Introductie week 1 - Oriëntatie en luistervaardigheden 1
Na het afronden van deze week ben je in staat om
kennis en inzicht te verkrijgen in de algemene principes van communicatie
rollenspelen te observeren en constructieve feedback te geven
de luistervaardigheden Aandachtgevend gedrag (AG), Kleine
aanmoedigingen (KA) en Vragen stellen (OV en GV) te observeren en toe
te passen.
Aandachtgevend Gedrag (AG)
Kleine Aanmoediging (KA)
Open Vraag (OV)
Gesloten Vraag (GV)
Parafraseren (PF)
Gevoelsreflectie (GR)
Samenvatten (S)
Hardop Denken (HD)
A Aandachtgevend Non-verbale kleine aanmoedigingen om
G Gedrag gesprekspartner vrijuit te laten praten en te
stimuleren om met diens verhaal door te gaan.
K Kleine Verbale kleine aanmoedigingen om gesprekspartner
A Aanmoediging vrijuit te laten praten en te stimuleren om met diens
verhaal door te gaan. Ook korte herhalingen om door
te gaan op een onderwerp (bijv. ‘en toen?’) vallen
hieronder.
G Gesloten Gesloten vragen impliceren een bepaald type antwoord.
V vraag Meestal kunnen gesloten vragen beantwoord worden met ja
of nee, of door een feitelijk antwoord te geven.
O Open Open vragen laten gesprekspartner vrij om naar inhoud en
V vraag vorm te antwoorden.
Week 2 - Luistervaardigheden 2
Na het afronden van deze week ben je in staat om de volgende
luistervaardigheden toe te passen:
parafraseren van inhoud (PF)
reflecteren van gevoelens (GR)
samenvatten (S)
1
,Een goede parafrase wordt tentatief gesteld en is een korte herhaling in eigen
woorden van de kern van datgene wat de gesprekspartner in een voorgaande
gespreksbeurt heeft gezegd. Met een parafrase controleer je of je de
gesprekspartner goed hebt begrepen.
P Parafra Een goede parafrase wordt tentatief gesteld en is een korte
F se herhaling in eigen woorden van de kern van datgene wat de
gesprekspartner in een voorgaande gespreksbeurt heeft
gezegd. Met een parafrase controleer je of je de
gesprekspartner goed hebt begrepen.
GR Bij een goede gevoelsreflectie wordt het juiste gevoel dat
Gevoelsreflecti gesprekspartner (bij voorkeur in het hier en nu) laat zien met
e passende intensiteit en tentatief teruggegeven. Met een
gevoelsreflectie controleer je of je de emoties die
gesprekspartner in voorafgaande gespreksbeurt liet zien, goed
hebt begrepen.
WA Een waardeoordeel reflecteert het positieve of negatieve oordeel
Waardeoorde van de gespreksleider over iets wat de gesprekspartner heeft
el geuit. Een waardeoordeel kan op zichzelf staan maar kan ook
verstopt zitten in een andere gesprekstechniek. Beperk het
gebruik van waardeoordelen in een gesprek.
S Samenvatt Een goede samenvatting geeft in eigen bewoordingen de
en hoofdelementen uit het betoog weer. De samenvatting heeft
betrekking op meerdere gespreksbeurten; heeft een structurerend
karakter en is tentatief gesteld.
Week 3 Regulerende vaardigheden
Na het afronden van deze week ben je in staat om
de volgende regulerende vaardigheden te observeren, toe te passen en te
analyseren:
o Openen van gesprek en vaststellen doel(en) (GO)
o Terugkoppelen naar (begin)doelen (TD)
o Situatie verduidelijken (SV)
o Hardop denken (HD)
o Afsluiten van het gesprek (GA)
de luister- en regulerende vaardigheden in een intakegesprek te integreren
delen van dit gesprek in een transcript kritisch te evalueren.
Gesprek openen en afsluiten
G Gesprek Het openen van het gesprek bevat doorgaans de begroeting
O Openen en het op gemak stellen van de gesprekspartner. Daarna
wordt informatie gegeven over de doelen van het gesprek,
de gespreksonderwerpen en de beschikbare tijd. Bij
2
, sommige gespreksmodellen wordt afgeweken van deze
opbouw.
G Gesprek Het afsluiten van het gesprek omvat een samenvatting
A Afsluiten waarin wordt nagegaan of de gespreksdoelen behaald zijn.
Verder worden afspraken gemaakt of opnieuw verwoord en
worden mogelijke vervolgafspraken besproken.
Hardop Denken
H Hardop Hardop denken is het hardop uitspreken van de gedachten
D Denken die je op dat moment hebt om het gesprek weer op gang te
helpen. Hardop denken bevordert de samenwerking.
Een bijzondere vorm van hardop denken is het herhalen van
een klein stukje van hetgeen gesprekspartner in de vorige
gespreksbeurt heeft gezegd, gevolgd door een open of
gesloten vraag. Op deze wijze wordt HD gebruikt als opstapje
voor een concretiserende vraag.
Situatie Verduidelijken
De gesprekstechniek Situatie verduidelijken is van belang wanneer blijkt dat de
wederzijdse verwachtingen niet op elkaar zijn afgestemd. Het inzetten van deze
techniek heeft als doel deze verstoring te herstellen. Bij de toepassing van
Situatie verduidelijken is er sprake van een gesprek over een gesprek
(een metagesprek).
S Situatie Situatie verduidelijken is een vaardigheid om
V Verduidelijken onduidelijkheden of misverstanden in een metagesprek
aan de orde te stellen zodat doelen en verwachtingen
van gesprekspartners weer overeenkomen. Het goed
toepassen van situatie verduidelijken kent meerdere
stappen. Start met een parafrase van hetgeen
gesprekspartner heeft gezegd, benoem de
onduidelijkheid of het misverstand
(metacommunicatie). Geef aan wat je niet wil, geef aan
wat je wel wil. Vang eventueel teleurstelling op. Maak
een afspraak. Keer terug naar het gesprek.
De regulerende vaardigheid Situatie verduidelijken is dus iets anders dan de
zendervaardigheid (week 4) Informatie geven, waarbij informatie binnen de
context van een gesprek wordt gegeven. Bij informatie geven is er geen sprake
van een metagesprek en gaat het louter om verstrekken van informatie.
I Informatie Informatie geven betreft het geven van beknopte feitelijke
geven informatie aan gesprekspartner. Goede feitelijke
informatie wordt gekenmerkt door korte zinnen en
eenvoudig taalgebruik.
Informatievergarend gesprek
3