Economie hf 3 samenvatting
Economie integraal vwo 4
3.1, kosten en omzet
● Een onderneming tussen inkoopmarkten en verkoopmarkten
Het verschil tussen de opbrengst en de kosten vormt de winst of verlies van een onderneming.
● Kosten en productieomvang
Er zijn verschillende kosten:
➔ Vaste/ constante kosten dit zijn ook wel capaciteitskosten
Vaste of constante kosten zijn kosten waarvan het totaal in een bepaalde periode
onafhankelijk is van de productieomvang.
➔ Variabele kosten
Variabele kosten zijn kosten die op korte termijn afhangen van de geproduceerde en
afgezette hoeveelheid.
Door: Ilse Keuning Blz. 1
, ● Het verloop van de totale variabele kosten (tvk)
Proportioneel:
Proportioneel of ook wel recht evenredig verloop. Dit houdt in dat de variabele kosten per
geproduceerde eenheid constant zijn.
Degressief:
Een degressief verloop kan ontstaan wanneer bij de inkoop van grotere hoeveelheid een korting
op de inkoopprijs wordt verkregen.
Progressief:
Een progressief verloop kan ontstaan als de productie met veel extra kosten kan worden
uitgebreid.
● Totale kosten
De totale kosten kun je bereken door de totale constante kosten (TCK) en de totale variabele
kosten (TVK) bij elkaar op te tellen.
TK = TCK + TVK
● Gemiddelde kosten
Gemiddelde kosten vind je door de totale kosten (TK) te delen door de productie.
GTK = TK (TVK + TCK) : q
Door: Ilse Keuning Blz. 2