Samenvatting Systeemgericht werken in sociale beroepen
Hoofdstuk 1 Perspectieven op gedrag
1.2 Psychodynamisch perspectief
Psychodynamische perspectief Benadrukt de invloed van vroege jeugdervaringen en
onbewuste processen op ons gedrag. Richt zich op verklaren psychische problemen.
Sigmund Freud is de grondlegger van psychodynamische stroming. Freud is geïnspireerd
door Franse hypnotherapeut Jean-Martin Charcot. Volgens Freud wordt gedrag van
mensen bepaald door onbewuste driften.
- Id (Es), bij geboorte aanwezig en bestaat uit driften. Tegenwoordig wordt het
groter gezien, men gaat uit van wensen en behoeften die ons motiveren tot
gedrag. Bijv. veiligheid, gehechtheid, individualiteit en intimiteit.
o Levensdrift (Eros of Libido) liefhebben en creëren.
o Doodsdrift (Taats) vernietiging en agressie.
- Ego (Ich), ontwikkeld over langere tijd en kind leert frustratie verdragen. Als het
ego voldoende is ontwikkeld, beseft het kind dat het zelf iemand is (met een
behoefte) en dat er om hem heen andere mensen zijn die zelf kiezen wat ze doen.
o Dit vb is belangrijk bij metalliseren: het vermogen om na te denken over de
eigen innerlijke wereld en die van anderen
- Superego (Uber-ich), ontwikkeld in kleuter tijd. Super ego ontwikkeld zich door het
goed aannemen van de normen en waarden die ouders stellen. Zij leren dit is
goed/fout. Deze normen worden vanzelfsprekend en worden als normaal ervaren.
Bestaat uit geweten en ideaal-ik.
o Geweten bewuste en onbewuste normen.
o Ideaal-ik beeld wat je in ideale zou zijn.
Schuld Gevoel dat je krijgt als je norm overtreed uit superego.
Ego is bemiddelende situatie waar id en superego met elkaar in tegenspraak zijn. Ego kan
hierop reageren met afweermechanismen.
- Afweermechanismen onbewuste strategieën waarmee ongewenste gevoelens
en herinneringen buiten het bewustzijn worden gehouden. Bijv. verdringing,
ontkenning, verschuiving, rationalisatie en projectie.
- Sublimatie Gezond afweer mechanismen. Gevoelens worden omgezet in sociaal
aanvaarde activiteiten.
Freud onderscheid 5 leeftijdsgebonden psychoseksuele ontwikkelingsstadia. Hierin wordt
lichaamsdeel geassocieerd met behoefte die op dat moment centraal staat.
- Orale fase, 0 mnd
- Anale fase, 18 mnd.
- Fallische fase, 4 jaar
- Latentie fase, 5-6 jaar
- Genitale fase, puberteit
o Fixatie Stagneren van psychoseksuele ontwikkeling door moeilijkheden
in fases.
o Regressie Terugval in een eerdere ontwikkelingsfase.
Overdracht Verschijnsel dat (onbewuste) ervaringen van vroeger in de huidige situatie
worden geprojecteerd. Er komen gevoelens op die eigenlijk niet in het hier en nu horen,
maar bij sleutelfiguren in het verleden.
Tegenoverdracht Heeft betrekking op gevoelens van de professional in het contact.
Tegenoverdracht kan ontstaan wanneer kenmerken van de cliënt resoneren met een
onbewust thema van de professional. Kan positief of negatief ervaren worden.
,Neo-freudianen zijn leerlingen van Freud die eigen inzichten hebben toegevoegd aan de
psychodynamische theorie van Freud. Dit leidt tot een breuk met Freud. Een van de
standpunten is dat het onbewuste niet alleen een persoonlijk deel maar ook een collectief
deel heeft, waar alle mensen toegang tot hebben. Ook zien we in dat mensen naast
seksuele en agressieve behoeften ook spirituele hebben. Deze ideeën komen vooral van
Jung, hij heeft weinig aandacht gekregen in de ontwikkeling van deze theorie.
Psychodynamische theorie is niet objectief verifieerbaar en dus niet wetenschappelijk te
toetsen. Het werd dan ook lange tijd als onwetenschappelijk gezien. Moderne
psychodynamische psychotherapie is korter dan klassieke psychoanalyse en meer gericht
op actuele relaties.
Falsifieerbaar het moet mogelijk zijn om de hypothese op basis van waarnemingen te
ontkrachten.
Metalliseren vermogen om na te denken over de eigen innerlijke weren en die van
anderen. Het gaat om het besef dat de wereld die wij ervaren niet de wereld zelf is, maar
dat daar mentale processen tussen zitten.
- Metalliseren bevorderende therapie (MBT) is een evidence based behandeling voor
mensen met persoonlijkheidsstoornissen. Het is een systeemgerichte behandeling
om (weer) op gang te brengen van metalliseren binnen gezinnen of
partnerrelaties.
1.3 Behavioristisch perspectief
Behavioristisch perspectief benadrukt de invloed van leerervaringen op ons gedrag. Richt
zich op waarneembaar gedrag; onbewuste processen vond men niet bij psychologie
horen. Grondlegger is Ivan Pavlov in 1897.
Klassieke conditionering Leren door associatie. Hij probeerde uit of honden al gingen
kwijlen in een reactie op een willekeurige neutrale stimulus, die niets met
speekselafscheiding te maken had. In zijn experiment was voedsel een
ongeconditioneerde stimulus, een prikkel die een natuurlijke respons (=reactie) uitlokt.
Kwijlen dus. Na verloop van tijd gingen de honden al kwijlen bij het geluid van het
voedsel. Het geluid was een geconditioneerde stimulus. De reactie op het geluid noemt
Pavlov de geconditioneerde respons.
Behavioristisch perspectief ontleent zijn naam aan een lezing van Watson. Dit staat ook
wel bekend als behavioristisch manifest. Als de psychologie een empirische wetenschap
wil zijn, kan enkel bezighouden met waarneembaar gedrag en gewoontevorming. Watson
gaat ervan uit dat alle gedrag aangeleerd is.
- Nature aangeboren
- Nuture aangeleerd/ervaringen
Operante conditionering leren is door gevolgen van gedrag. Dit leergedrag werd
aangetoond door Thorndike. Hij observeerde dieren die leerden dmv ‘’trial and error’’.
- Wet van het effect de wetmatigheid dat gedrag dat een positief resultaat
oplevert, eerder wordt herhaald dan gedrag dat geen of een negatief resultaat
oplevert.
- Bekrachtiging gedrag heeft een aangenaam gevolg en neemt de kans op
herhaling toe.
- Positieve bekrachtig een prettig gevolg heeft een aangename stimulus. (Zoals
compliment).
- Negatieve bekrachtiging Is een prettig gevolg bij het verminderen of verdwijnen
van een onaangename prikkel.
- Straf Onaangenaam gevolg. Kan op twee manieren.
, o Negatieve straf onaangenaam gevolg dat een prettige stimulus afneemt
of verdwijnt. (kan ook zijn dat online spel afloopt omdat je een fout maakt
met het poppetje.
o Positieve straf onaangenaam gevolg en onaangename stimulus, zoals
vieze smaak, een pijnprikkel of uitbrander.
Skinners verfijnde de inzichten van operante conditioneren door onderzoek met duiven
waarvan hij de reacties in een Skinner-box manipuleerde met bekrachtiging en straf.
- Variabel bekrachtingsschema Actie levert soms wat op, soms ook niet. Dit
principe wordt toegepast in gokkasten.
Skinner neemt binnen de behavioristische stroming een radicale positie in door te stellen
dat gedrag volledig wordt bepaald door aanleg, leerervaringen in het verleden en de
omstandigheden.
Cognitieve kaart mentale voorstelling van fysiek omgeving.
Albert Bandura Toonde aan dat direct ervaren van stimuli geen noodzakelijke
voorwaarde is om te leren. Mensen leren ook van observeren van anderen.
- Dit heet sociaal leren, leren door imitatie of observerend leren.
Tripple P programma waarin ouders positief gedrag leren te belonen en negatief
gedrag op de afgesproken manier leren te bestraffen (operante conditionering).
1.4 Cognitief perspectief
Cognitief perspectief benadrukt de invloed van cognitieve processen op gedrag. Richt
zich op informatieverwerkingsprocessen tussen de stimulus en respons plaatsvinden.
Piaget staat centraal bij deze theorie.
- Cognitieve schema een samenhangend cluster van informatie over een bepaald
onderwerp.
Schema’s ontwikkelen zich aan de hand van adaptie.
- Adaptie Schema’s ontwikkelen zich aan de hand van ervaringen.
- Accommodatie Bestaand schema veranderd door nieuwe ervaringen.
- Assimilatie Vertekenen van waarnemingen op basis van bestaand schema.
Cognitieve theorie verklaard dat mensen in de zelfde situatie verschillend reageren.
- Constructivisme filosofische stroming waarin gesteld wordt dat mensen hun
eigen werkelijkheid creëren.
Rationeel-Emotieve therapie is in dezelfde tijd ontwikkeld en is de eerste cognitieve
therapie (RET) door Ellis.
- RET werkt met ABC-model, tussen een situatie (A,activating event) en de
gevoelsmatige en gedragsmatige reactie daarop (C, consequences) zitten
gedachten over de situatie (B,beliefs). RET is gericht op de gedachten; die worden
uitgedaagd en vervangen door meer helpende krachten.
Beck’s ontwikkelde ook een cognitieve theorie, deze is gericht op het behandelen van
depressieve mensen.
1.5 Humanistisch perspectief
Humanistisch of clientgericht perspectief benadrukt keuzevrijheid en het belang van
authentiek contact bij het vormgeven van het eigen leven. Centraal staat
zelfactualisering: de natuurlijke neiging van mensen om uit te groeien tot wie ze werkelijk
zijn (Aangeboren neiging om zicht te ontwikkelen). Dit wordt ook wel
zelfactualiseringstendens genoemd. Deze stroming is ontwikkeld in de jaren na de tweede
wereld oorlog.
Hoofdstuk 1 Perspectieven op gedrag
1.2 Psychodynamisch perspectief
Psychodynamische perspectief Benadrukt de invloed van vroege jeugdervaringen en
onbewuste processen op ons gedrag. Richt zich op verklaren psychische problemen.
Sigmund Freud is de grondlegger van psychodynamische stroming. Freud is geïnspireerd
door Franse hypnotherapeut Jean-Martin Charcot. Volgens Freud wordt gedrag van
mensen bepaald door onbewuste driften.
- Id (Es), bij geboorte aanwezig en bestaat uit driften. Tegenwoordig wordt het
groter gezien, men gaat uit van wensen en behoeften die ons motiveren tot
gedrag. Bijv. veiligheid, gehechtheid, individualiteit en intimiteit.
o Levensdrift (Eros of Libido) liefhebben en creëren.
o Doodsdrift (Taats) vernietiging en agressie.
- Ego (Ich), ontwikkeld over langere tijd en kind leert frustratie verdragen. Als het
ego voldoende is ontwikkeld, beseft het kind dat het zelf iemand is (met een
behoefte) en dat er om hem heen andere mensen zijn die zelf kiezen wat ze doen.
o Dit vb is belangrijk bij metalliseren: het vermogen om na te denken over de
eigen innerlijke wereld en die van anderen
- Superego (Uber-ich), ontwikkeld in kleuter tijd. Super ego ontwikkeld zich door het
goed aannemen van de normen en waarden die ouders stellen. Zij leren dit is
goed/fout. Deze normen worden vanzelfsprekend en worden als normaal ervaren.
Bestaat uit geweten en ideaal-ik.
o Geweten bewuste en onbewuste normen.
o Ideaal-ik beeld wat je in ideale zou zijn.
Schuld Gevoel dat je krijgt als je norm overtreed uit superego.
Ego is bemiddelende situatie waar id en superego met elkaar in tegenspraak zijn. Ego kan
hierop reageren met afweermechanismen.
- Afweermechanismen onbewuste strategieën waarmee ongewenste gevoelens
en herinneringen buiten het bewustzijn worden gehouden. Bijv. verdringing,
ontkenning, verschuiving, rationalisatie en projectie.
- Sublimatie Gezond afweer mechanismen. Gevoelens worden omgezet in sociaal
aanvaarde activiteiten.
Freud onderscheid 5 leeftijdsgebonden psychoseksuele ontwikkelingsstadia. Hierin wordt
lichaamsdeel geassocieerd met behoefte die op dat moment centraal staat.
- Orale fase, 0 mnd
- Anale fase, 18 mnd.
- Fallische fase, 4 jaar
- Latentie fase, 5-6 jaar
- Genitale fase, puberteit
o Fixatie Stagneren van psychoseksuele ontwikkeling door moeilijkheden
in fases.
o Regressie Terugval in een eerdere ontwikkelingsfase.
Overdracht Verschijnsel dat (onbewuste) ervaringen van vroeger in de huidige situatie
worden geprojecteerd. Er komen gevoelens op die eigenlijk niet in het hier en nu horen,
maar bij sleutelfiguren in het verleden.
Tegenoverdracht Heeft betrekking op gevoelens van de professional in het contact.
Tegenoverdracht kan ontstaan wanneer kenmerken van de cliënt resoneren met een
onbewust thema van de professional. Kan positief of negatief ervaren worden.
,Neo-freudianen zijn leerlingen van Freud die eigen inzichten hebben toegevoegd aan de
psychodynamische theorie van Freud. Dit leidt tot een breuk met Freud. Een van de
standpunten is dat het onbewuste niet alleen een persoonlijk deel maar ook een collectief
deel heeft, waar alle mensen toegang tot hebben. Ook zien we in dat mensen naast
seksuele en agressieve behoeften ook spirituele hebben. Deze ideeën komen vooral van
Jung, hij heeft weinig aandacht gekregen in de ontwikkeling van deze theorie.
Psychodynamische theorie is niet objectief verifieerbaar en dus niet wetenschappelijk te
toetsen. Het werd dan ook lange tijd als onwetenschappelijk gezien. Moderne
psychodynamische psychotherapie is korter dan klassieke psychoanalyse en meer gericht
op actuele relaties.
Falsifieerbaar het moet mogelijk zijn om de hypothese op basis van waarnemingen te
ontkrachten.
Metalliseren vermogen om na te denken over de eigen innerlijke weren en die van
anderen. Het gaat om het besef dat de wereld die wij ervaren niet de wereld zelf is, maar
dat daar mentale processen tussen zitten.
- Metalliseren bevorderende therapie (MBT) is een evidence based behandeling voor
mensen met persoonlijkheidsstoornissen. Het is een systeemgerichte behandeling
om (weer) op gang te brengen van metalliseren binnen gezinnen of
partnerrelaties.
1.3 Behavioristisch perspectief
Behavioristisch perspectief benadrukt de invloed van leerervaringen op ons gedrag. Richt
zich op waarneembaar gedrag; onbewuste processen vond men niet bij psychologie
horen. Grondlegger is Ivan Pavlov in 1897.
Klassieke conditionering Leren door associatie. Hij probeerde uit of honden al gingen
kwijlen in een reactie op een willekeurige neutrale stimulus, die niets met
speekselafscheiding te maken had. In zijn experiment was voedsel een
ongeconditioneerde stimulus, een prikkel die een natuurlijke respons (=reactie) uitlokt.
Kwijlen dus. Na verloop van tijd gingen de honden al kwijlen bij het geluid van het
voedsel. Het geluid was een geconditioneerde stimulus. De reactie op het geluid noemt
Pavlov de geconditioneerde respons.
Behavioristisch perspectief ontleent zijn naam aan een lezing van Watson. Dit staat ook
wel bekend als behavioristisch manifest. Als de psychologie een empirische wetenschap
wil zijn, kan enkel bezighouden met waarneembaar gedrag en gewoontevorming. Watson
gaat ervan uit dat alle gedrag aangeleerd is.
- Nature aangeboren
- Nuture aangeleerd/ervaringen
Operante conditionering leren is door gevolgen van gedrag. Dit leergedrag werd
aangetoond door Thorndike. Hij observeerde dieren die leerden dmv ‘’trial and error’’.
- Wet van het effect de wetmatigheid dat gedrag dat een positief resultaat
oplevert, eerder wordt herhaald dan gedrag dat geen of een negatief resultaat
oplevert.
- Bekrachtiging gedrag heeft een aangenaam gevolg en neemt de kans op
herhaling toe.
- Positieve bekrachtig een prettig gevolg heeft een aangename stimulus. (Zoals
compliment).
- Negatieve bekrachtiging Is een prettig gevolg bij het verminderen of verdwijnen
van een onaangename prikkel.
- Straf Onaangenaam gevolg. Kan op twee manieren.
, o Negatieve straf onaangenaam gevolg dat een prettige stimulus afneemt
of verdwijnt. (kan ook zijn dat online spel afloopt omdat je een fout maakt
met het poppetje.
o Positieve straf onaangenaam gevolg en onaangename stimulus, zoals
vieze smaak, een pijnprikkel of uitbrander.
Skinners verfijnde de inzichten van operante conditioneren door onderzoek met duiven
waarvan hij de reacties in een Skinner-box manipuleerde met bekrachtiging en straf.
- Variabel bekrachtingsschema Actie levert soms wat op, soms ook niet. Dit
principe wordt toegepast in gokkasten.
Skinner neemt binnen de behavioristische stroming een radicale positie in door te stellen
dat gedrag volledig wordt bepaald door aanleg, leerervaringen in het verleden en de
omstandigheden.
Cognitieve kaart mentale voorstelling van fysiek omgeving.
Albert Bandura Toonde aan dat direct ervaren van stimuli geen noodzakelijke
voorwaarde is om te leren. Mensen leren ook van observeren van anderen.
- Dit heet sociaal leren, leren door imitatie of observerend leren.
Tripple P programma waarin ouders positief gedrag leren te belonen en negatief
gedrag op de afgesproken manier leren te bestraffen (operante conditionering).
1.4 Cognitief perspectief
Cognitief perspectief benadrukt de invloed van cognitieve processen op gedrag. Richt
zich op informatieverwerkingsprocessen tussen de stimulus en respons plaatsvinden.
Piaget staat centraal bij deze theorie.
- Cognitieve schema een samenhangend cluster van informatie over een bepaald
onderwerp.
Schema’s ontwikkelen zich aan de hand van adaptie.
- Adaptie Schema’s ontwikkelen zich aan de hand van ervaringen.
- Accommodatie Bestaand schema veranderd door nieuwe ervaringen.
- Assimilatie Vertekenen van waarnemingen op basis van bestaand schema.
Cognitieve theorie verklaard dat mensen in de zelfde situatie verschillend reageren.
- Constructivisme filosofische stroming waarin gesteld wordt dat mensen hun
eigen werkelijkheid creëren.
Rationeel-Emotieve therapie is in dezelfde tijd ontwikkeld en is de eerste cognitieve
therapie (RET) door Ellis.
- RET werkt met ABC-model, tussen een situatie (A,activating event) en de
gevoelsmatige en gedragsmatige reactie daarop (C, consequences) zitten
gedachten over de situatie (B,beliefs). RET is gericht op de gedachten; die worden
uitgedaagd en vervangen door meer helpende krachten.
Beck’s ontwikkelde ook een cognitieve theorie, deze is gericht op het behandelen van
depressieve mensen.
1.5 Humanistisch perspectief
Humanistisch of clientgericht perspectief benadrukt keuzevrijheid en het belang van
authentiek contact bij het vormgeven van het eigen leven. Centraal staat
zelfactualisering: de natuurlijke neiging van mensen om uit te groeien tot wie ze werkelijk
zijn (Aangeboren neiging om zicht te ontwikkelen). Dit wordt ook wel
zelfactualiseringstendens genoemd. Deze stroming is ontwikkeld in de jaren na de tweede
wereld oorlog.