Personen- en gezinsrecht
HT. 1: De mens
AFDELING 1: Bestaan van de fysieke persoon
Fysieke persoon die bestaat:
- Hebben rechtspersoonlijkheid -> drager van rechten en plichten
- Begint bij geboorte en eindigt bij dood
De geboorte:
- Rechtspersoonlijkheid wordt slecht toegepast als het kind levend geboren worden +
het kind is levensvatbaar
Opmerking: soms worden aan de nog ongeboren vrucht bepaalde rechten toegekend (bv.
erven, het ontvangen van schenkingen en de erkenning) (art. 906, 328 BW)
Het ongeboren kind kan na zijn geboorte slechts aanspraak maken indien het reeds
verwekt was voor de rechten openvielen + kind moet levend en levensvatbaar geboren werd
KIND HEEFT GEEN RECHTSPERSOONLIJKHEID VOOR GEBOORTE (art 725 BW)
Embryobescherming:
De Embryowet van 11/05/2003 creëert een wettelijk kader voor onderzoek op menselijke
embryo’s:
- Onder bepaalde omstandigheden is onderzoek op menselijke embryo’s toegelaten
- Reproductief menselijk klonen = verboden
- Het gebruik van embryo’s voor commerciële doeleinden/ met eugenetisch oogmerk
= verboden
Abortus:
- Abortuswet van 15/10/2018 -> wet die vrijwillige abortus regelt
Art. 348, 349 en 352 Sw.: vruchtafdrijving bij een vrouw die daarin toestemde
- Vóór de regeling van de zwangerschapsonderbreking (3/04/1990) -> elke
opzettelijke zwangerschapsonderbreking met het doel de vrucht te doden ->
strafbaar
- Voorwaarden abortus (heden):
o De abortus moet gebeuren op verzoek + toestemming van de vrouw
o Uitgevoerd door een geneesheer in medisch verantwoorde omstandigheden
o Gedurende de eerste 84 dagen van de zwangerschap
o Wanneer de zwangere vrouw in een noodsituatie verkeert
Dokter/ verpleegster kan niet gedwongen worden om aan de abortusprocedure mee te
werken
Aangifteverlichtingen n.a.v. de geboorte:
De aangifte van de geboorte moet binnen de 15 dagen na de bevalling gedaan worden door
vader/ moeder (art. 43 BW)
1
,De dood:
- De lichamelijke dood is het einde van de fysieke persoon + einde van
rechtspersoonlijkheid
- Er wordt automatisch een autopsie uitgevoerd op kinderen -18 die onverwacht en
medisch onverklaard overlijden (NIET indien ouders zich verzetten)
- Belangrijke juridische problemen m.b.t. het overlijden van een persoon:
1. Vaststelling van het overlijden:
- Problematiek is opgekomen bij transplantatiewet -> tijdstip van overlijden werd
cruciaal
Indien de door wordt vastgesteld met het oog op transplantatie: vaststelling moet
gebeuren door 3 geneesheren die met de transplantatie niets te maken hebben
- Een mens is dood: volledige afwezigheid van elke hersenwerking
2. Recht om rustig te sterven:
- Interventie in het stervenproces: men aanvaardt het recht om niet gestoord te
worden in zijn stervenproces, eenmaal dit is ingetreden
Iedereen heeft het recht om ongestoord te sterven: ‘onaantastbaarheid van het
sterfbed’
Therapeutische hardnekkigheid: alle ingrepen waardoor het stervenproces
kunstmatig wordt verlengd
- Medische handelingen met als oogmerk het doden: EUTHANASIE
De Euthanasiewet van 28/05/2002 creëert een wettelijk en deontologisch kader
voor euthanasie
EUTHANASIE:
- = ‘Het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkende,
op diens verzoek’ (art. 2) -> geldig voor terminale patiënten + patiënten die zich in
een uitzichtloze situatie bevinden van aanhoudend en ondraaglijk lijden (zowel fysiek
als psychisch)
- Strafbaarheid: art 392-393 SW
- Toegelaten euthanasie (art 3): de voorwaarden zodat euthanasie niet als strafbaar
wordt gezien:
o Uitgevoerd door een arts
o Een vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek, in schriftelijke vorm, door een
meerderjarige, handelsbekwame persoon/ ontvoogde minderjarige (of
wilsverklaring)
o Terminale toestand/ uitzichtloze toestand van aanhoudend lijden
Bij meerderjarigen: psychisch + fysisch (niet-terminaal)
Bij minderjarigen: fysisch + (terminale ziekte)
o Naleving van alle voorwaarden + procedures
De arts die de euthanasie toepaste, doet hiervan aangifte bij de federale Controle- en
Evaluatiecommissie (art. 5-6 Euth.W.) -> kijkt na of de euthanasie in overeenstemming met
de wet is uitgevoerd
Art. 15: euthanasie volgens het boekje wordt gezien als een natuurlijke dood
- Euthanasie is geen mensrecht
2
, - Een arts kan niet verplicht worden om mee te werken aan euthanasie
- Medische handelingen zonder oogmerk om te doden:
De problematiek van de interventie in het levens- en stervensproces zonder het
oogmerk om de dood, maar waar de dood als gevolg intreedt, kan in verschillende
typegevallen worden onderverdeeld:
o Het toedienen van pijnbestrijdingsmiddelen -> geen euthanasie
o Zinloze of onverantwoorde medische ingreep niet toepassen boek p12
o Het kunstmatig in leven houden:
Indien de dood medisch is ingetreden (klinisch dood) -> alle activiteiten
moeten gestaakt worden, behalve die nodig zijn om transplantatie te laten
doorgaan
Indien dood niet is ingetreden: vraag om het stopzetten van kunstmatige
technieken voor het in leven houden
o Het recht om een medische behandeling te weigeren (door mensen die over
een vrije wil beschikken) -> indien ouders van een minderjarige dit weigeren
-> toetsing door jeugdrechter
3. Rechtstatuut van het lijk:
- Een lijk = rec sacra = geen verhandelbaar goed in de zin van het zakenrecht
- De wil van het lijk moet worden gerespecteerd m.b.t. zijn beschikkingen over zijn lijk
en begrafenis
- Lijkschouwing/ obductie = een onderzoek door een gespecialiseerd geneesheer om
bepaalde vaststellingen te doen m.b.t. het overlijden
Bij vraag van nabestaanden onmiddellijk na het overlijden, strafrechtelijk
onderzoek en civielrechtelijk als bewijs
- Afstand van een lijk = de wilsbeschikking van de overledene waarin hij verklaart zijn
lichaam af te staan aan universiteit/ wetenschappelijk onderzoek
- Transplantatie (Art. 10-14 Orgaantransplantatie): positief stelsel -> bij iedereen
mogen de organen worden weggenomen (behalve bij verzet)
Anonimiteit van de donor!!
Orgaanwegneming mag niet bij een overlijden wegens ongekende oorzaak (art.
13 bis 2)
4. Formaliteiten bij het overlijden (art. 55 BW)
- Aangifteverplichting van het overlijden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand ->
er worden een overlijdensakte opgesteld
5. Begrafenis of crematie:
- Lijken worden gecremeerd/ begraven -> urne: begraven/ verstrooid
Onder bepaalde voorwaarden kan de urne ter beschikking worden gesteld van de
nabestaanden (Art .24, lid 2,3)
- Toestemming tot begraving wordt verleend door ambtenaar van de burgerlijke stand
- Verdacht overlijden: procureur des Konings verwittigd
Onzekerheid nopens het bestaan:
3
, Het bestaan van de persoon levert problemen op -> een afwezige, vermiste en niet-
aanwezige persoon:
a) Een afwezige:
- = Degene die opgehouden heeft te verschijnen waar hij zijn woonplaats/ zijn
verblijfplaats had en van wie men geen nieuws heeft ontvangen, zodat men niet
weet of hij levend/ dood is
- Indien +3 maand geen nieuws ontvangen: de vrederechter kan vermoeden van
afwezigheid vaststellen (art. 112 BW) -> vermogen wordt beheerd door gerechtelijk
bewindvoerder
- Indien +5 jaar is verlopen: familierechtbank kan een verklaring van afwezigheid
afleveren (art. 118 BW) -> vonnis = overlijden
b) Een vermiste:
- = Degene van wie men redelijkerwijze weet dat hij dood is, maar van wie men het lijk
niet kan terugvinden (Bv. bedolven in een mijn ten gevolge van ontploffing)
- Gerechtelijke procedure voeren om het overlijden te doen vaststellen (art. 35…BW)
c) Eenvoudig niet-aanwezige:
- = Een persoon die men niet aantreft in zijn woonplaats, alhoewel men met zekerheid
weet dat hij nog in leven is.
- Geen bijzondere rechtsgevolgen verbonden (een gerechtsdeurwaarder kan bv. een
dagvaardingsexploot betekenen)
AFDELING 2: Biotechnologie en het recht
Het menselijk lichaam vertoont een publiekrechtelijk statuut -> een persoon kan niet over
zijn eigen lichaam beschikken zoals hij over zijn goederen kon beschikken
Er zijn 3 ontwikkelingskanalen die worden onderscheiden:
a) De medische vooruitgang en de vooruitgang in de wetenschappen hebben
problemen doen ontstaan rond:
- De mogelijkheid tot het gebruik/ hergebruik van organen -> wetgeving van de
orgaantransplantatie en substantie ontstaat
- De verhoogde noodzaak om nieuwe technieken en behandelingen uit te testen op
mensen -> nieuwe wet op proeven op mensen
- De mogelijkheid om diep in te grijpen in het probleem van de menselijke
onvruchtbaarheid -> wet tot bescherming van menselijk embryo
b) Verhoogde zeggenschap over het eigen lichaam: wijziging van de abortus- en
euthanasiewet + wetgeving over tatoeage en piercing
c) Zorg voor de patiënten: wet op de patiëntenrechten, pijnbestrijding en maatregelen
bij overlijden van zeer jonge kinderen
4
HT. 1: De mens
AFDELING 1: Bestaan van de fysieke persoon
Fysieke persoon die bestaat:
- Hebben rechtspersoonlijkheid -> drager van rechten en plichten
- Begint bij geboorte en eindigt bij dood
De geboorte:
- Rechtspersoonlijkheid wordt slecht toegepast als het kind levend geboren worden +
het kind is levensvatbaar
Opmerking: soms worden aan de nog ongeboren vrucht bepaalde rechten toegekend (bv.
erven, het ontvangen van schenkingen en de erkenning) (art. 906, 328 BW)
Het ongeboren kind kan na zijn geboorte slechts aanspraak maken indien het reeds
verwekt was voor de rechten openvielen + kind moet levend en levensvatbaar geboren werd
KIND HEEFT GEEN RECHTSPERSOONLIJKHEID VOOR GEBOORTE (art 725 BW)
Embryobescherming:
De Embryowet van 11/05/2003 creëert een wettelijk kader voor onderzoek op menselijke
embryo’s:
- Onder bepaalde omstandigheden is onderzoek op menselijke embryo’s toegelaten
- Reproductief menselijk klonen = verboden
- Het gebruik van embryo’s voor commerciële doeleinden/ met eugenetisch oogmerk
= verboden
Abortus:
- Abortuswet van 15/10/2018 -> wet die vrijwillige abortus regelt
Art. 348, 349 en 352 Sw.: vruchtafdrijving bij een vrouw die daarin toestemde
- Vóór de regeling van de zwangerschapsonderbreking (3/04/1990) -> elke
opzettelijke zwangerschapsonderbreking met het doel de vrucht te doden ->
strafbaar
- Voorwaarden abortus (heden):
o De abortus moet gebeuren op verzoek + toestemming van de vrouw
o Uitgevoerd door een geneesheer in medisch verantwoorde omstandigheden
o Gedurende de eerste 84 dagen van de zwangerschap
o Wanneer de zwangere vrouw in een noodsituatie verkeert
Dokter/ verpleegster kan niet gedwongen worden om aan de abortusprocedure mee te
werken
Aangifteverlichtingen n.a.v. de geboorte:
De aangifte van de geboorte moet binnen de 15 dagen na de bevalling gedaan worden door
vader/ moeder (art. 43 BW)
1
,De dood:
- De lichamelijke dood is het einde van de fysieke persoon + einde van
rechtspersoonlijkheid
- Er wordt automatisch een autopsie uitgevoerd op kinderen -18 die onverwacht en
medisch onverklaard overlijden (NIET indien ouders zich verzetten)
- Belangrijke juridische problemen m.b.t. het overlijden van een persoon:
1. Vaststelling van het overlijden:
- Problematiek is opgekomen bij transplantatiewet -> tijdstip van overlijden werd
cruciaal
Indien de door wordt vastgesteld met het oog op transplantatie: vaststelling moet
gebeuren door 3 geneesheren die met de transplantatie niets te maken hebben
- Een mens is dood: volledige afwezigheid van elke hersenwerking
2. Recht om rustig te sterven:
- Interventie in het stervenproces: men aanvaardt het recht om niet gestoord te
worden in zijn stervenproces, eenmaal dit is ingetreden
Iedereen heeft het recht om ongestoord te sterven: ‘onaantastbaarheid van het
sterfbed’
Therapeutische hardnekkigheid: alle ingrepen waardoor het stervenproces
kunstmatig wordt verlengd
- Medische handelingen met als oogmerk het doden: EUTHANASIE
De Euthanasiewet van 28/05/2002 creëert een wettelijk en deontologisch kader
voor euthanasie
EUTHANASIE:
- = ‘Het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkende,
op diens verzoek’ (art. 2) -> geldig voor terminale patiënten + patiënten die zich in
een uitzichtloze situatie bevinden van aanhoudend en ondraaglijk lijden (zowel fysiek
als psychisch)
- Strafbaarheid: art 392-393 SW
- Toegelaten euthanasie (art 3): de voorwaarden zodat euthanasie niet als strafbaar
wordt gezien:
o Uitgevoerd door een arts
o Een vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek, in schriftelijke vorm, door een
meerderjarige, handelsbekwame persoon/ ontvoogde minderjarige (of
wilsverklaring)
o Terminale toestand/ uitzichtloze toestand van aanhoudend lijden
Bij meerderjarigen: psychisch + fysisch (niet-terminaal)
Bij minderjarigen: fysisch + (terminale ziekte)
o Naleving van alle voorwaarden + procedures
De arts die de euthanasie toepaste, doet hiervan aangifte bij de federale Controle- en
Evaluatiecommissie (art. 5-6 Euth.W.) -> kijkt na of de euthanasie in overeenstemming met
de wet is uitgevoerd
Art. 15: euthanasie volgens het boekje wordt gezien als een natuurlijke dood
- Euthanasie is geen mensrecht
2
, - Een arts kan niet verplicht worden om mee te werken aan euthanasie
- Medische handelingen zonder oogmerk om te doden:
De problematiek van de interventie in het levens- en stervensproces zonder het
oogmerk om de dood, maar waar de dood als gevolg intreedt, kan in verschillende
typegevallen worden onderverdeeld:
o Het toedienen van pijnbestrijdingsmiddelen -> geen euthanasie
o Zinloze of onverantwoorde medische ingreep niet toepassen boek p12
o Het kunstmatig in leven houden:
Indien de dood medisch is ingetreden (klinisch dood) -> alle activiteiten
moeten gestaakt worden, behalve die nodig zijn om transplantatie te laten
doorgaan
Indien dood niet is ingetreden: vraag om het stopzetten van kunstmatige
technieken voor het in leven houden
o Het recht om een medische behandeling te weigeren (door mensen die over
een vrije wil beschikken) -> indien ouders van een minderjarige dit weigeren
-> toetsing door jeugdrechter
3. Rechtstatuut van het lijk:
- Een lijk = rec sacra = geen verhandelbaar goed in de zin van het zakenrecht
- De wil van het lijk moet worden gerespecteerd m.b.t. zijn beschikkingen over zijn lijk
en begrafenis
- Lijkschouwing/ obductie = een onderzoek door een gespecialiseerd geneesheer om
bepaalde vaststellingen te doen m.b.t. het overlijden
Bij vraag van nabestaanden onmiddellijk na het overlijden, strafrechtelijk
onderzoek en civielrechtelijk als bewijs
- Afstand van een lijk = de wilsbeschikking van de overledene waarin hij verklaart zijn
lichaam af te staan aan universiteit/ wetenschappelijk onderzoek
- Transplantatie (Art. 10-14 Orgaantransplantatie): positief stelsel -> bij iedereen
mogen de organen worden weggenomen (behalve bij verzet)
Anonimiteit van de donor!!
Orgaanwegneming mag niet bij een overlijden wegens ongekende oorzaak (art.
13 bis 2)
4. Formaliteiten bij het overlijden (art. 55 BW)
- Aangifteverplichting van het overlijden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand ->
er worden een overlijdensakte opgesteld
5. Begrafenis of crematie:
- Lijken worden gecremeerd/ begraven -> urne: begraven/ verstrooid
Onder bepaalde voorwaarden kan de urne ter beschikking worden gesteld van de
nabestaanden (Art .24, lid 2,3)
- Toestemming tot begraving wordt verleend door ambtenaar van de burgerlijke stand
- Verdacht overlijden: procureur des Konings verwittigd
Onzekerheid nopens het bestaan:
3
, Het bestaan van de persoon levert problemen op -> een afwezige, vermiste en niet-
aanwezige persoon:
a) Een afwezige:
- = Degene die opgehouden heeft te verschijnen waar hij zijn woonplaats/ zijn
verblijfplaats had en van wie men geen nieuws heeft ontvangen, zodat men niet
weet of hij levend/ dood is
- Indien +3 maand geen nieuws ontvangen: de vrederechter kan vermoeden van
afwezigheid vaststellen (art. 112 BW) -> vermogen wordt beheerd door gerechtelijk
bewindvoerder
- Indien +5 jaar is verlopen: familierechtbank kan een verklaring van afwezigheid
afleveren (art. 118 BW) -> vonnis = overlijden
b) Een vermiste:
- = Degene van wie men redelijkerwijze weet dat hij dood is, maar van wie men het lijk
niet kan terugvinden (Bv. bedolven in een mijn ten gevolge van ontploffing)
- Gerechtelijke procedure voeren om het overlijden te doen vaststellen (art. 35…BW)
c) Eenvoudig niet-aanwezige:
- = Een persoon die men niet aantreft in zijn woonplaats, alhoewel men met zekerheid
weet dat hij nog in leven is.
- Geen bijzondere rechtsgevolgen verbonden (een gerechtsdeurwaarder kan bv. een
dagvaardingsexploot betekenen)
AFDELING 2: Biotechnologie en het recht
Het menselijk lichaam vertoont een publiekrechtelijk statuut -> een persoon kan niet over
zijn eigen lichaam beschikken zoals hij over zijn goederen kon beschikken
Er zijn 3 ontwikkelingskanalen die worden onderscheiden:
a) De medische vooruitgang en de vooruitgang in de wetenschappen hebben
problemen doen ontstaan rond:
- De mogelijkheid tot het gebruik/ hergebruik van organen -> wetgeving van de
orgaantransplantatie en substantie ontstaat
- De verhoogde noodzaak om nieuwe technieken en behandelingen uit te testen op
mensen -> nieuwe wet op proeven op mensen
- De mogelijkheid om diep in te grijpen in het probleem van de menselijke
onvruchtbaarheid -> wet tot bescherming van menselijk embryo
b) Verhoogde zeggenschap over het eigen lichaam: wijziging van de abortus- en
euthanasiewet + wetgeving over tatoeage en piercing
c) Zorg voor de patiënten: wet op de patiëntenrechten, pijnbestrijding en maatregelen
bij overlijden van zeer jonge kinderen
4