Hoofdstuk 1 boek - college 1 en 2
Collectie individueel gedrag leidt tot situatie op maatschappelijk niveau
> deze situatie wordt als undesirable beschouwd
> grote groep vindt t een groot probleem
>> probleem komt op politieke agenda
> gekeken of actie vanuit overheid nodig is
> actie ondernemen
Acties —> onbedoelde gevolgen
in conflict met belangerijke waarden en normen
Versterkt door sociale media
Onderlinge actie in organisaties
Externailisaties = mensen houden bij hun actie geen rekening met de effecten op anderen -> ze
doen te veel of te weinig van een bepaald iets waardoor het slecht de maatschappij (positieve/
negatieve)
Sociale problemen worden pas maatschappelijk problemen wanneer een grote groep mensen het
probleem ondervinden en vervolgens invloed hebben op de maatschappij
Unintended Society-level consequenties van meerdere individuen
Sociale normen = concrete gedragsregels en verwachting op basis van Values
Veil of ignorante
Principle of equal liberty = alle burgers moeten een set of basic-liberties hebben
Difference principle = :
The fair equality of opportunitys principles = everyone faces equal opportunities to access different
positions
And so long as they are advantageous to those who are least well of (the maximin principle
Excludability = a good refers to the extent to which it is possible to prevents people from
consuming that good
Rivalry = a good refers to the extent to which any one person’s consumption of that good reduces
other people’s opportunities to consume it.
Participeren aan Goods is tijdrovend en duur —> geen participatie = Fred-riding
Door veranderingen in culturele normen regulaties en technologieën kunnen goods bewegen
tussen de categorieën
Mensen met meer geld kunnen makkelijker ook in veilige buurten wonen
Social capital = features of social organization such as networks, norms, and social trust that
facilitate coordination and cooperation for mutual benefit.
non-excludability and non- rivalry: anyone could in principle draw upon it and its value does not
diminish as more people make use of it, it may become a more valuable resource in that case.
Sociaal kapitaal kan ook negatief zijn:
Mensen zo erg bezig met hun eigen groep mensen om zich heen dat ze exclusieve zijn naar
mensen die niet binnen de groep valllen
> kan leiden tot corruptie sociale controle of mogelijke sancties
• Society = association of free people
• State = seen as an institution of power based on hierarchy
, Hoofdstuk 2 - college 3 en 4
Sociale gebeurtenissen beschrijven en uitleggen
Methodologische individualisme = micro niveau behaviors zijn de kern van het explanatory proces
Aggregations of individuals = do not possess their own will or their own objectives and thus can only take
actions when their members have agreed upon a course to follow.
Weber’s theorie - actor based
- gedrag van individuen moet worden geinterpeteerd binnen de context waarin het plaatsvind
- altijd compromissen tussen 2 of meer participant > beïnvloeden elkaar
Centextual influence > vormen mensen hun motieven, voorkeuren, desires. Daarnaast hun mogelijkheden
om op deze motieven desires en voorkeuren te reageren
Rationality = keuzes begrijpen . Mensen gebruiken hun kennis en resources om keuzes te maken, en hun
doelen te bereiken . Maken keuzes om hun voorkeuren zoveel mogelijk te volbrengen
Homieconomicus = selfish
Homo sociologicus = houden rekening met anderen
Prisoners dilemma -> spelthoerie
Moeten keuzes maken weten niet wat de andere kiest, beide confession is 50/50 voor beide en anders kan
het positief of negaties zijn
Sociaal evenwicht = geen enkel individueel Has an incentive, of wil zijn gedrag veranderen
Sociaal optimum = meest desirable vanuit maatschappelijk perspectief
Situational mechanisms = macro-micro links. Macro niveau context beïnvloed gedrag van individu
Action forming mechanism = micro-=micro. Individuen maken keuzen en eindigen bij acties en interacties ?
Transformation mechanism = micro-macro. Gedrag van individuen leidt tot gevolgen op macro niveau.
Sekf-fulfilling prophecy beïnvloed collectieve gedrag: doordat mensen elkaars gedrag imiteren en daarmee
andere controle geven over hun gedrag
Cognitive dissonance = meningen botsen
Mensen hebben recht op zich te gedragen zoals ze willen > vrijheid van meningsuiting , property rechten,
privacy rechten
Principal-agent relations = supervisor en subordinate —> principal wil dat agent dingen voor hem doet waar
agent vervolgens een reward voor krijgt -> principale geeft instructies en regels aan agent —> kan tot
problemen en conflicten leiden : de wensen of waarden van principal en agent kunnen verschillen
Principal-agent Problem = er kunnne wel instructies gegeven worden maar de principal kan nooit 100% alle
aspecten van het gedrag van de agent monitoren > waste ressources , staal etc
2 typen informatie problemen :
Moraal hazard: na een overeenkomst tussen 2 actors besluit eentje in Risky Behavior deel te nemen waar de
andere de dupe van wordt
Advertentie selectiebeleid: unequal Information Aboutaleb the quality of the good being traded