Samenvatting Marktonderzoek Design

Marktonderzoek Design;
Hoofdstuk 1;
1.1
Een paar onjuiste opvattingen omtrent onderzoek;
Claim 1; onderzoek is moeilijk.
Claim 2; onderzoek is alleen relevant voor academisch geschoolden.
Claim 3; iedereen kan goed onderzoek uitvoeren, kleuters zijn niet in staat een
wetenschappelijk onderzoek uit te voeren, je moet weten hoe je moet
onderzoeken
1.2 Betrouwbaarheid
Is de informatie die je vind door middel van deskresearch wel waar?
 Wie of wat is de bron van de data en heeft deze bron belang bij
''gekleurde'' informatie?
 Is de bron bekend? Via internet is veel nepnieuws te vinden.
Formule voor steekproefgrootte gebruiken of online-steekproefcalculators
raadplegen.
1.3 Validiteit
1. Construct of begripsvaliditeit: in hoeverre meet het meet instrument Dat gene
wat je wil weten? Tevredenheid, merkbekendheid, emoties en aandacht is
moeilijk te meten.
2. Inhoudsvaliditeit: worden alle facetten gemeten?
3. criteriumvaliditeit: De test voorspelt de toekomst, Bijvoorbeeld jouw onderzoek
over een nieuw product voorspelt hoeveel ervan verkocht gaan worden.
4. Contentvaliditeit: voordat je een vragenlijst uitdeelt over jouw doelgroep laat
je hem valideren door andere marketeers, zo heeft de vragenlijst een hoge mate
van contentvalidatie.
5. ecologische validiteit: in hoeverre komt het onderzoek overeen met de
werkelijke situatie, misschien word de respondent wel beïnvloed door de
onderzoeker, dit is vooral van belang bij lab experimenten.
1.4
Er zijn 2 momenten in het onderzoekproces waarbij de representativiteit van de
steekproef belangrijk is en waar je hier als onderzoeker alert op moet zijn:
1. Wanneer je de onderzoeksdoelgroep en de populatie die je vraagt
definieert.
2. Check of de respondenten echt representatief zijn, dat er niet veel
meer mannen dan vrouwen hebben gereageerd bijvoorbeeld.

, Hoofdstuk 2;
2.2.1 aselecte steekproeftrekking;
Het aselect selecteren van je respondenten houdt in dat iedereen uit de populatie
dezelfde kans heeft om in de steekproef terecht te komen. Hiervoor een aantal
manieren;
- Enkelvoudige aselecte steekproef: je stelt een steekproefkader vast
dus bijvoorbeeld van de HEMA die heeft 25000 klanten in het
klantenbestand dan is dat ons steekproefkader. En je kan dan bijvoorbeeld
700 nummers genereren en dan die 700 van de 25000 uitnodigen voor je
onderzoek
- Systematische steekproef: Je zet je steekproefkader bijvoorbeeld op
volgorde van leeftijd, dit doe je om spreiding te krijgen in de
steekproefeenheden die je selecteert. Je neemt daarna een random getal
bijvoorbeeld 30 en dan neem je elke respondent op regel 30 dus: 30, 130,
230, 330 etc..
- Gestratificeerde steekproef: als het klantenbestand bijvoorbeeld 60%
vrouw is en 40% man dan kies je 60% van het vrouwelijke klantenbestand
en 40% mannen uit het mannelijke klantenbestand, om het representatief
te houden.
2.2.1 Selecte Steekproeftrekking
Respondenten worden op een bepaalde manier geselecteerd, niet iedereen heeft
dezelfde kans om mee te doen.
- Quotasteekproef: bijvoorbeeld we willen mannen 20-40 jaar WO
opgeleid en we willen 200 respondenten dan stop de steekproef pas als we
dit bereikt hebben.
- Sneeuwbalsteekproef: je begint met het opzoek van een paar
respondenten en vraagt of die weer personen kennen die aan de criteria
voldoen etc….
- Gelegenheidssteekproeftrekking: mensen die toevallig tegenkwam op
straat of mensen die je al kent doen mee aan je onderzoek, dit is slecht
omdat dit vaak (onbewust) er voor zorgt dat de onderzoeker de
antwoorden stuurt.