specialisatie
Programma
- Wat is kapitalisme ? Wat levert het op?
- Winst uit handel en specialisatie
- Cursus overzicht en organisatie
What money cant buy: the moral limits of markets. Michael Sandel
- Mensen kunnen tegenwoordig dmv geld voordelen kopen. Bijv.
Fastpasses in attractieparken, zo kunnen mensen de wachtrijen
ontlopen
- Advertenties om onbelangrijke dingen belangrijke te laten lijken
- Worden en marktsociety >> markt thinking toegepast in alle
aspecten van ook ons persoonlijke leven, ook in gezondheidszorg
bijv.
- Klopt niet helemaal wat hij zegt
• Zijn niet dezelfde soort interacties als PSO
• Markten zijn e ectief voor productie, maar kritisch op wat geld
nu kan kopen en de waarden die we nu hebben
Kapitalisme
- Ontstond in 18e eeuw
- Kapitalisme is een economisch systeem waarin privaat eigendom, markten bedrijven een grote
rol spelen
- Met jouw eigendommen kun je doen wat je wilt; je kunt anderen het gebruik ontzeggen; je kunt
het verkopen of cadeau doen aan iemand; deze persoon wordt de nieuwe eigenaar en kan …
- In het kapitalisme zijn kapitaal goederen een belangrijke vorm van privaat eigendom: duurzame
middelen van productie, zoals gebouwen machines, computerprogramma’s.
KAPITALISME KARAKTERISEREN : MARKTEN
- Markten zijn instituties waar eigendommen worden overgedragen
• Marktoverdrachten zijn wederkerig: geld voor bijv boek, anders dan diefstal en giften
• Marktoverdrachten zijn vrijwillig. Het is jouw eigendom , dus jij kiest >> anders dan diefstal of
overdrachten in een gecentraliseerde economie
• Markten zijn gekenmerkt door competitie: als iedereen voor een lage prijs kiest, gaan
verkopers die een hogere prijs vragen niets verkopen
KAPITALISME KARAKTERISEREN : BEDRIJVEN
- Kapitalistische bedrijven zijn een methode om productie te organiseren (Unilever, lokale sport-
dansschool
- In kapitalistische bedrijven…
• Bezitten bedrijfseigenaren (private individuen) kapitale goederen
• Kunnen bedrijfseigenaren (of managers) medewerkers aannemen en bersturen
• bezitten eigenaren de productie-output en verkopen het voor winst
• Kapitalistische bedrijven kunnen snelle groeien of verdwijnen (omdat ze geld kunnen lenen
en. Medewerkers kunnen inhuren en ontslaan) anders dan familiebedrijven of bij
staatsproductie
- Heeft de opkomst van het kapitalisme een explosie van welzijn
veroorzaakt?
• Mensen welvarender
1
ff
, • Zou ook kunnen zeggen: met het BPP: dus hoeveel geld is er, dus meer
maat van hoeveel kapitalisme is er en niet mate van welzijn
- GDP (BNP) is niet welzijn; maar is wel belangrijk
- Heeft de opkomst van het kapitalisme de planeet geruïneerd?
•Figuur: CO2 uitstoot door jaren
•Figuur: toename temperatuur afgelopen jaren
-Was het kapitalisme de ooorzaak?
•Alternatieve verklaringen kunnen niet worden uitgesloten
•Maar (theoretische) argumenten suggereren. Dat de opkomst
van kapitalisme causaal heeft bijgedragen aan de stijging in
welvaart en uitbijting van natuurlijke bronnen
•Grote delen van deze cursus toegewijd aan ontwikkelingen
van deze argumenten \
•Met dit doel voor ogen bestuderen we hoe mensen met elkaar
en met de natuurlijke omgeving interacteren in het voorzien in de
eigen levensonderhoud. >> economische wetenschap
•Wat moet wel en. Niet aan markt worden overgelaten
Winst uit handel: arbeidsverdeling & specialisatie
- Speculeerden kapitalisme bijgedragen aan welvaart explosie
- Waarom ? Mogelijke verklaringen :
• 1. Markten helpen bij het e ciënt verdelen van bronnen
• 2. Competitie tussen bedrijven als oorzaak voor permanenten technologische revolutie waar
we in leven (kapitalisme revolutie versnelt )
• 3. De opkomst van grote bedrijven en markten die uitgestrekte gebieden beslaan maakte
ongekende specialisatie in taken en producten mogelijk (e ciënter produceren)
Drie redenen waarom specialisatie productiviteit kan bevorderen:
• 1. Leern door het te doen (verhalen )
• 2. Verschillen in vaardigheid >> door grondsto en, zonlicht, fysieke en cognitieve
vaardigheden, omstandigheden
• 3. Schaalvoordelen. Wanneer het verdubbelen van de input tot meer dan 2 x output leidt.
- Bijv door technologische of organisatorische redenen of door makt macht
- Zodra de productie een bepaald niveau behaald, veranderen schaalvoordelen in
schaalnadelen (het verdubbelen van input leidt dan tot minder dan dubbele output) >>
gemiddelde kosten lange termijn, die waren afgenomen nemen weer toe
Winst uit handel: absoluut voordeel
- Twee gehuchten produceren brood en kaas met dezelfde arbeids- en kapitaalinjectie.
(Veronderstel : geen leren door doen (1), en geen schaalvoordelen (3)
• Met dezelfde input, kan
- Westvleteren heeft absolute voordeel in broodproductie > produceert meer brood
- Oostveld heeft absolute voordeel in kaasproducitie > produceert meer kaas
- Stel Westvleteren produceert uitsluitend brood, oostveld uitstluitend kaas, en ze handelen 1
brood voor 1 kaas. Dan kunnen ze per gehucht 20 broden en 20 kazen eten
• Als beide gehuchten ‘half-half’ doen en niet handelen hebben ze slechts ‘20-15’
- Westveld heeft absolute voordeel in brood en kaas
• Mogelijke conclusie: omdat westveld productiever is in het producten
van zowel kaas als brood kan westvedl niet pro teren van handel met
oostveld>> niet waar
- A. Smith: als iemand anders iets beter of goedkoper kan produceren
moeten we het wel kopen van een ander
- D. Ricardo ontwikkelde de theorie van comparatief voordeel
2
ffi fffi ffi
,Belangrijke concept: ‘opportuniteitskosten’
- Je hebt een avond vrij.opties: stappen en bankhangen
- De oportuniteitskosten van stappen zijn het missen van bankhangen. Vince versa, de
opportuniteitskosten van een avond bankhangen zijn het missen van avond stappen
• De opportuniteitskosten van het doen van X is het voordeel wat je mist door het verliezen van
de mogelijkheid om het beste alternatief X te doen.
- Ander voorbeeld:
• Je beste mogelijkheden om 1 uur op een zonnige middag te spenderen zijn (A) op je stoel
liggen of (B) 400 m2 gras maaien
• 1 uur op ligstoel = 400 m2 grasmaaien
- ‘OC van 1 uur op ligstoel = niet 400 m2 grasmaaien
- ‘OC’ van 15 min op ligstoel =. Niet 100 m2 grasmaaien
Winst uit handel: comparatief voordeel !!!!!
- Westveld:
• OC van brood: 40b = 80k > 1b=2k
• OC van kaas: 80k = 40b > 1k = 0.5b (per kaas productie, 0.5 brood
opgeven)
- Oostveld:
• OC van brood: 30b = 40k > 1b = 1.33 k
• OC van kaas : 40k = 30b > 1k = 0.75b
- De productie van 1 brood heeft lagere opportuniteitskosten in Oostveld
(1,33k) dan in westveld (2k) —> oostveld heeft een comparatief voordeel
in broodproductie
- Stel er is een markt waar 1 brood geruild wordt voor 1,5 kaas
• Westveld: de prijs van 1 brood (1.5 kaas) is lager dan de opportuniteitskosten
van de productie van 1 brood (2k). Westveld zal zich specialiseren in het
produceren van kaas en brood op de markt kopen
• Oostveld : op de markt krijg je 1,5 kaas per brood, terwijl oostveld slechts
1.33 kaas zou kunnen produceren met de middelen waarmee ze 1 brood
kunnen produceren >> ooostveld zal zich specialiseren in het produceren
van brood, en kaas op de markt kopen
• Beide kunnen pro teren van specialisatie & handel
- Handel levert voor beiden iets op als 1 brood gekocht kan worden voor een prijs
tussen 1.33 en 2 kaas
• Westveld is er voordeliger uit als ze brood kopen door kaas te verkopen dan
als ze zelf brood maken, als 1 brood minder dan 2 kaas kost.
• •Oostveld is er voordeliger uit als ze kaas kopen (door brood te verkopen) dan
als ze zelf kaas te maken,
als je meer dan 1.33 kaas per verkocht brood krijgt.
Dussssss
- Alle producten kunnen pro teren van specialisatie en handel,
• Zelfs als 1 producent het productiefst is in alles
• Zelfs als specialisatie betekent dat een producent specialiseert in een goed dat een ander
kans produceren met lagere kosten
- Producten kunn individuen, gemeenschappen of landen zijn
- Het is niet per se verkeerd om niet te specialiseren en te handelen
• Afhankelijk van anderen
• Investeren in de toekomst
3
fi fi
, college 2
Comparatief voordeel
- Het is was anders om zelf dingen te produceren dan het te kopen > e ciënt houden om te
ruilen, maar dan is het niet meer zelfgemaakt > ze moeten niet perse handelen.
Schaarste rivaliteit en verdeling
- Schaarste verwijst naar het probleem dat wensen (theoretisch) onbeperkt zijn, terwijl bronnen
beperkt (schaars) zijn.
- Als iets bereikbaar is voor iedereen op hetzelfde moment in
iedere hoeveelheid, dan is het niet schaars
- Schaarste impliceert dat individuen en samenlevingen
moeten kiezen voor welke soort productie of consumptie
bronnen worden ingezet. (Het allocatievraagstuk)
-Marktoplossing >
betaling
4
ffi