Basis van onderzoeksmethoden en statistiek (BOS) Kwalitatief
Inhoud
Hoorcollege 1 BOS aantekeningen .........................................................................................1
Hoorcollege 2 BOS aantekeningen .........................................................................................4
Hoorcollege 3 BOS Aantekeningen ...................................................................................... 12
Hoorcollege 4 BOS Aantekeningen ...................................................................................... 18
Hoorcollege 5 BOS Aantekeningen ...................................................................................... 27
Hoorcollege 1 BOS aantekeningen
Onderzoek begint bij lezen over dingen en vragen hebben
Hoe ga je op zoek naar een betrouwbare bron: je bron in twijfel trekken (niet direct geloven wat er
wordt gezegd)
Intuïtie is gekleurd door bepaalde ervaringen die je zelf hebt meegemaakt
Ervaring is beperkt door dingen die je wel of niet in je leven hebt meegemaakt
Autoriteit: kan je afvragen hoeveel verstand iemand van een bepaald onderwerp heeft. (moet je
hier blind op varen)
Wetenschappelijk onderzoek: resultaten van onderzoek wordt gebruikt om antwoord te geven op
vragen, dit onderzoek volgt bepaalde stappen en procedures, waardoor je kan vertrouwen op de
uitkomsten in het onderzoek.
5 Kenmerken wetenschappelijk onderzoek:
• Theorievormend: basis van kennis die er is en verder opbouwen hierop.
• Systematisch: Volgt vaste stappen en procedures.
• Controleerbaar: als wetenschappers werk je samen en controleer je elkaars onderzoek,
door middel van een peer-review, stappen worden vastgelegd om duidelijk te maken wat
er is gedaan.
• Empirisch: gegeven worden verzameld en op basis daarvan wordt een conclusie
getrokken (kan door vragen te stellen, gedrag observeren of teksten).
• Probabilistisch: realiseren dat uitspraken/conclusies gelden voor een bepaalde plaats en
bepaalde tijd. Dit betekent dat uitkomsten ter discussie staan en door de jaren heen kan
veranderen, resultaten zijn dan tijdig.
Producent wetenschappelijk onderzoek: dan voer je zelf wetenschappelijk onderzoek uit
Consument: dit betekent dat je de resultaten van wetenschappelijk onderzoek moet kunnen
lezen/interpreteren voor je werk.
De theorie-data cyclus
,Foto 1
Preregistratie: je onderzoeksplan sturen naar een wetenschapstijdschrift, ze publiceren het als
ze het een goed onderzoek vinden.
Data-analyse kan leiden tot niet ondersteunde data, dat leidt tot herziening van de theorie. Dit is
als de hypothese niet overeenkomt met de uitkomst van het onderzoek. Data-analyse kan ook
leiden tot ondersteunende data, dit leidt tot versterking van de theorie.
Theorie: Je wilt weten hoe iets in elkaar zit. Kenmerken goede theorie: ondersteund door data uit
wetenschappelijk onderzoek.
Falsifieerbaar: betekent dat je met onderzoek kan aantonen dat de theorie niet klopt, hoeft niet
altijd niet te kloppen, maar er moet een mogelijkheid zijn om te onderzoeken of een theorie wel
of niet klopt.
Spaarzaam: (parsimonious) betekent dat we gebruik maken van theorie die zo simpel mogelijk
is, in sociale wetenschappen is dit best moeilijk.
Verschillende soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic): Lossen een kennisprobleem op, dit betekent dat we iets niet
weten in de sociale wetenschappen. Er wordt gewerkt aan meer kennis, kennis over een
onderwerp wordt uitgebreid. Vind je veel bij kennisinstituten. Komt vaak voor toegepast
onderzoek.
2. Toegepast (applied): Lossen een praktijkprobleem op (hebben dit als doel). Komt veel
voor bij opdrachtgever.
3. Translationeel (translational): Vormen de brug tussen fundamenteel en toegepast
wetenschappelijk onderzoek, zorgen ervoor dat we de kennis uit het fundamentele
onderzoek kunnen gebruiken in de praktijk. Dit komt vaak voor toegepast onderzoek.
Voorbeeld dyslexie fundamenteel: dat we onderzoeken wat er in de hersenen anders gebeurt bij
kinderen met dyslexie, dit lost een kennisprobleem op.
Translationeel voorbeeld: (kan helpen om de kennis te vertalen naar de praktijk), er kan gewerkt
worden aan specifieke hulp om kinderen met dyslexie te helpen om te leren lezen en spellen.
Toegepast onderzoek: kan onderzoeken wat effectief is bij kinderen die dit hulpmiddel
gebruiken.
Zonder kennis van fundamenteel onderzoek, kan een toegepast onderzoek niet bestaan.
, Voorbeeld fundamenteel onderzoek: Worden jongeren narcistisch van het gebruik van sociale
media? Het kan niet in de praktijk gebruikt worden, niet toegepast, omdat er niet wordt
aangegeven dat het effect van iets wordt onderzocht.
Onderzoeksontwerp
Wat voor empirisch gegevens worden verzameld
Kwalitatief: kleine groepen, open vragen - kwantitatief: grote groepen, omgezet naar getallen
Bij wie worden empirische gegevens verzameld?
Onderzoeksontwerp ethiek
Omgang met je respondenten
• Beginsel van respect: betekent dat je je respondenten respecteert, serieus neemt,
draait om de vrijwillige deelname aan het onderzoek, informed consent (betekent dat je
mensen vraagt of ze willen meedoen, deelt informatie over het onderzoek en geeft aan
dat deelnemers op elk moment kunnen stoppen), misleiding (deception) (als je niet wilt
dat mensen weten waar het onderzoek over gaat, geeft dan uitleg over de hypothese), bij
deze vorm moet je uitleggen aan een commissie waarom je hier gebruik van maakt,
debriefing (uitleg over waar je onderzoek over ging en wat de uitkomst is)
• Beginsel van weldoen (beneficence): geen schade toebrengen aan de deelnemers, het
moet kennis opleveren (fundamenteel), moet input inbrengen in zicht van
praktijkprobleem (praktisch), anoniem, maatschappij moet er iets aan hebben.
Vertrouwelijkheid betekent dat informatie niet herleidbaar naar deelnemers moet
kunnen zijn.
• Beginsel van rechtvaardigheid (justice): Balans tussen investering en opbrengst, voor
de deelnemers. Is de opbrengst van het onderzoek waard voor de deelnemers om tijd te
investeren (individueel gebied). Op maatschappelijk niveau, moet de opbrengst (geld dat
geïnvesteerd wordt in het onderzoek) in balans zijn met de informatie die opgeleverd
wordt.
Onderzoeksontwerp ethiek Werkelijkheid
• Weging van belangen: wegingen van belangen van onderzoek/onderzoeker, participant
en overige belanghebbenden
• Wet en regels: bepaalde zaken zijn echt verboden
De ethische commissie beoordeelt je onderzoeksvoorstel
Onderzoeksontwerp ethiek Omgang met je data
Wat er mis kan gaan, met verzamelde data
• Data verzinnen
• Data vervalsen
• Plagiaat
Present Bias: weerspiegelt ons falen om geschikte vergelijkingsgroepen in overweging te nemen
Confirmation bias: De neiging om alleen maar te kijken naar de informatie die volgens ons zelf
klopt
Bias blindspot: Het geloof dat het onwaarschijnlijk is dat we ten prooi zullen vallen aan de
andere vooroordelen die eerder zijn beschreven
Inhoud
Hoorcollege 1 BOS aantekeningen .........................................................................................1
Hoorcollege 2 BOS aantekeningen .........................................................................................4
Hoorcollege 3 BOS Aantekeningen ...................................................................................... 12
Hoorcollege 4 BOS Aantekeningen ...................................................................................... 18
Hoorcollege 5 BOS Aantekeningen ...................................................................................... 27
Hoorcollege 1 BOS aantekeningen
Onderzoek begint bij lezen over dingen en vragen hebben
Hoe ga je op zoek naar een betrouwbare bron: je bron in twijfel trekken (niet direct geloven wat er
wordt gezegd)
Intuïtie is gekleurd door bepaalde ervaringen die je zelf hebt meegemaakt
Ervaring is beperkt door dingen die je wel of niet in je leven hebt meegemaakt
Autoriteit: kan je afvragen hoeveel verstand iemand van een bepaald onderwerp heeft. (moet je
hier blind op varen)
Wetenschappelijk onderzoek: resultaten van onderzoek wordt gebruikt om antwoord te geven op
vragen, dit onderzoek volgt bepaalde stappen en procedures, waardoor je kan vertrouwen op de
uitkomsten in het onderzoek.
5 Kenmerken wetenschappelijk onderzoek:
• Theorievormend: basis van kennis die er is en verder opbouwen hierop.
• Systematisch: Volgt vaste stappen en procedures.
• Controleerbaar: als wetenschappers werk je samen en controleer je elkaars onderzoek,
door middel van een peer-review, stappen worden vastgelegd om duidelijk te maken wat
er is gedaan.
• Empirisch: gegeven worden verzameld en op basis daarvan wordt een conclusie
getrokken (kan door vragen te stellen, gedrag observeren of teksten).
• Probabilistisch: realiseren dat uitspraken/conclusies gelden voor een bepaalde plaats en
bepaalde tijd. Dit betekent dat uitkomsten ter discussie staan en door de jaren heen kan
veranderen, resultaten zijn dan tijdig.
Producent wetenschappelijk onderzoek: dan voer je zelf wetenschappelijk onderzoek uit
Consument: dit betekent dat je de resultaten van wetenschappelijk onderzoek moet kunnen
lezen/interpreteren voor je werk.
De theorie-data cyclus
,Foto 1
Preregistratie: je onderzoeksplan sturen naar een wetenschapstijdschrift, ze publiceren het als
ze het een goed onderzoek vinden.
Data-analyse kan leiden tot niet ondersteunde data, dat leidt tot herziening van de theorie. Dit is
als de hypothese niet overeenkomt met de uitkomst van het onderzoek. Data-analyse kan ook
leiden tot ondersteunende data, dit leidt tot versterking van de theorie.
Theorie: Je wilt weten hoe iets in elkaar zit. Kenmerken goede theorie: ondersteund door data uit
wetenschappelijk onderzoek.
Falsifieerbaar: betekent dat je met onderzoek kan aantonen dat de theorie niet klopt, hoeft niet
altijd niet te kloppen, maar er moet een mogelijkheid zijn om te onderzoeken of een theorie wel
of niet klopt.
Spaarzaam: (parsimonious) betekent dat we gebruik maken van theorie die zo simpel mogelijk
is, in sociale wetenschappen is dit best moeilijk.
Verschillende soorten onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic): Lossen een kennisprobleem op, dit betekent dat we iets niet
weten in de sociale wetenschappen. Er wordt gewerkt aan meer kennis, kennis over een
onderwerp wordt uitgebreid. Vind je veel bij kennisinstituten. Komt vaak voor toegepast
onderzoek.
2. Toegepast (applied): Lossen een praktijkprobleem op (hebben dit als doel). Komt veel
voor bij opdrachtgever.
3. Translationeel (translational): Vormen de brug tussen fundamenteel en toegepast
wetenschappelijk onderzoek, zorgen ervoor dat we de kennis uit het fundamentele
onderzoek kunnen gebruiken in de praktijk. Dit komt vaak voor toegepast onderzoek.
Voorbeeld dyslexie fundamenteel: dat we onderzoeken wat er in de hersenen anders gebeurt bij
kinderen met dyslexie, dit lost een kennisprobleem op.
Translationeel voorbeeld: (kan helpen om de kennis te vertalen naar de praktijk), er kan gewerkt
worden aan specifieke hulp om kinderen met dyslexie te helpen om te leren lezen en spellen.
Toegepast onderzoek: kan onderzoeken wat effectief is bij kinderen die dit hulpmiddel
gebruiken.
Zonder kennis van fundamenteel onderzoek, kan een toegepast onderzoek niet bestaan.
, Voorbeeld fundamenteel onderzoek: Worden jongeren narcistisch van het gebruik van sociale
media? Het kan niet in de praktijk gebruikt worden, niet toegepast, omdat er niet wordt
aangegeven dat het effect van iets wordt onderzocht.
Onderzoeksontwerp
Wat voor empirisch gegevens worden verzameld
Kwalitatief: kleine groepen, open vragen - kwantitatief: grote groepen, omgezet naar getallen
Bij wie worden empirische gegevens verzameld?
Onderzoeksontwerp ethiek
Omgang met je respondenten
• Beginsel van respect: betekent dat je je respondenten respecteert, serieus neemt,
draait om de vrijwillige deelname aan het onderzoek, informed consent (betekent dat je
mensen vraagt of ze willen meedoen, deelt informatie over het onderzoek en geeft aan
dat deelnemers op elk moment kunnen stoppen), misleiding (deception) (als je niet wilt
dat mensen weten waar het onderzoek over gaat, geeft dan uitleg over de hypothese), bij
deze vorm moet je uitleggen aan een commissie waarom je hier gebruik van maakt,
debriefing (uitleg over waar je onderzoek over ging en wat de uitkomst is)
• Beginsel van weldoen (beneficence): geen schade toebrengen aan de deelnemers, het
moet kennis opleveren (fundamenteel), moet input inbrengen in zicht van
praktijkprobleem (praktisch), anoniem, maatschappij moet er iets aan hebben.
Vertrouwelijkheid betekent dat informatie niet herleidbaar naar deelnemers moet
kunnen zijn.
• Beginsel van rechtvaardigheid (justice): Balans tussen investering en opbrengst, voor
de deelnemers. Is de opbrengst van het onderzoek waard voor de deelnemers om tijd te
investeren (individueel gebied). Op maatschappelijk niveau, moet de opbrengst (geld dat
geïnvesteerd wordt in het onderzoek) in balans zijn met de informatie die opgeleverd
wordt.
Onderzoeksontwerp ethiek Werkelijkheid
• Weging van belangen: wegingen van belangen van onderzoek/onderzoeker, participant
en overige belanghebbenden
• Wet en regels: bepaalde zaken zijn echt verboden
De ethische commissie beoordeelt je onderzoeksvoorstel
Onderzoeksontwerp ethiek Omgang met je data
Wat er mis kan gaan, met verzamelde data
• Data verzinnen
• Data vervalsen
• Plagiaat
Present Bias: weerspiegelt ons falen om geschikte vergelijkingsgroepen in overweging te nemen
Confirmation bias: De neiging om alleen maar te kijken naar de informatie die volgens ons zelf
klopt
Bias blindspot: Het geloof dat het onwaarschijnlijk is dat we ten prooi zullen vallen aan de
andere vooroordelen die eerder zijn beschreven