MK, samenvattingen
Boek klinische pathologie
Hoofdstuk 7, respiratie (ademhaling)
- De ademhalingsorganen zorgen voor toevoer van zuurstof en voor de afvoer van kooldioxide.
- Zonder zuurstof kan glucose omgezet worden in melkzuur, maar dit levert weinig energie
- Het respiratoire systeem vervult de volgende functies:
Verzadigen van bloed met zuurstof
Verwijderen van kooldioxide uit bloed
Maken van geluiden bij spreken of zingen
- Zuurstof bereikt dankzij de ademhalingswegen de alveoli (longblaasjes). Vanaf daar diffundeert het naar
bloed in de haarvaatjes, waar zuurstof aan hemoglobine gebonden en getransporteerd wordt naar de
weefsels.
Hier vindt verbranding plaats, waarbij CO2 vrijkomt. Dit CO2 wordt afgegeven aan bloed en gaat naar de
longe. De CO2 diffundeert daar naar de alveoli en wordt via de luchtwegen uitgeademd.
7,1, Ademhaling
- Bij de ademhaling zijn de volgende aspecten te onderscheiden:
1. Ademprikkel
o Het ademcentrum in de hersenstam reguleert de ademhaling automatisch
o In de hersenen, de aortaboog en in de halsslagaders wordt voortdurend de kooldioxidespanning en
de pH van het bloed gemeten Het ademcentrum reageert hierop als er een kleine stijging
plaatsvindt
o Alleen een forse daling van de zuurstofprikkel geeft een ademprikkel
2. Ademarbeid
o Bij de inspiratie (inademing) wordt actief lucht aangezogen dor het afplatten van het diafragma
(middenrif) en heffen van de ribben
o De thorax wordt naar beneden, opzij en naar voren vergroot
o De inspiratie komt tot stand door aanspannen van de middenrifspieren en musculi intercostales
externi (tussenribspieren)
o Een ernstige expiratie (uitademing) is passief dankzij de elasticiteit van de longen en zakken van
ribben door zwaartekracht
inademen kost dus energie terwijl uitademen vanzelf gaat
o De thoraxwand is van binnen bekleed met pleura pariëtalis (borstvlies)
o De long is bedekt met pleura visceralis (longvlies)
3. Luchtwegen
o De functie is lucht vanuit de omgeving naar de longblaasjes te vervoeren en het gasmengsel
daaruit weer af te voeren
o De wanden van de luchtwegen zijn bedekt met slijm, waarin stofdeeltjes en ziekteverwekkers
terechtkomen
o Trilharen zorgen ervoor dat de slijm afgevoerd wordt in de richting van de keel (pharynx) hier
worden de micro-organismen opgehoest of komen ze in het maagzuur terecht
o Tot de hoge/bovenste luchtwegen behoren de:
Mond/neus
Pharynx (keel)
Larynx (strottenhoofd)
Boek klinische pathologie
Hoofdstuk 7, respiratie (ademhaling)
- De ademhalingsorganen zorgen voor toevoer van zuurstof en voor de afvoer van kooldioxide.
- Zonder zuurstof kan glucose omgezet worden in melkzuur, maar dit levert weinig energie
- Het respiratoire systeem vervult de volgende functies:
Verzadigen van bloed met zuurstof
Verwijderen van kooldioxide uit bloed
Maken van geluiden bij spreken of zingen
- Zuurstof bereikt dankzij de ademhalingswegen de alveoli (longblaasjes). Vanaf daar diffundeert het naar
bloed in de haarvaatjes, waar zuurstof aan hemoglobine gebonden en getransporteerd wordt naar de
weefsels.
Hier vindt verbranding plaats, waarbij CO2 vrijkomt. Dit CO2 wordt afgegeven aan bloed en gaat naar de
longe. De CO2 diffundeert daar naar de alveoli en wordt via de luchtwegen uitgeademd.
7,1, Ademhaling
- Bij de ademhaling zijn de volgende aspecten te onderscheiden:
1. Ademprikkel
o Het ademcentrum in de hersenstam reguleert de ademhaling automatisch
o In de hersenen, de aortaboog en in de halsslagaders wordt voortdurend de kooldioxidespanning en
de pH van het bloed gemeten Het ademcentrum reageert hierop als er een kleine stijging
plaatsvindt
o Alleen een forse daling van de zuurstofprikkel geeft een ademprikkel
2. Ademarbeid
o Bij de inspiratie (inademing) wordt actief lucht aangezogen dor het afplatten van het diafragma
(middenrif) en heffen van de ribben
o De thorax wordt naar beneden, opzij en naar voren vergroot
o De inspiratie komt tot stand door aanspannen van de middenrifspieren en musculi intercostales
externi (tussenribspieren)
o Een ernstige expiratie (uitademing) is passief dankzij de elasticiteit van de longen en zakken van
ribben door zwaartekracht
inademen kost dus energie terwijl uitademen vanzelf gaat
o De thoraxwand is van binnen bekleed met pleura pariëtalis (borstvlies)
o De long is bedekt met pleura visceralis (longvlies)
3. Luchtwegen
o De functie is lucht vanuit de omgeving naar de longblaasjes te vervoeren en het gasmengsel
daaruit weer af te voeren
o De wanden van de luchtwegen zijn bedekt met slijm, waarin stofdeeltjes en ziekteverwekkers
terechtkomen
o Trilharen zorgen ervoor dat de slijm afgevoerd wordt in de richting van de keel (pharynx) hier
worden de micro-organismen opgehoest of komen ze in het maagzuur terecht
o Tot de hoge/bovenste luchtwegen behoren de:
Mond/neus
Pharynx (keel)
Larynx (strottenhoofd)
