Het sportbeleid voor het HBO hoofdstuk 4 samenvatting
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk gaat het over het huidige sportbeleid van het NOC*NSF en de Nederlandse overheid,
vooral rijksoverheid en gemeenten. Beleid kan worden gezien als een antwoord van een organisatie
op een of meerdere problemen.
Bij grote organisaties, zoals de Nederlandse overheid en sportkoepel NOC*NSF, denkt men wat
sportbeleid betreft aan beleidscycli. Een beleidscyclus is een terugkerende, regelmatige reeks van
gebeurtenissen op een gebied van beleidsontwikkeling.
4.1.1 Beleid voor breedtesport en topsport
Breedtesport is georganiseerde of ongeorganiseerde sportbeoefening zonder dat er sprake is van
professionalisme. Sportbeoefening is voor deze groep mensen een vorm van vrijetijdsbesteding en
niet een beroep.
Topsport is sportbeoefening op het allerhoogste niveau in een competitie met de beste van het land,
een werelddeel of de gehele wereld. Veel topsporters zijn professional: het is hun beroep en ze
verdienen er een inkomen mee. Er is hier ook sprake van professionele begeleiding van de sporter op
andere gebieden, zoals medisch, juridisch en commercieel.
Beide zijn grote factoren in het sportnetwerk, NOC*NSF en de overheid, ontwikkelen beleid voor
breedtesport en topsport.
- NOC*NSF doet dat omdat het samenhangt met haar rol in de Nederlandse sport. Ze
organiseren een groot deel van de breedtesport in Nederland. Voor wel meer dan 5 miljoen
burgers bij 24.000 sportverenigingen die weer overkoepeld worden door ongeveer 70
sportbonden. Deze sportbonden vormen de grotere meerderheid van de leden van
NOC*NSF.
- NOC*NSF is ook verantwoordelijk voor de topsport. Dit heeft 2 redenen;
o NOC*NSF is in Nederland het olympisch landencomité. Zij zijn aangesloten bij het
Internationaal Olympisch Comité (IOC).
o Het NOC*NSF is ook verantwoordelijk voor de uitzending van Nederlandse
topsporters op de Spelen en Paralympische Spelen. Ook zijn ze verantwoordelijk voor
de prestaties van de Nederlandse topsporters.
Ook de rijksoverheid heeft een verantwoordelijkheid voor de breedtesport en topsport.
- Voor breedtesport betreft dit: zij ziet sport en bewegen van burgers als een belangrijk middel
om een aantal beleidsdoelen te realiseren. Denk aan welzijn, participatie en sociale cohesie.
- Bij de topsport gaat het meer om beleidsdoelen zoals de versterking van het imago van
Nederland, versterking van vaderlandsliefde en bevordering van sportparticipatie door de
voorbeeldwerking van succesvolle topsporters.
4.2 Veranderingen in de sportsamenleving
Sport wordt steeds belangrijker in onze samenleving. De mobiliteit neemt toe, mensen hebben meer
vrije tijd en beschikken over meer financiële middelen om aan sport te doen.
De overheid bemoeit zich meer met de sportwereld. Ze investeert in sportaccommodaties en ziet
sport als middel om sociale doelstellingen te realiseren.
- Gezondheid
- Socialisatie
- Integratie
- Nationale identiteit
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk gaat het over het huidige sportbeleid van het NOC*NSF en de Nederlandse overheid,
vooral rijksoverheid en gemeenten. Beleid kan worden gezien als een antwoord van een organisatie
op een of meerdere problemen.
Bij grote organisaties, zoals de Nederlandse overheid en sportkoepel NOC*NSF, denkt men wat
sportbeleid betreft aan beleidscycli. Een beleidscyclus is een terugkerende, regelmatige reeks van
gebeurtenissen op een gebied van beleidsontwikkeling.
4.1.1 Beleid voor breedtesport en topsport
Breedtesport is georganiseerde of ongeorganiseerde sportbeoefening zonder dat er sprake is van
professionalisme. Sportbeoefening is voor deze groep mensen een vorm van vrijetijdsbesteding en
niet een beroep.
Topsport is sportbeoefening op het allerhoogste niveau in een competitie met de beste van het land,
een werelddeel of de gehele wereld. Veel topsporters zijn professional: het is hun beroep en ze
verdienen er een inkomen mee. Er is hier ook sprake van professionele begeleiding van de sporter op
andere gebieden, zoals medisch, juridisch en commercieel.
Beide zijn grote factoren in het sportnetwerk, NOC*NSF en de overheid, ontwikkelen beleid voor
breedtesport en topsport.
- NOC*NSF doet dat omdat het samenhangt met haar rol in de Nederlandse sport. Ze
organiseren een groot deel van de breedtesport in Nederland. Voor wel meer dan 5 miljoen
burgers bij 24.000 sportverenigingen die weer overkoepeld worden door ongeveer 70
sportbonden. Deze sportbonden vormen de grotere meerderheid van de leden van
NOC*NSF.
- NOC*NSF is ook verantwoordelijk voor de topsport. Dit heeft 2 redenen;
o NOC*NSF is in Nederland het olympisch landencomité. Zij zijn aangesloten bij het
Internationaal Olympisch Comité (IOC).
o Het NOC*NSF is ook verantwoordelijk voor de uitzending van Nederlandse
topsporters op de Spelen en Paralympische Spelen. Ook zijn ze verantwoordelijk voor
de prestaties van de Nederlandse topsporters.
Ook de rijksoverheid heeft een verantwoordelijkheid voor de breedtesport en topsport.
- Voor breedtesport betreft dit: zij ziet sport en bewegen van burgers als een belangrijk middel
om een aantal beleidsdoelen te realiseren. Denk aan welzijn, participatie en sociale cohesie.
- Bij de topsport gaat het meer om beleidsdoelen zoals de versterking van het imago van
Nederland, versterking van vaderlandsliefde en bevordering van sportparticipatie door de
voorbeeldwerking van succesvolle topsporters.
4.2 Veranderingen in de sportsamenleving
Sport wordt steeds belangrijker in onze samenleving. De mobiliteit neemt toe, mensen hebben meer
vrije tijd en beschikken over meer financiële middelen om aan sport te doen.
De overheid bemoeit zich meer met de sportwereld. Ze investeert in sportaccommodaties en ziet
sport als middel om sociale doelstellingen te realiseren.
- Gezondheid
- Socialisatie
- Integratie
- Nationale identiteit