics: de verkenning van een morele kwestie, zoals de toelaatbaarheid van abortus, door
middel van filosofisch redeneren.
SNEL OVERZICHT (META-ETHIC, NORMATIVE ETHICS AND APPLIED ETHICS)
Meta-ethics stelt vragen over de aard en het bestaan van waarde en onze kennis ervan. Voorbeelden
van meta-ethische vragen zijn onder andere:
• Zijn waarden objectief? Hoe weten we welke dingen of handelingen goed zijn?
Normative-ethics stelt vragen over wat we zouden moeten doen en hoe we zouden moeten leven:
• Is er een reeks morele principes die ik zou moeten volgen of misschien een andere
beslissingsprocedure om goed van kwaad te onderscheiden?
Applied ethics stelt vragen over specifieke morele problemen:
• Is abortus of terrorisme toegestaan? Was het juist om de atoombom te gebruiken in de
Tweede Wereldoorlog?
, 4
Normative theories worden vaak gebruikt om deze vragen te beantwoorden, hoewel verschillende
normatieve theorieën verschillende antwoorden kunnen geven.
MORAL REASONING
FORMAL LOGIC: VALIDITY, SOUNDNESS, EQUIVOCATION, CIRCULARITY
Argument: de toepassing van redeneerprincipes om één bewering te bewijzen of te ondersteunen op
basis van andere beweringen.
Deduction: een logische redenering waarin een conclusie wordt afgeleid uit een of meer premissen
door middel van strikte logische regels. Een geldige deductie uit ware premissen moet een ware
conclusie opleveren.
Premise: het startpunt van een argument, waaruit een conclusie wordt afgeleid door middel van
logische regels
Conclusion: het eindpunt van een argument, dat, als het argument logisch geldig is, zal worden
afgeleid uit een of meer premissen door middel van logische regels.
Syllogism: een logische redenering waarin een conclusie wordt afgeleid uit twee of meer premissen.
Voorbeeld (Argument 1):
• Premisse 1: ‘’Socrates is een mens.’’
• Premisse 2: ‘’Alle mensen zijn sterfelijk.’’, daarom;
• Conclusie: ‘’Socrates is sterfelijk.’’
Logical Validity: een argument waarin, als de premissen waar zijn, de conclusie ook waar moet zijn
en dus logisch geldig is. In een logische geldige redenering spreekt de ontkenning van de conclusie de
premissen tegen; dit is hoe de logische geldigheid van een redenering kan worden getoetst.
Contradiction: twee (of meer) beweringen die, puur om logische redenen, niet allemaal waar kunnen
zijn.
Logical Necessity: als een conclusie geldig wordt afgeleid uit een of meer premissen, dan volgt de
conclusie door noodzakelijkheid.
Voorbeeld (Argument 2):
Invalide argument
• Premisse 1: ‘’Socrates is sterfelijk.’’
• Premisse 2: ‘’Alle mensen zijn sterfelijk’’., daarom;
• Conclusie: ‘’Socrates is een mens.’’
Voorbeeld (Argument 3):
Logisch Valide Argument
• Premisse 1: ‘’Socrates is een kat.’’
• Premisse 2: ‘’Alle katten hebben tien poten.’’, daarom;
• Conclusie: ‘’Socrates heeft tien poten.’’