Samenvatting Verbintenisrecht : 1ste jaar vastgoedmakelaar Syntra

Verbintenissenrecht
1. Begrippen p1
Verbintenis
 Rechtsverhouding tussen twee of meer personen (personen mogen van elkaar iets
verwachten )
 Ontstaan door eenzijdige of een meerzijdige rechtshandeling ( contract bewust afsluiten
om iets te doen – om je te verbinden- een doel hebben )
 Of een andere menselijke gedraging waarvan de ene persoon ten opzichte van de
andere persoon een juridische afdwingbare afspraak kan doen gelden ( alles wat we met
materiaal kunnen doen – je doet iets wat je eigenlijk niet wil doen – als we materiaal van
iemand anders beschadigen dan moeten we dit vergoeden

Schuldeiser (se):
 is diegene die een prestatie kan vorderen van de schuldenaar
 deze persoon heeft een schuldvordering
 het is in zijn voordeel dat de verplichting bestaat

schuldenaar (sa)
 de persoon die de handeling moet doen
 deze persoon heeft een schuld
 hij verbindt zich ertoe iets te doen, iets te geven of iets niet te doen .

SE SA

Afdwingbare handeling

wederkerige overeenkomst : meest voorkomende
 beide partijen hebben beide recht op iets
o vb verkoopovereenkomst: verkoper moet leveren-koper betalen
o arbeidsovereenkomst: WG moet loon betalen- WN arbeid verrichten
o huurcontract: huur moet huur betalen – verhuurder moet huurder het genot
geven .
o verzekeringscontract : verzekeringsnemer moet de premie betalen – de
verzekeraar moet in geval van schade premie betalen = kanscontract : je betaald
premie maar je weet nooit of je iets aan de hand zult hebben
o kanscontract : loto : je betaald – maar je weet niet of je iets gaat winnen
 koper en verkoper hebben tegelijk hoedanigheid van schuldeiser en schuldenaar
o de verkoper is schuldeiser van de betalingsverplichting en schuldenaar van de
leveringsverplichting

1

, o de koper is schuldenaar van de betalingsverplichting en schuldeiser van de
levering
SE SA
Afdwingbare handeling
SE SA


Eenzijdige overeenkomst
 iedere partij heeft slechts één hoedanigheid
 1 partij moet maar handelen
 vb schenking
 leningsovereenkomst : enkel voor de ontlener een verbintenis nl verbintenis om de
geleende zaak terug te geven .
 bewaargeving : gratis vestiaire – de verantwoordelijke van de vestiaire is verplicht je
jas goed te bewaren .
 opzeg arbeidsovereenkomst
 opzeg huurovereenkomst



SE SA

Afdwingbare handeling




2

, 2. Bronnen van verbintenissen p2-3
Een verbintenis is geen synoniem van een overeenkomst (=contract).
Een overeenkomst is maar een van de mogelijke bronnen waaruit een verbintenis voortvloeit
Een overeenkomst: contract : er zijn twee (3) wilsuitingen nodig om een overeenkomst
te doen ontstaan ( van welke aard ook )
Examen vraag
a. Een rechtshandeling
= een menselijke handeling met als doel zich te verbinden – de betrokkene uit zijn wil om
zichzelf te verbinden = wilsuiting vb handtekening zetten
= iets doen met de wetenschap dat je gebonden bent .

Soorten rechtshandelingen :
 Eenzijdige rechtshandeling
o Slechts 1 partij verbind zich uit eigen wil zonder dat er een wilsuiting van
de andere partij = geen contract
o Aanbod is afdwingbaar door 1 partij
o Voorbeeld
 Opzeg huur : de huurder zegt de huur éénzijdig op – de
verhuurder kan hier tegen niets doen : het is zo !!!
 Ontslag aan WN
 Aankoopbelofte , verkoopbelofte , een aanbod enz…
 Meerzijdige rechtshandeling
o Er zijn minstens twee personen die hun wil uiten om zichzelf te
verbinden = contract
o Vb ik wil huis kopen voor 150.000 euro – de andere partij moet hiermee
akkoord gaan .
o Opgelet : een overeenkomst is altijd een meerzijdige rechtshandeling
omdat de wil van twee of meer personen vereist is .
b. Onrechtmatige daad
=wanneer een persoon een fout maakt en daardoor schade veroorzaakt aan een ander –
is de andere partij verplicht om deze schade te vergoeden
Art 1382 BW
 Verschil met rechtshandeling is dat de persoon die een onrechtmatige daad
begaat niet de wil of de bedoeling had om zichzelf te verbinden tot het
vergoeden van de schade aan andere
 De rechtbank heeft het recht om de vergoeding van de geleden schade af te
dwingen .
 Een persoon is niet enkel aansprakelijk voor schade die hij zelf heeft aangebracht
, maar is ook aansprakelijk voor de schade die een persoon veroorzaakt waarover
hij toezicht heeft
Vb : leerkracht verantwoordelijk voor de schade die een leerling veroorzaakt
Vb : ouder is aansprakelijk voor schade die zijn kind veroorzaakt
Vb : schade bij inbraak – inbreker moet de aangebrachte schade betalen
Vb : je hebt een fietser omver gereden – slachtoffer heef geen schade- maar fiets is stuk
– je moet de fiets herstellen of betalen .

3