Sociologisch perspectief
Deel 3 hoofdstuk 1: institutionalisering en
instituties
1. Inleiding
Sociologie als wetenschap van de samenleving
o Micro-niveau -> Weber
o Meso-niveau : welke structuren ontstaan er -> Durkheim
o Macro-niveau
2. Institutionalisering
Institutionalisering =
o fundamenteel antropologisch proces
o waarin individuele menselijke handelingen geobjectiveerd
worden tot vaste, min of meer normatieve handelingspatronen
(handelingspersoon met regels normen en waarden)
o die als collectieve vormen onafhankelijk van handelende
individuen kunnen blijven voortbestaan
o en als dusdanig de individuele mens enerzijds dwingen om
bepaalde handelingen te verrichten (doen wat van je rol
verwacht wordt)
o en hem anderzijds de voor zijn handelen onmisbare sociale
stabiliteit en zekerheid verschaffen. (comfortabel, altijd
hetzelfde)
proces waarin we menselijk gedrag vanzelf doen waarvan
we zien dat het opzich zelf staat
Objectivering van handelingen
o Nooit op één moment, ontwikkeld in de tijd, groeit doorheen
de tijd
o Handelingen worden handelingspatronen buiten het individu /
buiten het individueel bewustzijn vb je vraag je niet af wat is
student nu weer
o Gaan vooraf aan het individu
o Worden overhandigd aan het individu (overgeleverd)
o Socialisering = leren kennen en internaliseren van
traditionele, sociaal geaccepteerde handelingspatronen die
bepaald en overgeleverd worden door groeperingen.
=> Durkheim: “des faits sociaux” -> handelingspatronen
opzich, het concept zijn des faits sociaux, sociaal feit. Wie
beslist wat de normen zijn
Deel 3 hoofdstuk 1: institutionalisering en
instituties
1. Inleiding
Sociologie als wetenschap van de samenleving
o Micro-niveau -> Weber
o Meso-niveau : welke structuren ontstaan er -> Durkheim
o Macro-niveau
2. Institutionalisering
Institutionalisering =
o fundamenteel antropologisch proces
o waarin individuele menselijke handelingen geobjectiveerd
worden tot vaste, min of meer normatieve handelingspatronen
(handelingspersoon met regels normen en waarden)
o die als collectieve vormen onafhankelijk van handelende
individuen kunnen blijven voortbestaan
o en als dusdanig de individuele mens enerzijds dwingen om
bepaalde handelingen te verrichten (doen wat van je rol
verwacht wordt)
o en hem anderzijds de voor zijn handelen onmisbare sociale
stabiliteit en zekerheid verschaffen. (comfortabel, altijd
hetzelfde)
proces waarin we menselijk gedrag vanzelf doen waarvan
we zien dat het opzich zelf staat
Objectivering van handelingen
o Nooit op één moment, ontwikkeld in de tijd, groeit doorheen
de tijd
o Handelingen worden handelingspatronen buiten het individu /
buiten het individueel bewustzijn vb je vraag je niet af wat is
student nu weer
o Gaan vooraf aan het individu
o Worden overhandigd aan het individu (overgeleverd)
o Socialisering = leren kennen en internaliseren van
traditionele, sociaal geaccepteerde handelingspatronen die
bepaald en overgeleverd worden door groeperingen.
=> Durkheim: “des faits sociaux” -> handelingspatronen
opzich, het concept zijn des faits sociaux, sociaal feit. Wie
beslist wat de normen zijn