Begrip Omschrijving Opmerking
Week 1
Shooter bias Zwarte personen worden Bottom up informatie (heeft
sneller neergeschoten, de persoon een wapen vast)
komt voor ongeacht de wordt geïnterpreteerd met
huidskleur v.d. top down kennis (zwarte
deelnemer. personen zijn gevaarlijker)
Bottom-up Verwerking vanuit Beïnvloedt interpretatie van
verwerking context/data/stimuli stimuli en daarmee gedrag
Top-down Verwerking vanuit kennis Beïnvloedt interpretatie van
verwerking stimuli en daarmee gedrag
Black box Dat wat er in het brein
gebeurt, verwerking die
we niet zien
Perceptie Dat waar we onze
aandacht op richten
Fysiognomie De leer van het Achterhaalde theorie
gezichtslezen, gedrag te
interpreteren van
gezicht
Face-space Gezichtsherkenning
gebaseerd op meerdere
dimensies, dominantie
en betrouwbaarheid als
kernassen
Reverse Methode om mentale Kan ook gebruikt worden om
correlation representaties, zoals modale stereotypes te meten
gezichten, te
reconstrueren
Halo-effect gemiddelde gezichten
worden als
betrouwbaarder gezien
Facial action omschrijving van alle
coding spieren in het gezicht en
system welke worden gebruikt
bij bepaalde
expressies/emoties
Basic Zes basisemoties Achterhaald: blijkt ook
Emotion hebben vaste expressies afhankelijk van cultuur,
Theory (BET) en worden universeel context en lichaamshouding
herkend
Affect-as- Gevoelens worden
information gebruikt als
informatiebron in
oordeelsvorming
Display rule In bepaalde situaties je Micro-expressies kunnen hier
expressie onderdrukken alsnog ‘verraden’ wat je
omdat dit hoort emotie is
,Gemiddeldh Invloed op Het effect van gemiddeldheid
eid gezicht betrouwbaarheid: zie op aantrekkelijkheid is
studie Japan en Israël minder afhankelijk van
positieve emotionele
expressie, maar meer van
negatieve emotionele
expressie.
Betrouwbaar Gemiddeldheid van een
heid gezicht gezicht zorgt ook voor
meer betrouwbaarheid.
Error- Afwegen wat de Op basis hiervan maken we
managemen gevolgen zijn van jouw een oordeel. Kan zorgen voor
t theory besluit. Je kan beter aan overgeneralisatie (liever
de veilige kant zitten. verkeerde aanname over
Liever onterecht bang iemand dan dat er gevaar is)
dan te laat reageren op
écht gevaar
Overgenerali Subtiele uiterlijke Bv. babyfaces worden als
zation kenmerken worden vriendelijker gezien, maar dit
hypothesis overdreven hoeft niet zo te zijn
geïnterpreteerd
Consistency Mensen streven naar Bv. iemand rationaliseert een
seeker cognitieve consistentie slecht cijfer: “De toets was
tussen overtuigingen oneerlijk.”
Naïve Mensen proberen Bv. verklaringen zoeken voor
scientist objectieve oorzaken van waarom iemand te laat is
gedrag te achterhalen,
alsof ze rationeel
redeneren over sociale
informatie
Cognitive Mensen besparen moeite Bv. stereotyperen
miser en gebruiken mentale
shortcuts (heuristieken)
Motivated Flexibele denkers die Bv. in stressvolle situaties
tactician snelle of diepe snel denken, in belangrijkste
verwerkingsstrategieën situaties accuraat (bijv.
kiezen op basis van medische keuze)
doelen en context
Activated Gedrag en denken Bv. rood stoplicht: stoppen
actor worden automatisch
geactiveerd door
omgevingscues
Week 2
Categorie ‘hokje’ in het brein Zorgen voor verwachtingen:
waartoe we een stimulus we kunnen bestaande kennis
, toewijzen. O.b.v. toepassen op nieuwe
gezamenlijke betekenis situaties.
en onderscheidende
eigenschappen Hierdoor kost het minder
cognitieve capaciteit om
stimuli te verwerken.
Homogenise Individuele informatie
-rende over een stimuli gaat
werking verloren omdat we deze
toekennen aan een
categorie: we zien het
als hetzelfde
Stereotype categorie die refereert NB: Categorie activatie leidt
aan een groep of type niet per se tot activatie van
persoon. stereotype
Ook gangbaar: niet de
categorie zelf, maar de
informatie die
geassocieerd is met een
categorie.
Modale Stereotype zonder Ook wel ‘pictures in our
stereotype semantische kennis, heads’
alleen visueel
Kennisstruct Hoe een categorie is Bestaat uit:
uur opgeslagen in ons brein - stereotypische informatie
- cognitive map
- script
- associatief network
- exemplars
- inhibitory links
- subcategorieën
Cognitive Ruimtelijke
map informatie/inzicht over
een categorie
Script Temporele Processen die horen bij een
informatie/inzicht over categorie; vertelt hoe je je
een categorie. moet gedragen
Associatief Verbindingen tussen
netwerk verschillende concepten
(binnen een categorie)
Exemplar Voorbeeld van een
categorie
Inhibitory Kenmerken die niet
links geassocieerd zijn met
het concept/de categorie
Sociaal Mentale representaties
schema van stimuli, theorieën
over hoe de wereld
werkt
Week 1
Shooter bias Zwarte personen worden Bottom up informatie (heeft
sneller neergeschoten, de persoon een wapen vast)
komt voor ongeacht de wordt geïnterpreteerd met
huidskleur v.d. top down kennis (zwarte
deelnemer. personen zijn gevaarlijker)
Bottom-up Verwerking vanuit Beïnvloedt interpretatie van
verwerking context/data/stimuli stimuli en daarmee gedrag
Top-down Verwerking vanuit kennis Beïnvloedt interpretatie van
verwerking stimuli en daarmee gedrag
Black box Dat wat er in het brein
gebeurt, verwerking die
we niet zien
Perceptie Dat waar we onze
aandacht op richten
Fysiognomie De leer van het Achterhaalde theorie
gezichtslezen, gedrag te
interpreteren van
gezicht
Face-space Gezichtsherkenning
gebaseerd op meerdere
dimensies, dominantie
en betrouwbaarheid als
kernassen
Reverse Methode om mentale Kan ook gebruikt worden om
correlation representaties, zoals modale stereotypes te meten
gezichten, te
reconstrueren
Halo-effect gemiddelde gezichten
worden als
betrouwbaarder gezien
Facial action omschrijving van alle
coding spieren in het gezicht en
system welke worden gebruikt
bij bepaalde
expressies/emoties
Basic Zes basisemoties Achterhaald: blijkt ook
Emotion hebben vaste expressies afhankelijk van cultuur,
Theory (BET) en worden universeel context en lichaamshouding
herkend
Affect-as- Gevoelens worden
information gebruikt als
informatiebron in
oordeelsvorming
Display rule In bepaalde situaties je Micro-expressies kunnen hier
expressie onderdrukken alsnog ‘verraden’ wat je
omdat dit hoort emotie is
,Gemiddeldh Invloed op Het effect van gemiddeldheid
eid gezicht betrouwbaarheid: zie op aantrekkelijkheid is
studie Japan en Israël minder afhankelijk van
positieve emotionele
expressie, maar meer van
negatieve emotionele
expressie.
Betrouwbaar Gemiddeldheid van een
heid gezicht gezicht zorgt ook voor
meer betrouwbaarheid.
Error- Afwegen wat de Op basis hiervan maken we
managemen gevolgen zijn van jouw een oordeel. Kan zorgen voor
t theory besluit. Je kan beter aan overgeneralisatie (liever
de veilige kant zitten. verkeerde aanname over
Liever onterecht bang iemand dan dat er gevaar is)
dan te laat reageren op
écht gevaar
Overgenerali Subtiele uiterlijke Bv. babyfaces worden als
zation kenmerken worden vriendelijker gezien, maar dit
hypothesis overdreven hoeft niet zo te zijn
geïnterpreteerd
Consistency Mensen streven naar Bv. iemand rationaliseert een
seeker cognitieve consistentie slecht cijfer: “De toets was
tussen overtuigingen oneerlijk.”
Naïve Mensen proberen Bv. verklaringen zoeken voor
scientist objectieve oorzaken van waarom iemand te laat is
gedrag te achterhalen,
alsof ze rationeel
redeneren over sociale
informatie
Cognitive Mensen besparen moeite Bv. stereotyperen
miser en gebruiken mentale
shortcuts (heuristieken)
Motivated Flexibele denkers die Bv. in stressvolle situaties
tactician snelle of diepe snel denken, in belangrijkste
verwerkingsstrategieën situaties accuraat (bijv.
kiezen op basis van medische keuze)
doelen en context
Activated Gedrag en denken Bv. rood stoplicht: stoppen
actor worden automatisch
geactiveerd door
omgevingscues
Week 2
Categorie ‘hokje’ in het brein Zorgen voor verwachtingen:
waartoe we een stimulus we kunnen bestaande kennis
, toewijzen. O.b.v. toepassen op nieuwe
gezamenlijke betekenis situaties.
en onderscheidende
eigenschappen Hierdoor kost het minder
cognitieve capaciteit om
stimuli te verwerken.
Homogenise Individuele informatie
-rende over een stimuli gaat
werking verloren omdat we deze
toekennen aan een
categorie: we zien het
als hetzelfde
Stereotype categorie die refereert NB: Categorie activatie leidt
aan een groep of type niet per se tot activatie van
persoon. stereotype
Ook gangbaar: niet de
categorie zelf, maar de
informatie die
geassocieerd is met een
categorie.
Modale Stereotype zonder Ook wel ‘pictures in our
stereotype semantische kennis, heads’
alleen visueel
Kennisstruct Hoe een categorie is Bestaat uit:
uur opgeslagen in ons brein - stereotypische informatie
- cognitive map
- script
- associatief network
- exemplars
- inhibitory links
- subcategorieën
Cognitive Ruimtelijke
map informatie/inzicht over
een categorie
Script Temporele Processen die horen bij een
informatie/inzicht over categorie; vertelt hoe je je
een categorie. moet gedragen
Associatief Verbindingen tussen
netwerk verschillende concepten
(binnen een categorie)
Exemplar Voorbeeld van een
categorie
Inhibitory Kenmerken die niet
links geassocieerd zijn met
het concept/de categorie
Sociaal Mentale representaties
schema van stimuli, theorieën
over hoe de wereld
werkt