Kern Verpleegkunde Fontys Jaar 1 Periode 1
2025/2026
,Introductie en Hoofddoelen
In deze eerste periode van het kernvak leer je de basis van het
verpleegkundig beroep. Je maakt kennis met de rollen die je als
verpleegkundige hebt, hoe je systematisch werkt volgens het
verpleegkundig proces, en hoe je wetenschappelijke kennis gebruikt in de
zorg. Ook verdiep je je in belangrijke thema’s zoals positieve gezondheid,
religie en cultuur, palliatieve zorg en de wet- en regelgeving die hoort bij
het vak. Deze onderwerpen vormen samen de basis die je nodig hebt om
verantwoord en professioneel te kunnen werken in de zorg.
1. Kennismaken met gezondheid
2. Voortplanting, leefstijl en risicofactoren
3. Zuigeling t/m kleuter
4. Het schoolkind
5. Puber en adolescent
6. Volwassene, stress en positive health predictors, wet BIG
7. Toetsles
8. Palliatieve zorg
,CanMEDS-rollen
De CanMEDS-rollen beschrijven de verschillende rollen die een
verpleegkundige vervult. Een verpleegkundige is niet alleen een
zorgverlener, maar ook een communicator, een samenwerker, een
organisator, een gezondheidsbevorderaar, een professional en een
reflectieve beroepsbeoefenaar.
In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat je goed moet kunnen
communiceren met patiënten en collega’s, moet samenwerken in een team,
zorg moet organiseren, gezondheid moet bevorderen door voorlichting te
geven, en je altijd professioneel en volgens de beroepscode moet handelen.
Afhankelijk van het werkveld, zoals ziekenhuis, ouderenzorg of
psychiatrie, komen bepaalde rollen meer naar voren dan andere.
Verpleegkundig proces en anamnesefase
Het verpleegkundig proces bestaat uit vijf stappen: gegevens verzamelen
(anamnese), verpleegkundige diagnose stellen, doelen vaststellen,
interventies uitvoeren en evalueren.
De eerste stap, de anamnesefase, betekent dat je systematisch gegevens
verzamelt over een patiënt. Je vraagt naar klachten, medische
voorgeschiedenis, leefgewoonten, medicijngebruik en psychosociale
factoren. Zo krijg je een volledig beeld van de patiënt. Bij een fictieve
casus oefen je dit door gerichte vragen te stellen en alle gegevens netjes te
ordenen.
, Evidence Based Practice Nursing (EBPN)
Evidence based practice nursing betekent dat je je verpleegkundig
handelen baseert op drie pijlers: wetenschappelijk bewijs, je eigen
professionele ervaring en de wensen en voorkeuren van de patiënt. Dit
helpt je om zorg te verlenen die zo goed mogelijk onderbouwd en
afgestemd is. Het principe van EBPN is dat je kritisch kijkt naar wat
bewezen effectief is, maar ook altijd rekening houdt met de unieke situatie
van de patiënt.
Positieve gezondheid
Positieve gezondheid is een brede manier van kijken naar gezondheid. Het
gaat niet alleen om de afwezigheid van ziekte, maar ook om hoe iemand
zich kan aanpassen en omgaan met lichamelijke, emotionele en sociale
uitdagingen. Voor de verpleegkundige betekent dit dat je niet alleen kijkt
naar wat een patiënt niet kan, maar vooral ook naar wat nog wél mogelijk
is. Dit vraagt om een andere manier van denken en werken, waarbij de
eigen regie van de patiënt centraal staat.
Religie en cultuur
Patiënten kunnen verschillende religies en culturen hebben. Als
verpleegkundige moet je je bewust zijn van de overeenkomsten en
verschillen hierin, bijvoorbeeld rondom voeding, omgang met ziekte, rol
van familie of omgaan met het levenseinde. Door respect te tonen en je
aan te passen aan de wensen van de patiënt, bied je zorg die aansluit bij de
persoonlijke achtergrond van de zorgvrager.
2025/2026
,Introductie en Hoofddoelen
In deze eerste periode van het kernvak leer je de basis van het
verpleegkundig beroep. Je maakt kennis met de rollen die je als
verpleegkundige hebt, hoe je systematisch werkt volgens het
verpleegkundig proces, en hoe je wetenschappelijke kennis gebruikt in de
zorg. Ook verdiep je je in belangrijke thema’s zoals positieve gezondheid,
religie en cultuur, palliatieve zorg en de wet- en regelgeving die hoort bij
het vak. Deze onderwerpen vormen samen de basis die je nodig hebt om
verantwoord en professioneel te kunnen werken in de zorg.
1. Kennismaken met gezondheid
2. Voortplanting, leefstijl en risicofactoren
3. Zuigeling t/m kleuter
4. Het schoolkind
5. Puber en adolescent
6. Volwassene, stress en positive health predictors, wet BIG
7. Toetsles
8. Palliatieve zorg
,CanMEDS-rollen
De CanMEDS-rollen beschrijven de verschillende rollen die een
verpleegkundige vervult. Een verpleegkundige is niet alleen een
zorgverlener, maar ook een communicator, een samenwerker, een
organisator, een gezondheidsbevorderaar, een professional en een
reflectieve beroepsbeoefenaar.
In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat je goed moet kunnen
communiceren met patiënten en collega’s, moet samenwerken in een team,
zorg moet organiseren, gezondheid moet bevorderen door voorlichting te
geven, en je altijd professioneel en volgens de beroepscode moet handelen.
Afhankelijk van het werkveld, zoals ziekenhuis, ouderenzorg of
psychiatrie, komen bepaalde rollen meer naar voren dan andere.
Verpleegkundig proces en anamnesefase
Het verpleegkundig proces bestaat uit vijf stappen: gegevens verzamelen
(anamnese), verpleegkundige diagnose stellen, doelen vaststellen,
interventies uitvoeren en evalueren.
De eerste stap, de anamnesefase, betekent dat je systematisch gegevens
verzamelt over een patiënt. Je vraagt naar klachten, medische
voorgeschiedenis, leefgewoonten, medicijngebruik en psychosociale
factoren. Zo krijg je een volledig beeld van de patiënt. Bij een fictieve
casus oefen je dit door gerichte vragen te stellen en alle gegevens netjes te
ordenen.
, Evidence Based Practice Nursing (EBPN)
Evidence based practice nursing betekent dat je je verpleegkundig
handelen baseert op drie pijlers: wetenschappelijk bewijs, je eigen
professionele ervaring en de wensen en voorkeuren van de patiënt. Dit
helpt je om zorg te verlenen die zo goed mogelijk onderbouwd en
afgestemd is. Het principe van EBPN is dat je kritisch kijkt naar wat
bewezen effectief is, maar ook altijd rekening houdt met de unieke situatie
van de patiënt.
Positieve gezondheid
Positieve gezondheid is een brede manier van kijken naar gezondheid. Het
gaat niet alleen om de afwezigheid van ziekte, maar ook om hoe iemand
zich kan aanpassen en omgaan met lichamelijke, emotionele en sociale
uitdagingen. Voor de verpleegkundige betekent dit dat je niet alleen kijkt
naar wat een patiënt niet kan, maar vooral ook naar wat nog wél mogelijk
is. Dit vraagt om een andere manier van denken en werken, waarbij de
eigen regie van de patiënt centraal staat.
Religie en cultuur
Patiënten kunnen verschillende religies en culturen hebben. Als
verpleegkundige moet je je bewust zijn van de overeenkomsten en
verschillen hierin, bijvoorbeeld rondom voeding, omgang met ziekte, rol
van familie of omgaan met het levenseinde. Door respect te tonen en je
aan te passen aan de wensen van de patiënt, bied je zorg die aansluit bij de
persoonlijke achtergrond van de zorgvrager.