100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Privaatrecht voor vastgoed - Minor makelaardij

Beoordeling
5,0
(1)
Verkocht
5
Pagina's
31
Geüpload op
10-10-2025
Geschreven in
2025/2026

Leermaterialen ->Telders, N.B.F., Vogel, J.J. en Wildenborg, F.A. – Privaatrecht voor Vastgoed, theorieboek (5e druk of recenter). Hengelo, Nederland: Academic Store (of recenter) -> Facultatief: Telders, N.B.F., Kinderman, J.A. – Privaatrecht voor Vastgoed, werkboek (5e druk). Hengelo, Nederland: Academic Store (of recenter) -> Wettenbundel: wetgeving Makelaardij, Taxatie en Vastgoed Editie SDU Uitgevers.

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
10 oktober 2025
Aantal pagina's
31
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

College 1 Juridische Aspecten
Waar vind je het recht?
In rechtsbronnen kun je terugvinden welke regels er op dit moment gelden = het positieve recht. Dit zijn bronnen die voor iedereen
gelden. Dit zijn dus geen overeenkomsten tussen bepaalde personen.

De 4 belangrijkste rechtsbronnen:
De wet -> een wet is pas een wet als het woord ‘wet’ erin staan.

Wetgevers:
Centraal: regering + staten generaal -> wetten
Decentraal: provincie en gemeente (gemeenteraad) -> verordeningen

Wat te doen bij strijd:
 Hogere regels gaan boven lagere regels
 Jongere (nieuwe) regels gaan boven oudere regels
 Bijzondere regels gaan boven algemene regels.

Wet in formele zin: tot stond gekomen door de nationale
wetgever (regering en Staten-Generaal). Zijn voor iedereen. ->
komt de wet tot stand door de regering en Staten-Generaal?
Wet in materiële zin: regelgeving voor een onbeperkt aantal
personen door een daartoe bevoegd orgaan (Vb: een wet van
gemeente Enschede -> dat heeft niks te maken met Deventer).

Voorbeelden materieel/formele zin
 Algemene plaatselijke verordening -> materiële zin
 Burgerlijk wetboek -> formele zin
 Gemeente wet -> formele zin
 Bouwvergunning -> materiele zin

Rechtspraak (jurisprudentie)
-> niet alles staat zwart op wit in de wet. Sommige dingen
moeten worden uitgelegd. Bij uitzonderingen bijvoorbeeld. Het is afkomstig van een
rechter.

Nederland heeft 11 rechtbanken met verschillende sectoren: straf, kanton, civiel en
bestuur. Daarna gerechtshof, daarna hoge raad.

Arrest: uitspraak van gerechtshof of hoge raad.
Vonnis: uitspraak van de rechtbank.

De gewoonte
Gewoonterecht zijn bindende rechtsregels welke niet in onze wet vastgelegd zijn maar welk degelijk gelden binnen een bepaalde
groep. 2 eisen:
1. Vaste gedragslijn
2. Moreel verplicht de regel te volgen

Het verdrag
De allerhoogte rechtsbron in Nederland is het verdrag:
 EU-verdrag
 Verdrag betreffende status vluchtelingen
 Europees verdrag voor rechten van de mens

Verdrag gaat altijd voor Nederlandse wettelijke bepalingen wanneer deze niet in strijd zijn.

Verschil tussen bepaalde rechten:
Objectief recht: is het geheel van geschreven en ongeschreven rechtsregels. Deze gelden voor iedereen
Subjectief recht: een individueel recht in het concrete geval aan de objectieve rechtsregels ontleent kan worden.
 Voorbeeld: je hebt 20 dagen vakantie (wettelijk = objectief), maar je krijgt vanuit je CAO 27 dagen (subjectief).

Formeel recht: Rechtsregels die aangeven op welke wijze je het materiële recht kunt handhaven. (procesrecht)
Materieel recht: Rechtsregels die betrekking hebben op de inhoud van rechten en plichten/ geboden en verboden.

,Dwingend recht (moeten): recht waarvan men niet (ook niet met onderling goedvinden) mag afwijken). Waarom ->
 Bescherming openbare orde en goede zeden
 Bewaren van rechtszekerheid
 Recht dient ter bescherming van mensen tegen zichzelf

Aanvullende recht (kunnen): Recht dat van toepassing is voor zo ver er anders is overeengekomen.

Geschreven recht: ligt vast in officiële teksten zoals wetten. Het eerst geschreven recht vormde een codificatie (kennis, regels, wetten
samengebracht in een gestructureerd, schriftelijk document, zoals een wetboek.)
Ongeschreven recht: bestaat uit algemeen erkende normen, waarden en gewoonten die niet in een wet staan, maar wel als geldend
recht worden beschouwd, zoals gewoonterecht en rechtsbeginselen.

Publiekrecht: tussen overheden onderling en tussen overheid en de burger.
Privaatrecht: tussen burgers onderling. Soms valt de overheid in sommige gevallen ook onder privaatrecht (zoals de gemeente die
grond koopt om gebouwen op te bouwen. Behalve als de gemeente een onteigeningsrecht heeft) (WNA is ook privaatrecht).

Nationaal recht is recht dat geldt binnen een bepaald land.
Internationaal recht is recht dat geldt tussen verschillende staten en tussen burgers uit de verschillende staten.

Rechtshandeling: een handeling waarbij we willen dat het juridische gevolgen heeft/handeling met beoogd rechtsgevolg.
Rechtsfeit: een handeling die zorgt voor rechtsgevolgen maar deze waren niet beoogd.

Verschillende rechtsfeiten:
 Rechtshandelingen -> Eenzijdig (testament)/meerzijdig (overeenkomst).
 Feitelijke handelingen -> Onrechtmatige/rechtmatig daad
 Blote rechtsfeiten -> een feit waarvoor niks is gedaan maar het heeft juridische gevolgen, zoals
overlijden/geboorte/stemrecht bij 18 jaar oud/pensioen.

Schenking is een meerzijdige rechtshandeling. De schenking moet namelijk worden geaccepteerd.

Rechtshandelingen kunnen worden gedaan door rechtssubjecten (rechtspersonen).
 Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed.
 Rechtspersonen: BV, NV etc. Een eenmanszaak is geen rechtspersoon.

Een boek kopen en een voorbeeld van een rechtshandeling, je wil namelijk eigenaar worden.

Handelingsonbekwaam: minderjarigen/onder curatele gestelden. Ongeschikt om eigen rechtshandelingen te verrichten.
Hoofdregel: rechtshandeling is vernietigbaar

Handelingsonbevoegd: je bent niet bevoegd tot het verrichten van bepaalde rechtshandelingen.
Hoofdregel: rechtshandeling is nietig

Beschikkingsbevoegdheid: is iemand bevoegd om ergens over te beschikkend.

Een nietige rechtshandeling heeft bij voorbaat het beoogde rechtsgevolg niet, terwijl bij een vernietigbare rechtshandeling het
rechtsgevolg wel wordt geachte te bestaand, zolang de vernietiging ervan niet wordt aangevraagd. Nietig: het heeft nooit bestaan.

Kadaster: om te zien wat de wet bepaald. De notaris schrijft je in bij het kadaster, dan pas ben je eigenaar van een registergoed
(zeeschepen, vliegtuigen en vastgoed). Ook staan er landgrenzen in.

Negatief stelsel: de werkelijke toestand van een registergoed kan afwijken van wat in de openbare registers vermeld is. Het kadaster
kan dus afwijkingen omvatten.
Negatief betekent ‘onvolledig’ - Eigendom kan worden verkregen zonder publicatie/registratie: erfopvolging, verjaring, huwelijk in
gemeenschap van goederen

Taken kadaster: registratie, landinrichting, rijksdriehoekmeting, topografische dienst/GBKN, informatieproducten en internationale
activiteiten
Notariële akte = transportakte = eigendomsakte = leveringsakte – eigendomsbewijs
Rechercheren = onderzoeken

Een geldige titel: de juridische reden waardoor iemand eigenaar is geworden. Bijvoorbeeld: koop, schenking, ruil.
Huur is nooit een geldige titel, want je wordt nooit eigenaar!

, Wet op notarisambt (WNA): deze geven definities van begrippen.
Een notaris is een persoon die bevoegd is om authentieke akten op te maken, in gevallen waarin:
 De wet aan hem of haar die bevoegdheid toekent.
 Een partij dit van hem verlangt.

Authentieke akte: een document door een openbaar ambtenaar, als regel een notaris is opgesteld en gewaarmerkt
Onderhandse akte: een akte die door eenieder kan worden opgesteld.

College 2 Juridische Aspecten
Het objectieve recht gaat over de verhoudingen tussen personen in termen van
bevoegdheden (rechten) en verplichtingen (plichten).
-Rechtsobject: goederen/diensten/producten waar rechten en plichten op rusten
(bijv. huis, schilderwerk).
-Rechtssubject: drager van rechten en plichten.
Natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed, Boek 1 BW).
Rechtspersonen (organisaties, BV, NV, stichting – Boek 2 BW).

Het materiële recht regelt de bevoegdheden en de verplichtingen van de
rechtssubjecten.
-Rechten: recht op goederen en vorderingen zoals eigendom fiets, vordering huur,
schadevergoeding.
-Plichten: schulden zoals huur betalen, schade vergoeden.
Vastgelegd in Boek 3 BW = vermogensrecht.

Feit: gebeurtenis of omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat, doordat het ofwel zintuiglijk waargenomen ofwel
instrumenteel gemeten kan worden.
 Kun je bewijzen/controleren/opzoeken
 Iets wat zeker is gebeurd of dat echt waar is
 Een ander kan hier niet anders over denken.
 Het is zo

Rechtsfeit: feit/handeling met juridisch gevolg (18 jaar worden, huur niet betalen, ongeluk veroorzaken).
 Een feit dat geen rechtsfeit is heeft geen rechtsgevolg
 Een feit dat een rechtsfeit is, is een handeling of een gebeurtenis met een gevolg, en dan wel een gevolg voor het recht, een
rechtsgevolg.

Bloot rechtsfeit: gebeurtenissen die een rechtsgevolg hebben (en daarom dus ook een rechtsfeit zijn), maar welke niet specifieke door
menselijke handelingen zijn ontstaan. Het gebeurt gewoon, het heeft niets om het lijf (= bloot). Toetsvraag!
Voorbeeld: Geboorte, doodgaan, 18 jaar worden, ziekte, blikseminslag, overstroming, naburigheid, et cetera.

Rechtshandeling: handeling met beoogd rechtsgevolg. Dit vereist een wil + verklaring (art. 3:33 BW).

Soorten rechtshandelingen:
 Eenzijdig: verklaring van één persoon is genoeg (bv. testament, ontslagaanzegging).
 Meerzijdig: meerdere partijen nodig (bv. schenking,
koopovereenkomst).
 Gericht vs. ongericht.
 Onder tijdsbepaling (zeker toekomstig moment): de
werking van de rechtshandeling is afhankelijk van een
zekere toekomstige gebeurtenis waarvan het moment
van intreden in dit geval vaststa
 Onder voorwaarde (onzekere gebeurtenis): de werking
van de rechtshandeling is afhankelijk van een onzekere
toekomstige gebeurtenis.
 Opschortend: de rechtshandeling (schenking) krijgt pas
werking op het moment dat de toekomstige gebeurtenis
plaatsvindt Bij een opschortende voorwaarde ontstaat
pas concreet een overeenkomst als een toekomstige
onzekere gebeurtenis intreedt.
 Ontbindend: de rechtshandeling krijgt onmiddellijk
werking, maar deze werking vervalt op het moment dat
de toekomstige gebeurtenis plaatsvindt.

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
1 maand geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
EstherKoppelman Hogeschool Windesheim
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
169
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
1
Documenten
14
Laatst verkocht
2 dagen geleden

4,3

22 beoordelingen

5
12
4
8
3
0
2
0
1
2

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen