Strooistralenrooster
Door compton verdwijnt een deel van je contrast (grauwe sluier)
Streepjes in rooster zijn lamellen
A= goed
B= recht op een lamel dus slecht
C= ketst af in lichaam en wordt weggevangen door lamel
D= ketst af of lamel en komt alsnog op de detector
Bouw van strooistralenrooster
Ratio = h/a
H = hoogte van lamel
A = ruimte tussen lamellen
Een hogere ratio houdt meer straling tegen
Selectiviteit is de verhouding van primaire transmissie / secundaire transmissie
,Rooster werkt maar goed in 1 richting
Rooster factor = R= mAs+ / mAs-
Rooster doet dus alleen iets met de mAs
3 varianten strooistralenroosters
- Ongericht rooster (nadeel = divergerende bundel)
- Gericht rooster (nadeel = bepaalde fd afstand)
- Kruisrooster 2 richtingen als goed contrast erg belangrijk is (nadeel = veel intensiteit)
Gebruikersfouten:
Gericht rooster verkeerd om geplaatst symetrisch vignet-effect
Afstand tot detector verkeerd symetrich vignet effect
Niet goed centreren tot rooster egale onderbelichting
Rooster niet loodrecht op bundel egale onderbelichting
Combinatie van fouten asymetrisch vignet effect
, De bucky-kamer (2)
De AEC
Het doel van de AEC is dat de dosis van de uitredende bundel gelijk blijft. De detector heeft altijd
ongeveer dezelfde intensiteit nodig.
Rooster belichtingsautomaat detector
De aec is onafhankelijk van:
- Dikte / samenstelling object
- Focus- detector afstand
- Beeldvormend systeem (detector)
- Strooistralen rooster (zit voor de aec)
- Generator / buisfilter
Meet circuit, referentie circuit spanningsregelaar / potentiaal regelaar
Vergelijkingscircuit
Generator
Potentiaalregelaar dikke poppetje detector,
licht/donker, strooistralen
In het meetcircuit zit een ionisatiekamer
De ionisatiekamer kun je niet zien op een x- foto
Fotocel en halfgeleider zit achter de detector
Gebruikersfouten AEC (automatic exposure control)
- Zorgen dat de gekozen meetcellen binnen de
klikstanden zitten (centrering)
- Juiste velden gebruiken voor het gekozen onderzoek
- Niet het hele meetveld gebruiken (loodafdekking op meetveld)( niet te sterk diafragmeren)
- Pas op met inschieten ( object van interesse valt niet “boven” het meetveld) ( bundel valt
gedeeltelijk primair op de detector)
Op de wand detector zitten 5 meetcellen op de tafel zitten er 3
Letterplaatsing:
AP = lateraal proximaal
PA = lateraal proximaal (letter in spiegelbeeld)
Lateraal = ventraal distaal
Schuin/ oblique = ventraal-distaal bij extremiteiten
Hand/ pols/ voetDV = distaal vijfde straal (kleine teen/ pink)
Lateraal hand/pols/voet = ventraal-palmair/proximaal voor pols en hand, voor de voet is er meer
ruimte aan de dorsale kant
Schuine opname hand/pols/voet = gebruikelijk is om de letter distaal en de vijfde straal te plaatsen