in organisaties
,Inhoud
Week 2: Aantekeningen Hoofdstuk 5: Leren 4
Week 2 Aantekeningen Hoofdstuk 6: Persoonlijkheid 7
Week 2 Aantekeningen Hoofdstuk 9: Motivatie 10
Week 5 Aantekeningen Hoofdstuk 8: Perceptie 14
Week 5 Aantekeningen Hoofdstuk 12: Individuen in groepen 17
Week 7: Aantekeningen Hoofdstuk 10: Groepsvorming 23
Week 7 Aantekeningen Hoofdstuk 11: Groepsstructuur 29
Week 9: Aantekeningen Hoofdstuk 7: Communicatie 36
Week 9: Aantekeningen Hoofdstuk 19: Verandering 44
Week 12: Aantekeningen Hoofdstuk 21: Conflict 51
Week 12: Aantekeningen Hoofdstuk 13: Teamwork 57
Hoofdstuk 5: Leren 60
Hoofdstuk 6: Persoonlijkheid 71
Hoofdstuk 7: Communicatie 87
Hoofdstuk 8: Perceptie 108
Hoofdstuk 9: Motivatie 117
Hoofdstuk 10: Groepsvorming 135
Hoofdstuk 11: Groepsstructuur 150
Hoofdstuk 12: Individuen in groepen 165
Hoofdstuk 13: Teamworking 185
Hoofdstuk 19: Verandering 185
Hoofdstuk 21: Conflict 202
Recap Hoofdstuk 5 202
Recap Hoofdstuk 6 204
Recap Hoofdstuk 7 205
Recap Hoofdstuk 8 206
Recap Hoofdstuk 9 208
Recap Hoofdstuk 10 210
Recap Hoofdstuk 11 211
Recap Hoofdstuk 12 212
Recap Hoofdstuk 13 212
Recap Hoofdstuk 19 212
Recap Hoofdstuk 21 212
,Week 2: Aantekeningen Hoofdstuk 5: Leren
Learning: the process of acquiring knowledge through experience which leads to a
lasting change in behaviour.
De nieuwe, ideale medewerker?
- Current work landscape: society shifts job markets shifts skill sets shift =
skills gap (= het verschil tussen de vaardigheden die werknemers hebben en
de vaardigheden die nodig zijn voor bepaalde banen of taken)
- HRM needs Learning & Development programs
- Lifelong learner: continual upskilling and reskilling
- Reliable, flexible, results-driven, proactive, social, not status-driven,
work-life-balance, and loyal
- A person of any ethnicity, race, age, disability or other status
- Adds and draws on their knowledge/experiences from past jobs and other
spheres of life and culture
Bedrijven bouwen vaak structuur in hun organisaties, of gaan relaties aan met
universiteiten etc. om ervoor te zorgen dat mensen op hun manier worden opgeleid.
Zijn geïnteresseerd in investeren in goed personeel. Leren is centraal onderdeel van
iedere moderne organisatie.
Time for a chief learning officer?
- First introduced in late 1980s, US (general electric)
- Still uncommon
- Responsible for all learning and development in an organization
- A manager who connects an organization’s strategic concerns with shifting
skills requirements and this employee development
- Strategic position of learning
Twee leer-benaderingen
Behaviourist psychology (gedragspsychologie) gaat om gedrag, actie: je leert
door te doen
- Mental processes are not observable and are not valid issues of study
- Studies observable behaviour (actions)
- Focus on stimulus-response (een bepaalde stimulus/prikkel roept een
specifieke respons of reactie op)
- We learn habits, chains of muscle movements (we leren door herhaling en
oefening waarbij specifieke bewegingen en handelingen in een bepaalde
volgorde worden aangeleerd)
- Learning by trial and error (leren van fouten)
, Cognitive psychology (cognitieve psychologie) gericht op mentale processen.
‘Wat zou zich af kunnen spelen in de hoofden van mensen? Wat willen zij, wat
wensen zij, hoe leren zij?’ (hoe wordt ons gedrag beïnvloedt?)
- Mental processes can be studied by inference (gevolgtrekking), although they
cannot be observed directly je maakt inschatting ergens van. Hierdoor
denken wij dat we iets kunnen zeggen over gehele populaties.
- Studies cognition (thoughts)
- Focus on information procession
- We learn cognitive structures, mental structures
- Learning by insight and understanding
Growth mindset: het geloof dat je vaardigheden en intelligentie kan ontwikkelen
door inspanning, leren en doorzettingsvermogen. Bij fixed mindset is dit andersom:
mensen geloven hierbij dat hun vaardigheden en intelligentie niet kunnen
veranderen.
The behaviourist approach to learning
Conditioning: behavioural change to do an association between existing behaviour
and a stimulus/consequence (het is een leerproces waarbij iemand een associatie
vormt tussen verschillende stimuli en response). Er zijn twee types:
- Classical/respondent conditioning (Pavlov) een organisme
leert om op een stimulus te reageren die oorspronkelijk geen
reactie opriep. Voorbeeld: Pavlov experiment met hond.
Linking good behaviour to neutral stimulus, so that the stimulus
can now evoke the behaviour
- Instrumental/operant conditioning (Skinner) een leerproces
dat zich richt op hoe gedrag wordt beïnvloed door de gevolgen
ervan. Je kan hierbij kiezen voor een positieve bekrachting
(beloning).