Week 1:
Leerdoelen:
1. De student kan de intra-persoonlijke factoren en het micro-, meso- en macrosysteem herkennen
in een casus.
- Intra-persoonlijke factoren: dit zijn de kwaliteiten en eigenschappen die bepalen hoe je met
andere omgaat in sociale situaties. Deze hebben invloed op hoe een persoon communiceert
en interacteert met andere. Ze kunne positief of negatief zijn.
Bronfenbrenner:
In het midden van de cirkel staat het kind of de individu daarna komen:
1. Microsysteem: je directe omgeving
Dit bestaat uit je ouders, familie, vereniging, je vrienden, wijk of je school etc
2. Mesosysteem:
Dit is de interactie en communicatie tussen de verschillende microsystemen waarin een kind
zich beweegt
3. Exosysteem: indirecte invloed op het kind
Bijvoorbeeld: externe factoren op het mesosyteem, gedrag van de ouders door hoge
werkdruk of de normen en waarden van de omgeving. Of de media.
4. Macrosysteem:
Wetten en waardes, het milieu, cultuur en politiek etc.
5. Chronosysteem: dimensie van tijd
De tijd waarin een kind leeft heeft invloed op de ontwikkeling
2. De student begrijpt dat de systemen van invloed zijn op de ontwikkeling van een mens (jong tot
oud).
leeftijdsperiode Microsysteem Kenmerk ouderrol
baby ouders Verzorging en veiligheid
peuter Ouders + broer/zus Redzaamheid, grenzen stellen
en omgangsregels
basisschoolperiode Gezin + school + buurt Ondersteunen leerproces
Adolescent Gezin + school + buurt + ‘achter wachtende functie’,
leeftijdsgroep minder zichtbaar, toch
onmisbaar
,3. De student kan vertellen wat de basisprincipes en de vijf interventieniveaus van Triple P zijn.
1. preventie- en toeleidingsmodel: voor alle ouders en opvoeders
simpele opvoedkundige vragen
2. informatie en lezingen: voor ouders met een specifieke opvoedvraag
3. advies: voor ouders met een beginnend opvoedprobleem
ouders gaan met iemand kijken hoe iets opgelost kan worden en waar het probleem
ligt
4. ondersteuning en cursussen: voor ouders met ernstige gedragsproblemen die een gerichte
training in opvoedingsvaardigheden nodig hebben
5. gezinsondersteuning: voor gezinnen met meervoudige gedragsproblemen van kinderen in
combinatie met andere gezinsproblemen.
Zwaarste vorm van gezinshulpverlening
,4. De student kan vertellen welke theorieën ten grondslag liggen aan Triple P en wat de positieve
effecten zijn van Triple P.
Dit is een methode voor opvoedingsondersteuning voor ouders van 0 tot 16 jaar. Het is gericht op een
gezonde psychosociale ontwikkeling van kinderen en een vergroting van hun zelfredzaamheid en
veerkracht. Daarnaast wil Triple P het zelfvertrouwen en de tevredenheid van ouders over de
opvoeding bevorderen. Ouders krijgen bij Triple P opvoedingsstrategieën aangereikt waarmee ze de
ontwikkeling van kinderen op een positieve manier kunnen beïnvloeden.
Positieve effecten van niveau 3:
- Middelgrote tot grote verandering in het totale opvoedgedrag van ouders. Deze verandering
is groter dan bij de controlegroep en is na drie maanden nog herkenbaar aanwezig. De
grootste afname is te zien bij overreageren en breedsprakigheid, wat betekent dat ouders
voorheen te veel uitleg gaven bij een simpele regel of vaak met hun kind in discussie gingen.
- Ouders worden consequenter en minder toegeeflijk naarmate de interventie langer geleden
is.
- De veranderingen in kindgedrag zijn in eerste instantie minder groot. Kinderen hebben na
drie maanden wat minder emotionele problemen en gedragen zich iets beter. Het totaal aan
problemen is iets afgenomen. Ook uit internationaal onderzoek blijkt dat effecten op
kindgedrag na drie maanden nog niet groot zijn, maar de veranderingen nemen toe naarmate
de tijd verstrijkt.
, Positieve effecten van niveau 4:
- Er is direct na afsluiting van de hulp een grote afname van disfunctionele
opvoedingspatronen zoals overreageren, toegeeflijkheid en breedsprakigheid. Ouders zijn
tevredener over hun manier van opvoeden dan voordat ze hulp kregen.
- Er zijn na drie maanden grote en positieve veranderingen in oudergedrag te zien en deze
verbeteringen zijn niet zichtbaar bij de controlegroep van ouders die geen Triple P kregen.
- Het gedrag van het kind is direct na de hulp al enigszins verbeterd en na drie maanden is deze
verandering iets groter geworden.
- De kinderen uit de controlegroep maken met reguliere hulp een vergelijkbare positieve
verandering door, maar de Triple P-kinderen scoren beter op afname van probleemgedrag en
afname van het totale aantal problemen. Net als de meta-analyse laat ook dit onderzoek een
vertraging zien voor het effect van de geboden hulp op kindgedrag en zet de verbetering pas
later door. Het lijkt aannemelijk dat een toename van de opvoedingscompetentie van ouders
een belangrijke voorwaarde is voor duurzame verbeteringen in het gedrag van de kinderen.
5. De student kan de uitgangspunten van Triple P toepassen op een casus.
1. kinderen een veilige en stimulerende omgeving bieden.
2. kinderen laten leren door positieve ondersteuning.
3. Een aansprekende discipline hanteren.
4. realistische verwachtingen hebben.
5. goed voor jezelf als ouder zorgen.
Samenvatting 14.1 en 14.2 ontwikkelingspsychologie
Om succesvolle opvoedingsstijlen te onderscheiden van minder effectieve en zelfs schadelijke
opvoedingsstijlen kijken we naar 2 dimensies:
- Genegenheid (liefde versus afwijzing):
Dit geeft de aard van de ouder-kindrelatie aan en bepaalt de wijze waarop de ouder het kind
tegemoet komt. Voor ouders is het belangrijk om het kind niet af te wijzen of door
teleurstellingen en door persoonlijke problemen het uiten van warme gevoelens naar het
kind niet in de weg staan. Voor een professionele opvoeder is het belangrijk dat hun werk
goed te kunnen doen is en dat ze om de kinderen geven en het welzijn van het kind belangrijk
vinden.
- Sturing (autonomie versus controle):
Hiermee wordt de ruimte bedoeld die de opvoeder biedt aan de autonomiebehoefte van het
kind. Wordt dit voor het kind ingeperkt door strenge regels of krijgt het kind juist heel weinig
sturing en heel veel vrijheid. Beide is dit niet goed voor de ontwikkeling van het kind.
Hoeveelheid sturing optimaal is hangt van het kind af, het type gedrag en de leeftijdsfase af.