Samenvattingen Alle Literatuur Media &
Consumptiecultuur
(CWM010)
Inclusief Lury + alle artikelen
,Week 1
Lury Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1: Materiële Cultuur en Consumentencultuur
Kenmerken van Consumentencultuur
De auteur schetst een reeks diverse ontwikkelingen die de opkomst van de
consumentencultuur kenmerken:
• Uitbreiding van consumptie in voorheen niet-commerciële sectoren:
Diensten zoals gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs worden steeds meer
gezien als consumptieproducten (bijvoorbeeld studenten als consumenten van
onderwijs, Groot-Brittannië als een huisbezittende natie).
• Toename van winkelen als vrijetijdsbesteding: In de Verenigde Staten is
winkelen de op één na populairste vrijetijdsbesteding, na televisie kijken, en
detailhandelsverkopen dragen voor tweederde bij aan de economische groei. Er
zijn meer winkelcentra dan middelbare scholen.
• Gigantische schaal van bedrijven en producten: Zo bezochten 458 miljoen
mensen wereldwijd in 2006 de winkels van Ikea, en van de 'Billy'-boekenkast
zijn sinds 1978 meer dan 28 miljoen exemplaren verkocht.
• Proliferatie van consumptieplekken en -wijzen: Variërend van internetwinkels
zoals eBay en Amazon, detailhandelstoerisme, postorder, tot rommelmarkten
en pop-upwinkels.
• Toename van winkelruimte: Een aanzienlijke groei in winkelcentrumruimte
wereldwijd, en de vestiging van grootschalige Adidas en Disney winkels/parken
(bijvoorbeeld de grootste Adidas-winkel ter wereld in Sanlitun).
• Verandering in betekenis van schuld en lenen: Een verschuiving van de "never-
never" (dubieuze eerbaarheid) naar de "competitieve vertoning van creditcards"
als symbolen van exclusiviteit, waarbij een Access Card een 'flexibele vriend' kan
zijn of een Platinum American Express een statussymbool.
• Ethici en politieke organisatie van consumenten: Door ngo's, bedrijven en de
staat (bijvoorbeeld een café-restaurant dat Rainforest Alliance-gecertificeerde
koffie en biologische melk aanbiedt, maar waar een klant een Filet-o-Fish
kiest).
• Opkomst van merken en reclame: Merken worden steeds zichtbaarder, en
reclame is alomtegenwoordig; een kind ziet meer dan 20.000 reclames per jaar.
Hello Kitty en Mickey Mouse zijn voorbeelden van wereldwijde merken die
, enorme winsten genereren en zelfs terrorismebestrijdingseenheden proberen
"het al-Qaida merk te besmetten".
• Belang van verpakking en promotie: Essentieel voor de productie, presentatie
en aankoop van goederen. Streepjescodes worden dagelijks miljarden keren
gescand.
• Toename van consumentencriminaliteit en 'retailtherapie': Zoals
creditcardfraude, winkeldiefstal, ramkraken, en behandelingen zoals spa's en
winkelen zelf.
• Moeilijkheid om keuzes te vermijden: Gepaard gaand met de viering van zelf-
creatie en de promotie van levensstijl.
• Zichtbaarheid van consumentenziekten: Gelinkt aan "maladies of agency" en
"pathologies of the will" zoals verslaving (alcohol, seks, eten, winkelen,
kleptomanie) en dwangmatig kopen.
De auteur identificeert zeven algemene kenmerken van consumentencultuur:
1. De toenemende betekenis van consumptie voor de reproductie van het sociale
leven.
2. De toenemende nadruk op de productie van subjectiviteit.
3. De ontwikkeling van voortdurende relaties tussen verschillende
uitwisselingssystemen.
4. De groei van diverse vormen van consumentenpolitiek.
5. De actieve rol van de staat bij de organisatie van collectieve en individuele
consumptie.
6. Het gebruik van goederen door specifieke sociale groepen of culturele
intermediairs, leidend tot expertise en de creatie van subculturen of
levensstijlen.
7. De politieke identificatie van vrijheid met individuele keuze.
, Materiële Cultuur en Consumentencultuur
Het boek benadert consumentencultuur vanuit het perspectief van materiële cultuur,
wat betekent dat het de significante rol van 'spullen', van 'dingen', in alledaagse
praktijken onderzoekt, gecombineerd met een aandacht voor culturele normen,
waarden en praktijken. De term 'materiële cultuur' is nuttig omdat het afstand creëert
tot de gangbare opvatting van consumptie als louter 'opgebruiken' of 'vernietiging'. In
plaats daarvan wordt consumptie gezien als toe-eigening en transformatie. Materiële
cultuur omvat niet alleen fysieke objecten, maar ook de organisatie van objecten in
omgevingen en 'immateriële cultuur' (producten of diensten waarvan de kenmerken
het resultaat zijn van intellectuele arbeid).
De relatie tussen productie en consumptie is complexer dan een eenvoudige
tegenstelling; het omvat huishoudens, families, gemeenschappen, kunst, design,
culturele intermediairs en subculturen. Het boek introduceert termen als 'culturele
kringloop' of 'cyclus', 'mediatie' en 'prosumptie' om deze complexiteit te
benadrukken.
Consumptie en Ongelijkheid
Het is cruciaal om te erkennen dat niet alle consumptie consumptie van
commerciële goederen is; het omvat ook geschenken en zelfgeproduceerde objecten.
Hoewel armoede de deelname aan commerciële consumptie ernstig beperkt
(bijvoorbeeld 20% van de wereldbevolking is verantwoordelijk voor meer dan 80% van de
totale consumentenuitgaven), betekent dit niet noodzakelijk uitsluiting van de
consumentencultuur; het kan zelfs aanzetten tot deelname, zoals Zygmunt Bauman
opmerkt. Een dominante cultuur vereist niet dat iedereen op gelijke voet deelneemt; de
dominantie ligt in de mate waarin aspiraties, angsten en identiteiten erdoor worden
gedefinieerd.
De Rol van 'Dingen' in Materiële Cultuur
• Mary Douglas en Baron Isherwood (The World of Goods): Zij stellen dat
consumptie in alle samenlevingen 'voorbij handel' gaat en zowel een cultureel
als een economisch fenomeen is. De essentiële functie van consumptie is het
creëren van betekenis. Materiële goederen zijn "betekenisvolle markers van
sociale relaties" en functioneren als een communicatiesysteem. Dit is vooral
zichtbaar in rituelen.
1. McCracken's voorbeelden van rituelen:
1. Bezitrituelen: Omvatten het verzamelen, schoonmaken,
vergelijken, etaleren en zelfs fotograferen van bezittingen
(bijvoorbeeld een collectie Elvis-memorabilia of het versieren van
Consumptiecultuur
(CWM010)
Inclusief Lury + alle artikelen
,Week 1
Lury Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1: Materiële Cultuur en Consumentencultuur
Kenmerken van Consumentencultuur
De auteur schetst een reeks diverse ontwikkelingen die de opkomst van de
consumentencultuur kenmerken:
• Uitbreiding van consumptie in voorheen niet-commerciële sectoren:
Diensten zoals gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs worden steeds meer
gezien als consumptieproducten (bijvoorbeeld studenten als consumenten van
onderwijs, Groot-Brittannië als een huisbezittende natie).
• Toename van winkelen als vrijetijdsbesteding: In de Verenigde Staten is
winkelen de op één na populairste vrijetijdsbesteding, na televisie kijken, en
detailhandelsverkopen dragen voor tweederde bij aan de economische groei. Er
zijn meer winkelcentra dan middelbare scholen.
• Gigantische schaal van bedrijven en producten: Zo bezochten 458 miljoen
mensen wereldwijd in 2006 de winkels van Ikea, en van de 'Billy'-boekenkast
zijn sinds 1978 meer dan 28 miljoen exemplaren verkocht.
• Proliferatie van consumptieplekken en -wijzen: Variërend van internetwinkels
zoals eBay en Amazon, detailhandelstoerisme, postorder, tot rommelmarkten
en pop-upwinkels.
• Toename van winkelruimte: Een aanzienlijke groei in winkelcentrumruimte
wereldwijd, en de vestiging van grootschalige Adidas en Disney winkels/parken
(bijvoorbeeld de grootste Adidas-winkel ter wereld in Sanlitun).
• Verandering in betekenis van schuld en lenen: Een verschuiving van de "never-
never" (dubieuze eerbaarheid) naar de "competitieve vertoning van creditcards"
als symbolen van exclusiviteit, waarbij een Access Card een 'flexibele vriend' kan
zijn of een Platinum American Express een statussymbool.
• Ethici en politieke organisatie van consumenten: Door ngo's, bedrijven en de
staat (bijvoorbeeld een café-restaurant dat Rainforest Alliance-gecertificeerde
koffie en biologische melk aanbiedt, maar waar een klant een Filet-o-Fish
kiest).
• Opkomst van merken en reclame: Merken worden steeds zichtbaarder, en
reclame is alomtegenwoordig; een kind ziet meer dan 20.000 reclames per jaar.
Hello Kitty en Mickey Mouse zijn voorbeelden van wereldwijde merken die
, enorme winsten genereren en zelfs terrorismebestrijdingseenheden proberen
"het al-Qaida merk te besmetten".
• Belang van verpakking en promotie: Essentieel voor de productie, presentatie
en aankoop van goederen. Streepjescodes worden dagelijks miljarden keren
gescand.
• Toename van consumentencriminaliteit en 'retailtherapie': Zoals
creditcardfraude, winkeldiefstal, ramkraken, en behandelingen zoals spa's en
winkelen zelf.
• Moeilijkheid om keuzes te vermijden: Gepaard gaand met de viering van zelf-
creatie en de promotie van levensstijl.
• Zichtbaarheid van consumentenziekten: Gelinkt aan "maladies of agency" en
"pathologies of the will" zoals verslaving (alcohol, seks, eten, winkelen,
kleptomanie) en dwangmatig kopen.
De auteur identificeert zeven algemene kenmerken van consumentencultuur:
1. De toenemende betekenis van consumptie voor de reproductie van het sociale
leven.
2. De toenemende nadruk op de productie van subjectiviteit.
3. De ontwikkeling van voortdurende relaties tussen verschillende
uitwisselingssystemen.
4. De groei van diverse vormen van consumentenpolitiek.
5. De actieve rol van de staat bij de organisatie van collectieve en individuele
consumptie.
6. Het gebruik van goederen door specifieke sociale groepen of culturele
intermediairs, leidend tot expertise en de creatie van subculturen of
levensstijlen.
7. De politieke identificatie van vrijheid met individuele keuze.
, Materiële Cultuur en Consumentencultuur
Het boek benadert consumentencultuur vanuit het perspectief van materiële cultuur,
wat betekent dat het de significante rol van 'spullen', van 'dingen', in alledaagse
praktijken onderzoekt, gecombineerd met een aandacht voor culturele normen,
waarden en praktijken. De term 'materiële cultuur' is nuttig omdat het afstand creëert
tot de gangbare opvatting van consumptie als louter 'opgebruiken' of 'vernietiging'. In
plaats daarvan wordt consumptie gezien als toe-eigening en transformatie. Materiële
cultuur omvat niet alleen fysieke objecten, maar ook de organisatie van objecten in
omgevingen en 'immateriële cultuur' (producten of diensten waarvan de kenmerken
het resultaat zijn van intellectuele arbeid).
De relatie tussen productie en consumptie is complexer dan een eenvoudige
tegenstelling; het omvat huishoudens, families, gemeenschappen, kunst, design,
culturele intermediairs en subculturen. Het boek introduceert termen als 'culturele
kringloop' of 'cyclus', 'mediatie' en 'prosumptie' om deze complexiteit te
benadrukken.
Consumptie en Ongelijkheid
Het is cruciaal om te erkennen dat niet alle consumptie consumptie van
commerciële goederen is; het omvat ook geschenken en zelfgeproduceerde objecten.
Hoewel armoede de deelname aan commerciële consumptie ernstig beperkt
(bijvoorbeeld 20% van de wereldbevolking is verantwoordelijk voor meer dan 80% van de
totale consumentenuitgaven), betekent dit niet noodzakelijk uitsluiting van de
consumentencultuur; het kan zelfs aanzetten tot deelname, zoals Zygmunt Bauman
opmerkt. Een dominante cultuur vereist niet dat iedereen op gelijke voet deelneemt; de
dominantie ligt in de mate waarin aspiraties, angsten en identiteiten erdoor worden
gedefinieerd.
De Rol van 'Dingen' in Materiële Cultuur
• Mary Douglas en Baron Isherwood (The World of Goods): Zij stellen dat
consumptie in alle samenlevingen 'voorbij handel' gaat en zowel een cultureel
als een economisch fenomeen is. De essentiële functie van consumptie is het
creëren van betekenis. Materiële goederen zijn "betekenisvolle markers van
sociale relaties" en functioneren als een communicatiesysteem. Dit is vooral
zichtbaar in rituelen.
1. McCracken's voorbeelden van rituelen:
1. Bezitrituelen: Omvatten het verzamelen, schoonmaken,
vergelijken, etaleren en zelfs fotograferen van bezittingen
(bijvoorbeeld een collectie Elvis-memorabilia of het versieren van