100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting - Sociaal emotionele en morele ontwikkeling (SOW-PWB1280)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
33
Geüpload op
16-09-2025
Geschreven in
2021/2022

Samenvatting van alle colleges Sociaal- emotionele en morele ontwikkeling. Inclusief afbeeldingen en modellen.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 september 2025
Aantal pagina's
33
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Sociaal-emotionele morele ontwikkeling
Aantekeningen colleges

College 1

Wat is een goede en wetenschappelijke theorie:
Biedt een raamwerk waarbinnen feiten en informatie geïnterpreteerd kunnen worden en geïntegreerd met
bestaande kennis. Heeft assumpties (hypothesen) die duidelijk zijn geformuleerd en empirisch getoetst
kunnen worden. Het stimuleert nieuw onderzoek en leidt tot nieuwe kennis in een bepaald domein.

Psychoanalytische visie:
- Freud
Psychoseksuele theorie: Freud's theorie dat groei van de seks instincten onderliggend zijn aan de
stadia van persoonlijkheidsontwikkeling en dat hoe de ouders omgaan met deze seksuele
impulsen de trekken die kinderen vertonen bepalen.
Onbewuste motieven: Volgens Freud term voor gevoelens, ervaringen en conflicten die het
denken en gedrag van een persoon beïnvloeden, maar die buiten het bewustzijn van een persoon
blijven.
Zijn achtergrond, victoriaans tijdperk met veel onderdrukking, is verklarend voor zijn
extremisme in de seks.
Kritiek theorie: het is te vaag, niet falsifieerbaar ()
Belang theorie: Vroege ervaringen en emoties -> veel invloed op persoon/ontwikkeling
Onbewuste motieven en conflicten -> belangrijk voor gedrag.
Voorbeelden 'onbewuste' processen huidige literatuur:
Attentional bias (AB): aandacht bias voor aantrekkelijke stimuli (alcohol, lekker eten) ->
via eye tracking meten. Dit is de manipuleren via training.
Training AB of approach bias -> Mensen krijgen een stick. Elke keer als de persoon een
aantrekkelijke stimuli (alcohol voor verslaafden) ziet, moet hij de stick van zich af duwen.
Je leert onbewust de alcohol van je af te duwen. Het onbewuste is nog niet helemaal
duidelijk, hier is nog meer onderzoek voor nodig/vindt nu plaatst.
- Erikson
Ego psychologen: omgaan met sociale realiteit
Psychosociale theorie: Erikson's revisie van freud's theorie welke de socioculturele (i.p.v.
seksuele) determinanten van ontwikkeling benadrukt en welke veronderstelt dat er acht
conflicten zijn die mensen moeten oplossen om te komen tot een gezonde psychische
aanpassing.
Een van de conflictfases: Autonomie vs schaamte/twijfel (2-3 jarigen). Kinderen die
autonomie tonen en kinderen die meer twijfelen. Ouders hebben hier invloed op, volgens
de theorie. Ouders die heel protectief zijn, maken kinderen meer twijfelend. Ouders die
heel verwaarlozend zijn, maken kinderen ook niet autonoom. Dus de balans hier vinden
is het belangrijkst.
Verschil met freud: Het is minder passief. Er is focus op socioculturele i.p.v. seksuele invloeden.
De theorie loopt door in volwassenheid: deze hebben ook conflicten.
Kritiek: Descriptief (beschrijvend); stadia en lastig falsifieerbaar.

Behavioristische visie:
- Watson
Behaviorisme: Een school van denken binnen de psychologie die ervan uitgaat dat conclusies
over de menselijke ontwikkeling gebaseerd zouden moeten zijn op gecontroleerde observaties
van openlijk gedrag (we willen geen vage theorieën meer, dus we gaan alles meten. Dit kan dus
alleen met dingen die je kan zien) in plaats van speculatie over onbewuste motieven of andere
fenomenen; het filosofische fundament voor sociaal-leer theorieën.

,Gewoonten: Volgens behavioristisch standpunt zijn dit aangeleerde associaties tussen stimuli en
reacties (responses) die de stabiele aspecten van persoonlijkheid representeren. Gewoonten kan
je aan iedereen aanleren en weer veranderen.
De theorie -> Tabula rasa. Verbindingen externe stimuli en observeerbare reacties
(gewoonten). Ontwikkeling = continu proces van gedragsmatige verandering.
- Pavlov
Klassieke conditionering: Een methode van leren die als eerste onderzocht werd door Pavlov. In
deze passieve vorm van conditionering kunnen bepaalde gedragingen worden ontlokt door
middel van een neutrale stimulus (normaal niet-stimulerend) omdat deze stimulus een
aangeleerde associatie krijgt met een meer krachtige stimulus.
Dit is een heel passief proces.
- Skinner
Operante conditionering: Een vorm van leren waarbij vrijwillige handelingen (operants) meer of
minder vaak gaan optreden afhankelijk van de consequentie (straf vs beloning) die ze teweeg
brengen. Dit is een actief proces, je wilt iets aanleren.
Operante conditionering kan je bereiken met:
Bekrachtiger: elk gevolg van een handeling die ervoor zorgt dat de handeling opnieuw zal
optreden.
Bestraffing: elk gevolg van een handeling die ervoor zorgt dat de handeling onderdrukt
wordt en die de kans dat de handeling opnieuw zal optreden vermindert.
 Positief: iets toedienen (positieve straf: je moet iets doen voor straf -> strafregels
schrijven / positieve beloning: je krijgt iets -> cadeautje als je op de wc plast)
 Negatief: iets weghalen (negatieve straf: je krijgt iets niet voor straf -> weghalen
PlayStation / negatieve beloning: na lang zeuren, ik ruim je kamer wel voor je op)

Cognitieve sociaal-leren theorie:
- Bandura
Theorie: Leren is meer dan operante conditionering. Mensen zijn ook cognitieve wezens
(denken over gedrag en consequenties, ook lange termijn) -> beïnvloed onze
acties. Observationeel leren (no-trail) = centraal ontwikkelingsproces
Observationeel leren: Leren dat het gevolg is van de observatie van het gedrag van anderen. Dit
moet je kunnen voor observationeel leren: beschikbaarheid, aandacht, onthouden, motorische
reproductie, motivatie.
Emulatie (imiteren op een andere manier): Reproductie van de uitkomst van een model op een
andere manier dan zoals door het model tentoongespreid werd.
VB: meneer met vastgebonden handen wil de lichtknop aan doen. Maar hij kan zijn
handen niet gebruiken, dus doet dit met zijn hoofd. Kinderen zien dit op een filmpje en
wordt gevraagd de meneer na te doen. Kinderen doen dan de lichtknop aan, maar gewoon
met hun hand. Ze snappen dus de intentie van die meneer, maar doen hem niet exact na.
Als kinderen iets nog niet goed begrijpen, dan doen ze de handeling nog exacter na.
Deferred imitatie: Reproductie van een activiteit van een model dat eerder (in het verleden) is
geobserveerd.
VB: 6 maanden oude kinderen kunnen een dag later nog nadoen wat ze gisteren gezien
hebben.

(Moderne) evolutionaire perspectieven:
- Natuurlijke selectie: Een evolutionair proces verondersteld door Darwin dat ervan uitgaat
dat individuen die aan de omgeving aangepaste eigenschappen bezitten overleven, terwijl
individuen die deze adaptieve eigenschappen niet hebben uitsterven.
- Ethologie: Het onderzoek naar de bio-evolutionaire basis van gedrag en ontwikkeling.
- Sensitieve periode: Bepaalde periode die optimaal is voor de ontwikkeling van bepaalde
capaciteiten of gedragingen en tijdens welke het individu specifiek sensitief is voor
omgevingsinvloeden die deze capaciteiten of gedragingen stimuleren.

, Bekijken verschil kritieke en sensitieve periode.
- Altruïsme: Onzelfzuchtig rekening houden met het welzijn van anderen dat geuit wordt
via pro-sociale gedragingen zoals delen, samenwerken, helpen en anderen
troosten. Belangrijk voor voort bestaan van de soort. Puur altruïsme: iets zonder eigen
belang doen (zonder het krijgen van een goed gevoel). Puur altruïsme komt eigenlijk
nooit voor. Een voorbeeld is: voor iemand sterven, iemand redden van de dood door zelf
dood te gaan voor de ander.
- Empathie: Het vermogen om dezelfde emoties te ervaren die iemand anders ervaart
(meevoelen) Kunnen voelen wat iemand anders voelt. Mooie, pure emotie, maar hier kan
je nog niemand mee helpen.
- Empathische bezorgdheid: De mate waarin iemand de behoeften van een ander herkent
en bezorgd is over welbevinden van de ander (cognitieve empathie). Het echt kunnen
begrijpen van iemands pijn, en doordat je dit zelf herkent, kan je iemand heel goed
helpen.
- Social baseline theory: Brein verwacht sociale bronnen -> schending hiervan leidt tot
stress. Ons brein verwacht sociale steun.
Onderzoek van meneer Cohn:
Een oorlogsveteraan, zwaar getraumatiseerd, komt bij Cohn terecht. Neemt zijn vrouw
mee naar therapie. Komen hand in hand aan. Cohn vraagt: vertel over trauma's. Meneer
zegt nee. Cohn probeert progressieve spierontspanning (aanpassen en ontspannen van
spieren kort na elkaar, zodat je goed in je lichaam komt te zitten). De meneer zegt weer
nee. Cohn weet niet wat die moet doen. De vrouw van de meneer pakt de hand van haar
man en geeft een bemoedigend kneepje. Nu doet de meneer wel die spier oefening.
Als Cohn vraagt naar het verleden en de vrouw geeft weer een kneepje in de hand van
haar man spreekt hij er wel over. Cohn zegt over dat kneepje: die vrouw heeft de therapie
gedaan, niet ik. Zij zorgt voor het proces van genezing.
 Hierdoor heeft hij onderzoek opgezet. 16 koppels. WS: de koppels zijn op drie
condities getest. 1e conditie: in de scanner de hand van de partner vast. 2e
conditie: in de scanner de hand vast van een vreemde. 3e conditie: in de scanner
zonder een hand van een vreemde. Naast deze condities, kregen de mensen in de
scanner een klein schokje toegediend als ze een rood kruis zagen. Ze zagen
plaatjes van een blauwe cirkel (veilig) of van een rood kruis (20% kans op
schokje). Dit zorgt voor stress. Kijkend naar de resultaten: als er een hand wordt
vastgehouden minder stress, en als de hand van de partner wordt vastgehouden
nog minder stress. Als de relatie van het koppel goed was, dan was de stress nog
minder aanwezig.
Intimate touch deprivatie -> leidt tot eenzaamheid en angst.
Kritiek:
Lastig falsifieerbaar (wanneer wijkt het brein af? Wat is de baseline)
Retrospectief (post-hoc verklaringen -> pas na experimenten worden theorieën
opgesteld/aangevuld)
Genetica 'overruled' door leerervaringen (laat je een eend voor het uitkomen van het ei kip
geluiden horen, dan heeft het een voorkeur voor kip geluiden. Doe je dit niet, dan heeft de eend
voorkeur voor eend geluiden zoals het genetisch is bepaald. Maar genetica kan dus overruled
worden door leerervaringen).
Er is dus meer dan nature, maar nature wordt wel in kaart gebracht -> via
gedragsgenetica.

Gedragsgenetica:
Tweelingonderzoek: Onderzoek waarin paren van monozygote en dizygote tweelingen worden
vergeleken om de erfelijkheid van een bepaalde eigenschap te meten
Hiermee kan verwantschap bepaald worden:
Verwantschap: De mate waarin twee individuen dezelfde genen vertonen.

, Hiermee kan erfelijkheid bepaald worden:
Erfelijkheid (van trek): De hoeveelheid variatie in een trek die toe te kennen valt aan erfelijke
factoren.
Hiermee kan erfelijheidscoëfficiënt bepaald worden: Een getalsmatoge schatting
variërend van 0 tot 1 om de hoeveelheid variatie in een eigenschap ten gevolge van
erfelijke factoren weer te geven.


Niet-gedeelde omgevingsinvloed: Omgevingsinvloed uniek voor persoon. Dus niet gedeeld door
mensen die samen leven. Maakt mensen verschillend.
Gedeelde omgevingsinvloed: Omgevingsinvloed die identiek is voor mensen die samenleven en
die mensen meer gelijkend maakt.

Klassieke gedragsgenetica:
Kleine kanttekening:
Genetica 'persoonlijkheid': reviews van 'klassieke' gedragsgenetica (schattingen rond 40-50%)
Erfelijkheidscoëfficiënt: Zegt niets over individu (is gemiddelde, zegt wat over groepen).
Overschatting als te weinig variatie in omgeving. Verandering mogelijk (omgeving -> expressie
genetica = epigenetica)

Moderne gedragsgenetica
Studies die onderzoeken hoe genotype met de omgeving interacteert om gedragsmatige
kenmerken zoals intelligentie, persoonlijkheid en mentale gezondheid te verklaren.
Vaak onderpowered. Dus nog geen groot genoege datasets.
- Genen invloed op omgeving:
Passieve gen-omgevingscorrelatie: Omgevingsinvloeden die biologische ouders bieden
kunnen beïnvloed worden door de genen van de ouders en correleren dus met het genotype
van het kind.
Evocatieve gen-omgevingscorrelatie: Onze aangeboren eigenschappen beïnvloeden het
gedrag van anderen ten opzichte van ons (invloed op sociale omgeving waarin ontwikkeling
plaatsvindt). Kind met veel temperament wordt vaak negatief benaderd. Temperament is via
gen bepaald en heeft dus invloed op hoe er gereageerd wordt op een kind.
Actieve gen-omgevingscorrelatie: Ons genotype beïnvloedt de omgeving die we prefereren en
opzoeken. Meer voorkeur voor een bepaalde omgeving.

College 2

Emoties van baby’s
Vroeger dachten mensen dat baby’s geen pijn voelde en dus ook geen emoties hadden.
Tegenwoordig weten we wel beter en krijgen baby’s ook verdoving ect bij operaties.
Het theoretisch tijdbeeld is heel anders vroeger dan nu. Denk hierbij aan de theorieën als die van
het behavioristisme en Piaget.
Emotie is: Een motivationeel construct dat wordt gekarakteriseerd door
veranderingen in affect (of gevoelens), fysiologische reacties, cognities en
openlijke gedragingen.
- Functionalistisch perspectief -> Een theorie die ervan uitgaat dat het hoofddoel van een
emotie bestaat uit het tot stand brengen, handhaven of het veranderen van de relatie met
de omgeving om een doel te bewerkstelligen. Volgens deze theorie zijn emoties op vroege
leeftijd nog niet te onderscheiden. Emoties dienen op doel.
- Discrete emotietheorie -> Theorie over emoties die ervan uitgaat dat specifieke emoties
biologisch. Als we een foto van een slang zien dan zijn baby’s bang, terwijl bij een bloem
hebben ze dat niet.
geprogrammeerd zijn en vergezeld worden door duidelijke emotionele
€7,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
lauraclements

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
Pedagogische wetenschappen/ ALPO Jaar 1
-
4 2025
€ 29,96 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
lauraclements Radboud Universiteit Nijmegen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
2 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
16
Laatst verkocht
1 dag geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen