Psychologie, een inleiding
Er zijn een aantal psychologische perspectieven:
- Psychodynamische psychologie
Persoonlijkheid en psychische stoornissen komen voort uit processen in het
onbewuste. Gedrag wordt dan ook bepaald door deze processen.
- Humanistische psychologie
Psychologie zou de nadruk moeten leggen op menselijke groei en potentie in
plaats van psychische stoornissen. Gedrag wordt bepaald door onze
aangeboren behoefte om te groeien.
- Dispositionele invalshoek
Verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in blijvende kenmerken en
neigingen, die karaktertrekken en temperamenten genoemd worden.
- Biologisch perspectief
Het lichaam kan apart van de geest worden bestuurd. Gedrag wordt bepaald
door de hersenen, het zenuwstelsel, het endocriene stelsel en de genen.
- Cognitief perspectief
Mensen verlenen op een actieve manier betekenis aan zichzelf en hun
omgeving.
De computer is een metafoor hoe we omgaan met informatie. -> opnemen,
opslaan, gebruiken.
- Behavioristisch perspectief
Psychologie zou de wetenschap van observeerbaar gedrag moeten zijn. ->
Blackbox Psychology.
Gedrag wordt bepaald door de prikkels in de omgeving en de voorgaande
consequenties van ons gedrag.
- Ontwikkelingsperspectief
Mensen veranderen als gevolg van interactie tussen erfelijke eigenschappen
en de omgeving.
Door deze interactie wordt ons gedrag ook bepaald.
- Sociocultureel perspectief
Sociale en culturele invloeden kunnen de invloed overstemmen van alle
andere factoren die gedrag kunnen beïnvloeden.
Introspectie is de beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen.
Gestaltpsychologen proberen te begrijpen hoe we perceptuele eenheden construeren.
Sensatie is de eerste gewaarwording van een stimulus wanneer deze in de vorm van
neurale impulsen de sensorische cortex bereikt. Perceptie is het waarnemen van de
sensatie.
Fysieke stimuli worden door sensorische neuronen opgevangen en omgezet in
zenuwimpulsen. Deze worden via de zenuwbanen naar de hersenen geleid welke er
weer informatie uithalen over de elementaire kenmerken.
Wat we waarnemen is een weergave van de wereld die door de zintuigen en de
hersenen is gecreëerd.
De absolute drempel is de hoeveelheid stimulatie die nodig is voordat de stimulus
wordt opgemerkt. De verschildrempel is de kleinst mogelijke verandering waarbij een
stimulus nog de helft van het aantal pogingen wordt opgemerkt.
,De Wet van Weber houdt in dat het Juist Waarneembare Verschil in proportionele
verhouding staat met de intensiteit van de
stimulus.
De signaaldetectietheorie zegt dat sensatie afhankelijk is van drie kenmerken:
- De stimulus
- De achtergrondstimulus
- De detector
Sensorische adaptatie is het proces waardoor receptorcellen minder gevoelig worden
als de stimulus een bepaalde tijd op hetzelfde niveau blijft.
Bottom-up verwerking is de perceptuele analyse waarbij de nadruk ligt op de
kenmerken van de stimulus.
Je ziet het waarna je het gaat verwerken; het proces gaat van beneden naar boven.
Top-down verwerking is de perceptuele analyse waarbij de nadruk ligt op onze
verwachtingen, concepten, herinneringen en andere cognitieve factoren; het proces
gaat van boven naar beneden.
De term bewustzijn verwijst naar de ervaringen van de hersenen van interne en
externe prikkels. Door de vooruitgang in de cognitieve neurowetenschap definiëren we
bewustzijn niet meer als een toestand van ‘zijn’, maar als het proces in de hersenen
dat onze mentale weergave van de wereld en onze huidige gedachten creëert.
Een metafoor voor het bewustzijn is William James’ stream of consciousness. Hier
wordt een representatie van een beekje gebruikt als ons bewustzijn. Een ander
voorbeeld is de ijsberg van Freud:
- Bewuste
- Voorbewuste
Het idee dat de geest een speciale onbewuste opslagruimte heeft voor
informatie waar we ons momenteel niet bewust van zijn, maar die wel in het
bewustzijn beschikbaar zijn.
- Onbewuste
Het deel van de geest waarvan een individu zich niet bewust is, en waar zich
onderdrukte impulsen, drijfveren en conflicten bevinden die geen toegang
hebben tot het bewuste.
Met Freuds idee dat veel mentale activiteit, waaronder motivatie, buiten het
bewustzijn plaatsvindt, zijn veel hedendaagse psychologen het eens.
De hersenen verwerken zowel bewust als onbewust informatie. De bewuste geest
werkt als seriële informatieverwerking en kan maar op één ding tegelijk de aandacht
hebben. De onbewuste geest werkt als parallelle informatieverwerking en heeft een
onbeperkte capaciteit.
Het bewustzijn heeft drie functies:
- Restrictie
Onze aandacht wordt beperkt op datgene wat belangrijk is.
- Combinatie
Sensatie wordt gecombineerd met perceptie.
- Manipulatie
Een model van de wereld wordt gecreëerd en gebruikt.
,De REM-slaap is een periode in de slaap die ongeveer iedere negentig minuten
terugkeert en gekenmerkt wordt door snelle, onrustige oogbewegingen die onder de
gesloten ogen plaatsvinden. REM-slaap wordt geassocieerd met dromen. Deze slaap is
bedoeld voor psychisch herstel.
De NREM-slaap is de steeds terugkerende periode in de slaap wanneer er geen REM-
slaap plaatsvindt. Deze is bedoeld voor het lichamelijk herstel.
Een aantal slaapstoornissen:
Insomnia
Dit is een slaapstoornis die wordt gekenmerkt door slaapgebrek, het
onvermogen om in slaap te vallen en regelmatig wakker worden tijdens de
slaap.
Slaapapneu
Dit is een ademhalingsstoornis waarbij iemand tijdens de slaap regelmatig
voor korte perioden stopt met ademen.
Pavor nocturnus
Dit is een episode in de diepe slaap waardoor iemand in angst lijkt te
verkeren. Dit komt voornamelijk voor bij kinderen.
Narcolepsie
Dit is een verstoring in de REM-slaap waardoor zich overdag plotselinge REM-
slaap voor doet. Narcolepsie gaat meestal gepaard met cataplexie. Dit is een
staat van volledige verlamming tijdens het ontwaken.
Een psychoactief middel is een chemische stof die mentale processen en gedrag
beïnvloedt doordat het een bepaald effect heeft op het zenuwstelsel.
Hypnose wordt beschreven als een bewustzijnstoestand die wordt gekenmerkt door
diepe ontspanning, verhoogde beïnvloedbaarheid en intense aandacht.
Drugs zijn aantrekkelijk omdat ze, direct of indirect, de beloningscentra in de hersenen
stimuleren.
Opiaten zijn zeer verslavende drugs die lichamelijke sensaties en responsen op
stimulatie onderdrukken.
Een redenering in de logica wordt een syllogisme genoemd. Het is doorgaans
opgebouwd uit drie elementen:
De majorpremisse
De aanname dat iets waar is.
De minorpremisse
Een specifieke stelling die ook waar is.
Een conclusie
Motivatie is de term voor alle processen die te maken hebben met de aanzet, de
richting, de intensiteit en het volhouden van lichamelijke en psychische activiteiten. In
de psychologie zijn er een aantal motivatietheorieën:
, - Instincttheorie
- Drijfveertheorie
De drijfveertheorie verklaart motivatie als een proces waarin een biologische
behoefte een drijfveer produceert die het gedrag aanstuurt in een zodanige
richting dat in de behoefte wordt voorzien. Een drijfveer is een motief dat
primair biologisch is.
- Psychodynamische theorie
De psychodynamische psychologie legt de nadruk op het begrijpen van het
menselijk functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens,
herinneringen en conflicten.
- Humanistische theorie
- Evolutionaire psychologie
- Zelfdeterminatietheorie
In de zelfdeterminatietheorie wordt verondersteld dat mensen van nature
proactief hun omgeving vormgeven en dat deze activiteit gericht is op groei
en integratie. Hierbij is het belangrijk dat deze mensen zich in een
stimulerende omgeving bevinden, die wordt gedefinieerd door drie
‘basisbehoeften’: autonomie, verbondenheid en competentie.
- Intrinsieke motivatie
- Extrinsieke motivatie
Theorie van James-Lange
Elke emotie correspondeert met een afzonderlijk patroon van fysiologische arousal.
Theorie van Cannon-Bard
Emoties ontstaan vanuit een cognitieve beoordeling van de stimulus. Dit is een
alternatief op de theorie van James-Lange, aangezien Cannon en Bard aannamen dat
emoties vaak zo snel voorkomen dat ze niet het gevolg kunnen zijn van fysiologische
arousal.
Tweefactortheorie van Schachter
Emoties ontstaan vanuit een cognitieve interpretatie van de stimulus en fysiologische
arousal. De toestand van fysiologische arousal is echter niet noodzakelijkerwijs een
reactie op de stimulus waaraan de betrokkene de arousal toeschrijft.
Er zijn een aantal psychologische perspectieven:
- Psychodynamische psychologie
Persoonlijkheid en psychische stoornissen komen voort uit processen in het
onbewuste. Gedrag wordt dan ook bepaald door deze processen.
- Humanistische psychologie
Psychologie zou de nadruk moeten leggen op menselijke groei en potentie in
plaats van psychische stoornissen. Gedrag wordt bepaald door onze
aangeboren behoefte om te groeien.
- Dispositionele invalshoek
Verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in blijvende kenmerken en
neigingen, die karaktertrekken en temperamenten genoemd worden.
- Biologisch perspectief
Het lichaam kan apart van de geest worden bestuurd. Gedrag wordt bepaald
door de hersenen, het zenuwstelsel, het endocriene stelsel en de genen.
- Cognitief perspectief
Mensen verlenen op een actieve manier betekenis aan zichzelf en hun
omgeving.
De computer is een metafoor hoe we omgaan met informatie. -> opnemen,
opslaan, gebruiken.
- Behavioristisch perspectief
Psychologie zou de wetenschap van observeerbaar gedrag moeten zijn. ->
Blackbox Psychology.
Gedrag wordt bepaald door de prikkels in de omgeving en de voorgaande
consequenties van ons gedrag.
- Ontwikkelingsperspectief
Mensen veranderen als gevolg van interactie tussen erfelijke eigenschappen
en de omgeving.
Door deze interactie wordt ons gedrag ook bepaald.
- Sociocultureel perspectief
Sociale en culturele invloeden kunnen de invloed overstemmen van alle
andere factoren die gedrag kunnen beïnvloeden.
Introspectie is de beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen.
Gestaltpsychologen proberen te begrijpen hoe we perceptuele eenheden construeren.
Sensatie is de eerste gewaarwording van een stimulus wanneer deze in de vorm van
neurale impulsen de sensorische cortex bereikt. Perceptie is het waarnemen van de
sensatie.
Fysieke stimuli worden door sensorische neuronen opgevangen en omgezet in
zenuwimpulsen. Deze worden via de zenuwbanen naar de hersenen geleid welke er
weer informatie uithalen over de elementaire kenmerken.
Wat we waarnemen is een weergave van de wereld die door de zintuigen en de
hersenen is gecreëerd.
De absolute drempel is de hoeveelheid stimulatie die nodig is voordat de stimulus
wordt opgemerkt. De verschildrempel is de kleinst mogelijke verandering waarbij een
stimulus nog de helft van het aantal pogingen wordt opgemerkt.
,De Wet van Weber houdt in dat het Juist Waarneembare Verschil in proportionele
verhouding staat met de intensiteit van de
stimulus.
De signaaldetectietheorie zegt dat sensatie afhankelijk is van drie kenmerken:
- De stimulus
- De achtergrondstimulus
- De detector
Sensorische adaptatie is het proces waardoor receptorcellen minder gevoelig worden
als de stimulus een bepaalde tijd op hetzelfde niveau blijft.
Bottom-up verwerking is de perceptuele analyse waarbij de nadruk ligt op de
kenmerken van de stimulus.
Je ziet het waarna je het gaat verwerken; het proces gaat van beneden naar boven.
Top-down verwerking is de perceptuele analyse waarbij de nadruk ligt op onze
verwachtingen, concepten, herinneringen en andere cognitieve factoren; het proces
gaat van boven naar beneden.
De term bewustzijn verwijst naar de ervaringen van de hersenen van interne en
externe prikkels. Door de vooruitgang in de cognitieve neurowetenschap definiëren we
bewustzijn niet meer als een toestand van ‘zijn’, maar als het proces in de hersenen
dat onze mentale weergave van de wereld en onze huidige gedachten creëert.
Een metafoor voor het bewustzijn is William James’ stream of consciousness. Hier
wordt een representatie van een beekje gebruikt als ons bewustzijn. Een ander
voorbeeld is de ijsberg van Freud:
- Bewuste
- Voorbewuste
Het idee dat de geest een speciale onbewuste opslagruimte heeft voor
informatie waar we ons momenteel niet bewust van zijn, maar die wel in het
bewustzijn beschikbaar zijn.
- Onbewuste
Het deel van de geest waarvan een individu zich niet bewust is, en waar zich
onderdrukte impulsen, drijfveren en conflicten bevinden die geen toegang
hebben tot het bewuste.
Met Freuds idee dat veel mentale activiteit, waaronder motivatie, buiten het
bewustzijn plaatsvindt, zijn veel hedendaagse psychologen het eens.
De hersenen verwerken zowel bewust als onbewust informatie. De bewuste geest
werkt als seriële informatieverwerking en kan maar op één ding tegelijk de aandacht
hebben. De onbewuste geest werkt als parallelle informatieverwerking en heeft een
onbeperkte capaciteit.
Het bewustzijn heeft drie functies:
- Restrictie
Onze aandacht wordt beperkt op datgene wat belangrijk is.
- Combinatie
Sensatie wordt gecombineerd met perceptie.
- Manipulatie
Een model van de wereld wordt gecreëerd en gebruikt.
,De REM-slaap is een periode in de slaap die ongeveer iedere negentig minuten
terugkeert en gekenmerkt wordt door snelle, onrustige oogbewegingen die onder de
gesloten ogen plaatsvinden. REM-slaap wordt geassocieerd met dromen. Deze slaap is
bedoeld voor psychisch herstel.
De NREM-slaap is de steeds terugkerende periode in de slaap wanneer er geen REM-
slaap plaatsvindt. Deze is bedoeld voor het lichamelijk herstel.
Een aantal slaapstoornissen:
Insomnia
Dit is een slaapstoornis die wordt gekenmerkt door slaapgebrek, het
onvermogen om in slaap te vallen en regelmatig wakker worden tijdens de
slaap.
Slaapapneu
Dit is een ademhalingsstoornis waarbij iemand tijdens de slaap regelmatig
voor korte perioden stopt met ademen.
Pavor nocturnus
Dit is een episode in de diepe slaap waardoor iemand in angst lijkt te
verkeren. Dit komt voornamelijk voor bij kinderen.
Narcolepsie
Dit is een verstoring in de REM-slaap waardoor zich overdag plotselinge REM-
slaap voor doet. Narcolepsie gaat meestal gepaard met cataplexie. Dit is een
staat van volledige verlamming tijdens het ontwaken.
Een psychoactief middel is een chemische stof die mentale processen en gedrag
beïnvloedt doordat het een bepaald effect heeft op het zenuwstelsel.
Hypnose wordt beschreven als een bewustzijnstoestand die wordt gekenmerkt door
diepe ontspanning, verhoogde beïnvloedbaarheid en intense aandacht.
Drugs zijn aantrekkelijk omdat ze, direct of indirect, de beloningscentra in de hersenen
stimuleren.
Opiaten zijn zeer verslavende drugs die lichamelijke sensaties en responsen op
stimulatie onderdrukken.
Een redenering in de logica wordt een syllogisme genoemd. Het is doorgaans
opgebouwd uit drie elementen:
De majorpremisse
De aanname dat iets waar is.
De minorpremisse
Een specifieke stelling die ook waar is.
Een conclusie
Motivatie is de term voor alle processen die te maken hebben met de aanzet, de
richting, de intensiteit en het volhouden van lichamelijke en psychische activiteiten. In
de psychologie zijn er een aantal motivatietheorieën:
, - Instincttheorie
- Drijfveertheorie
De drijfveertheorie verklaart motivatie als een proces waarin een biologische
behoefte een drijfveer produceert die het gedrag aanstuurt in een zodanige
richting dat in de behoefte wordt voorzien. Een drijfveer is een motief dat
primair biologisch is.
- Psychodynamische theorie
De psychodynamische psychologie legt de nadruk op het begrijpen van het
menselijk functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens,
herinneringen en conflicten.
- Humanistische theorie
- Evolutionaire psychologie
- Zelfdeterminatietheorie
In de zelfdeterminatietheorie wordt verondersteld dat mensen van nature
proactief hun omgeving vormgeven en dat deze activiteit gericht is op groei
en integratie. Hierbij is het belangrijk dat deze mensen zich in een
stimulerende omgeving bevinden, die wordt gedefinieerd door drie
‘basisbehoeften’: autonomie, verbondenheid en competentie.
- Intrinsieke motivatie
- Extrinsieke motivatie
Theorie van James-Lange
Elke emotie correspondeert met een afzonderlijk patroon van fysiologische arousal.
Theorie van Cannon-Bard
Emoties ontstaan vanuit een cognitieve beoordeling van de stimulus. Dit is een
alternatief op de theorie van James-Lange, aangezien Cannon en Bard aannamen dat
emoties vaak zo snel voorkomen dat ze niet het gevolg kunnen zijn van fysiologische
arousal.
Tweefactortheorie van Schachter
Emoties ontstaan vanuit een cognitieve interpretatie van de stimulus en fysiologische
arousal. De toestand van fysiologische arousal is echter niet noodzakelijkerwijs een
reactie op de stimulus waaraan de betrokkene de arousal toeschrijft.