Aantekeningen privaatrecht:
Les 1:
Privaatrecht -> ziet toe op de rechtsverhouding tussen burger vs burger
en burger vs bedrijf
Waarom is er privaatrecht -> regels om geschillen op te lossen
Geschil: wanneer partijen veel van mening verschillen
Vier functies van recht:
1. Normatieve functie -> geeft regels over normen en waarden, en
zorgt dat men zich hieraan houdt
2. Geschil oplossende functie -> oplossen van problemen tussen
burgers onderling of tussen burgers en de overheid
3. Additionele functie -> als partijen vergeten zijn op een bepaald punt
afspraken te maken, geeft het recht aan welke regel geld
4. Instrumentele functie -> zorgt ervoor dat er afspraken zijn over hoe
we dinge gebruiken (iedereen rijdt aan de rechterkant van de weg)
Rechtsgebieden privaatrecht:
Vermogensrecht -> alles wat te maken heeft met geld, bv. Kopen
auto)
Ondernemingsrecht -> regels over ondernemingen en bedrijven
Personen/familierecht -> geboorte, huwelijk
Burgerlijk procesrecht -> regels over het voeren van juridische
procedure tussen burgers onderling of bedrijf vs burger
-> geeft aan hoe je de procedure van een van de andere
rechtsgebieden van privaatrecht moet uitvoeren
Rechtsbronnen (waar kun je het privaatrecht vinden):
De wet -> gemaakt door een daartoe bevoegd overheidsorgaan dat
rechten en plichten bevat
Verdragen -> afspraak tussen een of meer lidstaten
Jurisprudentie -> rechtspraak
Gewoonte recht -> stilzwijgende afspraken die binnen een bepaalde
gemeenschap zijn geaccepteerd
Les 2:
Objectief recht: ‘het geheel van geldende regels’ -> geldt voor iedereen
,Subjectief recht: het recht dat je kunt toespitsen aan één bepaalde
persoon (bv eigendomsrecht, mijn auto, ik ben de eigenaar)
Plaats in het recht
Materieel recht: heeft betrekking op datgene dat men mag en niet
mag (geboden en verboden, welke rechten en plichten men heeft
etc.)
Formeel recht: regels die je moet volgen om het materiele recht te
effectueren (waar en hoe procederen, termijnen, welke rechten men
daarbij heeft etc.)
Voorbeeld: in het personen- en familierecht, ondernemingsrecht en
vermogensrecht staan allerlei plichten en rechten (materiaal recht). En in
het burgerlijk procesrecht staat welke juridische procedure je moet volgen
om je rechte te halen uit het materiele recht
Welke personen spelen een rol binnen het privaatrecht?
Natuurlijke personen -> een mens
Rechtspersonen -> een bedrijf (bijv. Een bv)
Voorbeeld: student x sluit met student y een koopovereenkomst
betreffende de verkoop van een iphone (twee natuurlijke personen)
Bram koopt een auto bij autodealer Poels (natuurlijk persoon vs
rechtspersoon)
Verbintenis: een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij:
- De een is verplicht om prestatie te leveren
- De ander heeft daar recht op
Voorbeeld: student x huurt een kamer van verhuurder y. wat zijn de
rechten en plichten?
Student x heeft recht op huurgenot, terwijl de verhuurder recht heeft op
huurbetaling. Student x heeft de plicht om te betalen en de verhuurder de
plicht om het huurgenot te verschaffen.
Rechtsfeiten:
Bloot rechtsfeit -> zonder feitelijke handeling, maar wel een
rechtsgevolg bijv. Geboorte, overlijden, bereiken leeftijd 18 jaar.
Rechtens relevante feiten -> met feitelijke handeling en
rechtsgevolg:
- Feitelijke handeling: een handeling die rechtsgevolg heeft, maar
die daar niet op is gericht (bv. Ongeluk veroorzaken)
- Rechtshandeling: handeling die rechtsgevolg heeft, maar die was
daar ook echt op gericht (bv. Sluiten huurovereenkomst)
, Eenzijdige rechtshandeling: slechts 1 persoon brengt een
rechtsgevolg tot stand, zonder medewerking van anderen (bv.
Opstellen testament, ontslag nemen)
Meerzijdige rechtshandeling: 2 personen die een rechtsgevolg
tot stand willen brengen (bv. Huwelijk, koopovereenkomst)
Rechtshandeling -> volgens art. 3:33 bestaat een rechtshandeling uit 2
voorwaarden:
Voorwaarde 1 -> op een rechtsgevolg gerichte wil (de intentie op
een rechtsgevolg)
Voorwaarde 2 -> die wil heeft zich door een verklaring geopenbaard
(bv. Met een contract)
Handelingsonbekwaamheid -> 3:32 lid 1: iedereen is bekwaam tenzij:
Minderjarigen (1:234 BW) en onder curatele gestelden (1:381 BW)
les 3:
Andere meerzijdige rechtshandeling -> bv. het vaststellen van de notulen
tijdens een vergadering
Overeenkomst (6:213 lid BW): een overeenkomst is een meerzijdige
rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere
een verbintenis aangaan
Voorwaarde:
Het is een meerzijdige
rechtshandeling
Een partij gaat een verbintenis aan
tegen een andere partij
Voorbeeld: huurovereenkomst,
koopovereenkomst, arbeidsovereenkomst en
leningsovereenkomst
Soorten overeenkomst:
Andere overeenkomst -> bv. het aangaan van een huwelijk
Les 1:
Privaatrecht -> ziet toe op de rechtsverhouding tussen burger vs burger
en burger vs bedrijf
Waarom is er privaatrecht -> regels om geschillen op te lossen
Geschil: wanneer partijen veel van mening verschillen
Vier functies van recht:
1. Normatieve functie -> geeft regels over normen en waarden, en
zorgt dat men zich hieraan houdt
2. Geschil oplossende functie -> oplossen van problemen tussen
burgers onderling of tussen burgers en de overheid
3. Additionele functie -> als partijen vergeten zijn op een bepaald punt
afspraken te maken, geeft het recht aan welke regel geld
4. Instrumentele functie -> zorgt ervoor dat er afspraken zijn over hoe
we dinge gebruiken (iedereen rijdt aan de rechterkant van de weg)
Rechtsgebieden privaatrecht:
Vermogensrecht -> alles wat te maken heeft met geld, bv. Kopen
auto)
Ondernemingsrecht -> regels over ondernemingen en bedrijven
Personen/familierecht -> geboorte, huwelijk
Burgerlijk procesrecht -> regels over het voeren van juridische
procedure tussen burgers onderling of bedrijf vs burger
-> geeft aan hoe je de procedure van een van de andere
rechtsgebieden van privaatrecht moet uitvoeren
Rechtsbronnen (waar kun je het privaatrecht vinden):
De wet -> gemaakt door een daartoe bevoegd overheidsorgaan dat
rechten en plichten bevat
Verdragen -> afspraak tussen een of meer lidstaten
Jurisprudentie -> rechtspraak
Gewoonte recht -> stilzwijgende afspraken die binnen een bepaalde
gemeenschap zijn geaccepteerd
Les 2:
Objectief recht: ‘het geheel van geldende regels’ -> geldt voor iedereen
,Subjectief recht: het recht dat je kunt toespitsen aan één bepaalde
persoon (bv eigendomsrecht, mijn auto, ik ben de eigenaar)
Plaats in het recht
Materieel recht: heeft betrekking op datgene dat men mag en niet
mag (geboden en verboden, welke rechten en plichten men heeft
etc.)
Formeel recht: regels die je moet volgen om het materiele recht te
effectueren (waar en hoe procederen, termijnen, welke rechten men
daarbij heeft etc.)
Voorbeeld: in het personen- en familierecht, ondernemingsrecht en
vermogensrecht staan allerlei plichten en rechten (materiaal recht). En in
het burgerlijk procesrecht staat welke juridische procedure je moet volgen
om je rechte te halen uit het materiele recht
Welke personen spelen een rol binnen het privaatrecht?
Natuurlijke personen -> een mens
Rechtspersonen -> een bedrijf (bijv. Een bv)
Voorbeeld: student x sluit met student y een koopovereenkomst
betreffende de verkoop van een iphone (twee natuurlijke personen)
Bram koopt een auto bij autodealer Poels (natuurlijk persoon vs
rechtspersoon)
Verbintenis: een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij:
- De een is verplicht om prestatie te leveren
- De ander heeft daar recht op
Voorbeeld: student x huurt een kamer van verhuurder y. wat zijn de
rechten en plichten?
Student x heeft recht op huurgenot, terwijl de verhuurder recht heeft op
huurbetaling. Student x heeft de plicht om te betalen en de verhuurder de
plicht om het huurgenot te verschaffen.
Rechtsfeiten:
Bloot rechtsfeit -> zonder feitelijke handeling, maar wel een
rechtsgevolg bijv. Geboorte, overlijden, bereiken leeftijd 18 jaar.
Rechtens relevante feiten -> met feitelijke handeling en
rechtsgevolg:
- Feitelijke handeling: een handeling die rechtsgevolg heeft, maar
die daar niet op is gericht (bv. Ongeluk veroorzaken)
- Rechtshandeling: handeling die rechtsgevolg heeft, maar die was
daar ook echt op gericht (bv. Sluiten huurovereenkomst)
, Eenzijdige rechtshandeling: slechts 1 persoon brengt een
rechtsgevolg tot stand, zonder medewerking van anderen (bv.
Opstellen testament, ontslag nemen)
Meerzijdige rechtshandeling: 2 personen die een rechtsgevolg
tot stand willen brengen (bv. Huwelijk, koopovereenkomst)
Rechtshandeling -> volgens art. 3:33 bestaat een rechtshandeling uit 2
voorwaarden:
Voorwaarde 1 -> op een rechtsgevolg gerichte wil (de intentie op
een rechtsgevolg)
Voorwaarde 2 -> die wil heeft zich door een verklaring geopenbaard
(bv. Met een contract)
Handelingsonbekwaamheid -> 3:32 lid 1: iedereen is bekwaam tenzij:
Minderjarigen (1:234 BW) en onder curatele gestelden (1:381 BW)
les 3:
Andere meerzijdige rechtshandeling -> bv. het vaststellen van de notulen
tijdens een vergadering
Overeenkomst (6:213 lid BW): een overeenkomst is een meerzijdige
rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere
een verbintenis aangaan
Voorwaarde:
Het is een meerzijdige
rechtshandeling
Een partij gaat een verbintenis aan
tegen een andere partij
Voorbeeld: huurovereenkomst,
koopovereenkomst, arbeidsovereenkomst en
leningsovereenkomst
Soorten overeenkomst:
Andere overeenkomst -> bv. het aangaan van een huwelijk