100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Kennisbasis taalonderwijs

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
29
Geüpload op
23-12-2020
Geschreven in
2020/2021

Samenvatting van het gehele boek 'Basiskennis taalonderwijs'.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
23 december 2020
Aantal pagina's
29
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting basiskennis taalonderwijs
Hoofdstuk 2 Taalonderwijs en taal
2.1 Taalonderwijs
2.1.1 Belang taalonderwijs
Kinderen leren moeiteloos hun moedertaal. Waarom wordt er dan toch zoveel taal gegeven op de
basisschool (ongeveer 8 uur per week)? Hier zijn vijf argumenten voor:
1. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan.
2. Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid eigen
maken (tweedetaalleerders en taalzwakke kinderen).
3. Op school leer je een ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven
(Standaardnederlands).
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van het taalonderwijs.
5. Als je kinderen plezier in het lezen van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar apart
aandacht aan besteden.

2.1.2 Taalonderwijs op de basisschool
In de Wet op het Basisonderwijs zijn voor het taalonderwijs kerndoelen opgenomen. Hierin wordt de
volgende onderverdeling gehanteerd:
- Mondeling onderwijs;
- Schriftelijk onderwijs;
- Taalbeschouwing, waaronder strategieën.

In de praktijk hebben taalmethoden een nog verfijndere verdeling in domeinen. In de Kennisbasis is
de volgende indeling:
- Mondelinge taalvaardigheid
- Woordenschat
- Beginnende geletterdheid
- Voortgezet technisch lezen
- Begrijpend lezen
- Stellen
- Jeugdliteratuur
- Taalbeschouwing
- Spelling

De verdeling van de domeinen heeft vooral betrekking op het taalonderwijs aan kinderen vanaf
groep 3.

Mondelinge taalvaardigheid
Het spreken en luisteren en het voeren van allerlei mondelinge gesprekken staat centraal. Kinderen
doen ervaring op met bepaalde mondelinge taalvormen.

Woordenschat
Dit is het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen, zegswijzen en
spreekwoorden. Ook het aanleren van strategieën om achter de betekenis van onbekende woorden
te komen, hoort hierbij. Dit hangt nauw samen met de mondelinge taalontwikkeling  door de
ontwikkeling van woordenschat ontwikkelen kinderen hun spreek- en luistervaardigheid.

,Beginnende geletterdheid
Geletterdheid is het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken. Er zijn drie stadia:
ontluikende geletterdheid, beginnende geletterdheid en gevorderde geletterdheid. Ontluikende
geletterdheid is de ontwikkeling van de geletterdheid in de voorschoolse periode van 0-4 jaar.
Beginnende geletterdheid is de ontwikkeling in de groep 1 t/m 3. Gevorderde geletterdheid is de
periode na groep 3.
Het leren lezen in groep 3 noemen we aanvankelijk lezen. Dit loopt tot de eerste helft van groep 3.
Het voortgezet lezen is het lezen na groep 3. Bij aanvankelijk lezen leren de kinderen de beginselen
van het lezen. Ze moeten leren welke letters er zijn en ze moeten in staat zijn om eenvoudige
woorden hardop te lezen. De meest bekende methode is Veilig Leren Lezen.

Voortgezet technisch lezen
Een onderdeel van het voortgezet lezen is technisch lezen. Ook hier gaat het om het kunnen
ontcijferen van de letters en het hardop lezen van woorden. Er wordt ook aandacht besteed aan
efficiënte leesstrategieën. Het doel is de vaardigheid van het decoderen van teksten te vergroten.
Niveaulezen: het technisch lezen werd vaak geoefend in groepen waarbij kinderen die eenzelfde
leesvaardigheid hebben bij elkaar werden gezet.

Begrijpend lezen
Dit is een andere vorm van voortgezet lezen. Hierbij gaat het om het begrijpen van de tekst, het
achterhalen van de bedoeling. Je kunt hierachter komen door het stellen van vragen over de
betekenis van woorden en uitdrukkingen, de verbanden of de bedoeling van de schrijver.

Stellen
Stellen is het schrijven van teksten. Kinderen moeten hun gedachten, ervaringen en waarnemingen
kunnen weergeven in de vorm van verschillende soorten teksten.

Jeugdliteratuur
Hier staan literaire teksten centraal. Het gaat om jeugdboeken in ruime zin; zowel informatieve
boeken als fictie. Andere termen die worden gebruikt zijn belevend lezen, waarderend lezen of
leesbevordering. Taalmethoden besteden weinig aandacht aan jeugdliteratuur.

Taalbeschouwing
Hier leer je kinderen te reflecteren op de taalvorm, de manier waarop iets is verwoord en het gebruik
van taal. Kinderen moeten in de vorm van taal bijzonderheden en regelmaat ontdekken. Een
belangrijk onderdeel is de traditionele grammatica: zinnen ontleden en woordsoorten benoemen.

Spelling
Kinderen moeten de meest voorkomende woorden goed kunnen schrijven en de belangrijkste
spellingregels kunnen toepassen. Ook interpunctie hoort hierbij.

2.2 Het taalsysteem
2.2.1 Functies van taal
Taal heeft verschillende functies voor mensen:
- De communicatieve of sociale taalfunctie;
- De conceptualiserende of cognitieve functie
- De expressieve taalfunctie

, De communicatieve of sociale taalfunctie
Door taal kunnen we contact maken met andere mensen. We gebruiken de taal als een
communicatiemiddel. Een spreker wil een boodschap doorgeven aan een hoorder. Er zijn
verschillende sociale taalfuncties:
- Zelfhandhaving: de spreker beschermt en verdedigt zichzelf.
- Zelfsturing: de spreker ordent zijn handelen of kondigt plannen aan met woorden.
- Sturing van anderen: de spreker gebruikt taal om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
- Structurering van het gesprek: de spreker gebruikt de taal om het gespreksverloop te
beïnvloeden.

De conceptualiserende of cognitieve functie
Je gebruikt de taal als een hulpmiddel om je gedachten te ordenen en greep te krijgen op de
werkelijkheid. Met behulp van taal verwijs je naar betekenissen en concepten uit de werkelijkheid. Er
zijn drie cognitieve taalfuncties:
1. Rapporteren
Je doet verslag van iets wat in de werkelijkheid voorkomt. Je hebt iets meegemaakt of gelezen en
vertelt erover. Daarbij kun je dingen benoemen, etiketteren, beschrijven en vergelijken.
2. Redeneren
Je bewerkt de gebeurtenis door een extra denkstap in te bouwen. Je kunt dat doen door die
gebeurtenis chronologisch te ordenen, conclusies te trekken, een relatie te leggen tussen doel-
middel of oorzaak-gevolg of het probleem op te lossen.
3. Projecteren
Je probeert je te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand anders.

De expressieve taalfunctie
Mensen gebruiken taal om te experimenteren, hun gevoelens te uiten, om iets te zeggen dat
anderen nog niet eerder zo hebben gezegd. We gebruiken taal om ons van anderen te onderscheiden
of om uitdrukking te geven aan persoonlijke emoties. Taal wordt gebruikt als expressiemiddel.

De communicatieve competentie
Het eigen maken van de communicatieve functie is een langdurig proces. Het eigen maken hiervan
noemen we de communicatieve competentie. Of je deze goed kunt gebruiken, hangt af van je kennis
van het taalsysteem en de taalregels, maar heeft ook te maken met de vaardigheid om een gesprek
te voeren en daarbij efficiënte strategieën te gebruiken. Je moet ook je taalgebruik kunnen
aanpassen aan de verschillende taalgebruikssituaties. De communicatieve competentie wordt
onderscheiden in deelcompetenties:
- Grammaticale/linguïstische competentie
Het omvat alle kennis van de taal en taalregels die nodig zijn om te kunnen communiceren.
- Tekstuele competentie
Kennis van gesproken en geschreven teksten.
- Strategische competentie
Het vermogen om strategieën te hanteren om zo bepaalde doelen te bereiken. Het gaat om schrijf-,
spreek- en luisterstrategieën.
- Functionele competentie
Het vermogen van de taalgebruiker om zijn taalgebruik aan te passen aan een specifieke situatie.

De strategische en functionele competentie worden ook wel de pragmatische competenties
genoemd, omdat ze betrekking hebben op de praktijk en het concrete gebruik van de taal.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Hilde18 Hogeschool InHolland
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
718
Lid sinds
11 jaar
Aantal volgers
527
Documenten
11
Laatst verkocht
6 dagen geleden

Ik heb de lerarenopleiding Nederlands aan de Hogeschool van Amsterdam afgerond. Op dit moment ben ik bezig met zij-instroom Pabo. Voor deze opleiding maak ik samenvattingen en opdrachten die ik hier upload.

3,7

121 beoordelingen

5
24
4
47
3
40
2
7
1
3

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen