4-1-2021 OneNote
Hoofdstuk 3
zondag 3 januari 2021 20:42
3.1 Formules op de grafische rekenmachine
Plotten en schetsen
Een grafiek plotten
Na het invoeren van de formule op de GR kies je een geschikt venster. Dat betekent
dat je het scherm zo moet kiezen dat alle bijzonderheden van de grafiek op het
scherm te zien zijn.
Een grafiek schetsen
Om een schets te maken plot je eerst de grafiek. Bij het schetsen gaat het vooral om
de vorm van de grafiek en de ligging ten opzicht van de assen. Vergeet niet de juiste
letters bij de assen te zetten.
Een grafiek tekenen
Een tekening van een grafiek moet nauwkeurig zijn. Hierbij horen getallen bij de
assen. Gebruik je GR om een tabel te maken. Teken de punten die uit de tabel volgen
in het assenstelsel. Teken door deze punten de grafiek.
Toppen en snijpunten
Bij grafieken van kwadratische formules komen toppen voor. Heb je te maken met
twee of meer grafieken in één figuur dan kunnen er snijpunten van de grafieken zijn.
Met de GR kan je eenvoudig de coördinaten van toppen, snijpunten, nulpunten,
snijpunt y-as, e.d. opsporen.
Gebruik je de GR bij het oplossen van een probleem dan mag je niet volstaan met
alleen een antwoord.
Hoe schrijf je bij gebruik van de GR de uitwerking op?
• Noteer de formules die je invoert, dus schrijf op Y1=... en Y2=...
• Noteer de optie(s) die je gebruikt en geef het resultaat.
• Beantwoord de gestelde vraag.
3.2 Omgaan met tabellen
Tabellen maken
In een tabel kun je cijfermateriaal overzichtelijk presenteren. Bij een tabel moet je
goed kijken naar het opschrift, de betekenis van de kolommen en naar de toelichting
van moeilijke begrippen.
Tabellen met onderzoeksresultaten
Tabellen zijn vaak het resultaat van een onderzoek dat naar aanleiding van een
vraagstelling is uitgevoerd. Bestudering van de tabel kan weer aanleiding zijn tot
verder onderzoek.
https://eslooonderwijsgroep-my.sharepoint.com/personal/ll017813_leerlingml_nl/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc={25747049-35b1-4710-9872-e2e83… 1/5
, 4-1-2021 OneNote
Door verschillende kolommen in een tabel te combineren kun je vaak nog heel wat
extra informatie krijgen.
Tabellen met een voorschrift
Tabellen met tarieven zijn voorbeelden van tabellen waarvan de inhoud van te voren
is afgesproken. Door een tabel te bestuderen is soms een gunstig tarief te vinden.
Interpoleren en extrapoleren
Gegeven het aantal inwoners (in miljoenen) in verschillende jaren:
1. Hoeveel inwoners waren er in 1985?
2. Hoeveel inwoners zijn er in 2001?
Antwoorden:
Van 1980 tot 1990 neemt het aantal inwoners toe met 7,8-6,7=1,1 miljoen. Dat is
gelijk aan 0,11 miljoen per jaar.
1. In 1985 waren er naar schatting 6,7+5·0,11=7,25 miljoen inwoners.
Van 1990 tot 1995 neemt het aantal inwoners toe met 8,4-7,8=0,6. Dat is gelijk aan
0,12 per jaar.
2. In 2001 zullen er naar schatting 8,4+6·0,12=9,12 miljoen inwoners zijn.
3.3 Rekenen met procenten
Procentberekeningen
Bij het vergelijken van gegevens krijg je vaak te maken met vragen als:
• In welke periode is de toename het grootst?
• Wat is het sterkst toegenomen?
Je maak daarbij onderscheid tussen absolute en relatieve veranderingen. Bij absolute
veranderingen gaat het om de aantallen en afspraken.
• Geef NIEUW en OUD in dezelfde nauwkeurigheid.
• Geef kleinere geldbedragen in centen nauwkeurig.
• Geef procenten in één decimaal nauwkeurig. Tenzij er iets anders gevraag
wordt...
Let wel, dit zijn slechts vuistregels die je niet klakkeloos moet toepassen. Ga altijd na
of de nauwkeurigheid van je antwoord past het gegeven probleem.
De constante factor
Als je elke keer met dezelfde factor moet vermenigvuldigen dan is het handig om de
constante factor van je GR te gebruiken.
Voorbeeld:
Niels zet op 1 januari 2015 een bedrag van €530,- op een spaarrekening tegen een
vast rente van 1,4% per jaar.
https://eslooonderwijsgroep-my.sharepoint.com/personal/ll017813_leerlingml_nl/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc={25747049-35b1-4710-9872-e2e83… 2/5
Hoofdstuk 3
zondag 3 januari 2021 20:42
3.1 Formules op de grafische rekenmachine
Plotten en schetsen
Een grafiek plotten
Na het invoeren van de formule op de GR kies je een geschikt venster. Dat betekent
dat je het scherm zo moet kiezen dat alle bijzonderheden van de grafiek op het
scherm te zien zijn.
Een grafiek schetsen
Om een schets te maken plot je eerst de grafiek. Bij het schetsen gaat het vooral om
de vorm van de grafiek en de ligging ten opzicht van de assen. Vergeet niet de juiste
letters bij de assen te zetten.
Een grafiek tekenen
Een tekening van een grafiek moet nauwkeurig zijn. Hierbij horen getallen bij de
assen. Gebruik je GR om een tabel te maken. Teken de punten die uit de tabel volgen
in het assenstelsel. Teken door deze punten de grafiek.
Toppen en snijpunten
Bij grafieken van kwadratische formules komen toppen voor. Heb je te maken met
twee of meer grafieken in één figuur dan kunnen er snijpunten van de grafieken zijn.
Met de GR kan je eenvoudig de coördinaten van toppen, snijpunten, nulpunten,
snijpunt y-as, e.d. opsporen.
Gebruik je de GR bij het oplossen van een probleem dan mag je niet volstaan met
alleen een antwoord.
Hoe schrijf je bij gebruik van de GR de uitwerking op?
• Noteer de formules die je invoert, dus schrijf op Y1=... en Y2=...
• Noteer de optie(s) die je gebruikt en geef het resultaat.
• Beantwoord de gestelde vraag.
3.2 Omgaan met tabellen
Tabellen maken
In een tabel kun je cijfermateriaal overzichtelijk presenteren. Bij een tabel moet je
goed kijken naar het opschrift, de betekenis van de kolommen en naar de toelichting
van moeilijke begrippen.
Tabellen met onderzoeksresultaten
Tabellen zijn vaak het resultaat van een onderzoek dat naar aanleiding van een
vraagstelling is uitgevoerd. Bestudering van de tabel kan weer aanleiding zijn tot
verder onderzoek.
https://eslooonderwijsgroep-my.sharepoint.com/personal/ll017813_leerlingml_nl/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc={25747049-35b1-4710-9872-e2e83… 1/5
, 4-1-2021 OneNote
Door verschillende kolommen in een tabel te combineren kun je vaak nog heel wat
extra informatie krijgen.
Tabellen met een voorschrift
Tabellen met tarieven zijn voorbeelden van tabellen waarvan de inhoud van te voren
is afgesproken. Door een tabel te bestuderen is soms een gunstig tarief te vinden.
Interpoleren en extrapoleren
Gegeven het aantal inwoners (in miljoenen) in verschillende jaren:
1. Hoeveel inwoners waren er in 1985?
2. Hoeveel inwoners zijn er in 2001?
Antwoorden:
Van 1980 tot 1990 neemt het aantal inwoners toe met 7,8-6,7=1,1 miljoen. Dat is
gelijk aan 0,11 miljoen per jaar.
1. In 1985 waren er naar schatting 6,7+5·0,11=7,25 miljoen inwoners.
Van 1990 tot 1995 neemt het aantal inwoners toe met 8,4-7,8=0,6. Dat is gelijk aan
0,12 per jaar.
2. In 2001 zullen er naar schatting 8,4+6·0,12=9,12 miljoen inwoners zijn.
3.3 Rekenen met procenten
Procentberekeningen
Bij het vergelijken van gegevens krijg je vaak te maken met vragen als:
• In welke periode is de toename het grootst?
• Wat is het sterkst toegenomen?
Je maak daarbij onderscheid tussen absolute en relatieve veranderingen. Bij absolute
veranderingen gaat het om de aantallen en afspraken.
• Geef NIEUW en OUD in dezelfde nauwkeurigheid.
• Geef kleinere geldbedragen in centen nauwkeurig.
• Geef procenten in één decimaal nauwkeurig. Tenzij er iets anders gevraag
wordt...
Let wel, dit zijn slechts vuistregels die je niet klakkeloos moet toepassen. Ga altijd na
of de nauwkeurigheid van je antwoord past het gegeven probleem.
De constante factor
Als je elke keer met dezelfde factor moet vermenigvuldigen dan is het handig om de
constante factor van je GR te gebruiken.
Voorbeeld:
Niels zet op 1 januari 2015 een bedrag van €530,- op een spaarrekening tegen een
vast rente van 1,4% per jaar.
https://eslooonderwijsgroep-my.sharepoint.com/personal/ll017813_leerlingml_nl/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc={25747049-35b1-4710-9872-e2e83… 2/5