100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting H4 ak vraagstukken in nederland

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
16
Geüpload op
08-09-2025
Geschreven in
2025/2026

aardrijkskunde vwo 5 hoofdstuk 4: mondiale vraagstukken in Nederland.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
5

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Onbekend
Geüpload op
8 september 2025
Aantal pagina's
16
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

H4 aantekeningen. Vraagstukken in
Nederland
4.1 Dynamische kusten
je weet door welke natuurlijke processen de Nederlandse kust gevormd is

 Nederlandse kust wordt voortdurend opgebouwd en afgebroken door verschillende
natuurlijke kustprocessen.
 zand van strand en duinen komt van bodem Noordzee, wordt weer aangevuld door
rivieren.
 Zeestromen en wind zorgen via transport en sedimentatie van dat zand voor
opbouw van kust en via erosie voor afbraak
 verschillende soorten zeestromen: belangrijkste transporteur is getijdenstroom, deze
stroom die afwisselend een vloed en ebstroom is, ontstaat door aantrekkingskracht van
de maan. Tijdens vloed stijgt zeespiegel, het zeewater komt dan verder het strand op.
vloedstroom aan nederlandse kust beweegt in noordoostelijke richting, vaak versterkt
door zuidwestenwinden; hogere stroomsnelheid + het water verder opstuwen.
Wanneer zon + maan in 1 lijn staan is verschil tussen hoog en laag water het grootst
→ springtij. 1e en laatste kwartier verschil hoog en laag het kleinst → doodtij
 tijdens eb daalt zeespiegel, zee minder ver het land op. zuidwestelijke richting.
Doordat ebstroom zwakker is dan vloedstroom is er netto verplaatsing van zeewater en
zand naar noordoosten
 tijdens ed en vloed wordt het zand van de kust door zee en wind geërodeerd en
verderop gesedimenteerd. → zand wordt naar het strand toegewerkt door de golven,
bij de brandingsrug (waar de zee ondieper wordt) worden de golven afgeremd en
kunnen ze zand loswoelen. Door die afremming slaan golven om en ontstaat de
branding, brandingsgolven werpen deel van zand op strand.
 de wind kan het zand verder naar duinen verplaatsen
 door krachtige golven en aflandige wind kan strand afgekalfd worden
 stormen kunnen duinen aantasten




de 3 soorten kusten

 zachte kust → opgebouwd uit zacht, los verweringsmateriaal, vooral zand en klei.
bestaat uit 3 grote delen: waddenkust, duinenkust, estuariumkust. de wadden worden
grotendeels beschermd door zeedijken. Van Den Helder tot Hoek van. Holland loopt
vrijwel aaneengesloten rij duinen
 groot deel van nederlandse kust is een delta.
 monding van de Eems estuaria: verbrede, trechtervormige rieviermondingen met een
duidelijk getijdenverschil. door aanleg deltawerken zijn westerschelde en eems-dollard
enige actieve estuaria

,je weer door welke menselijke ingrepen de Nederlandse kust van oudsher in stand wordt
gehouden

 mens heeft grote delen van de zachte kust extra beschermd met harde waterkeringen,
zoals dijken, dammen, kaden en pieren. → deze delen van de kust worden harde kust
genoemd
 de wadden worden grotendeels beschermd door zeedijken.
 bolwerkvorming

4.2 de stroomgebieden van Rijn en Maas

grootte waterafvoer is afhankelijk van 5 factoren

 hoeveel neerslag er in het stroomgebied valt
 hoeveel verdamping er is (aan de oppervlakte en via de vegetatie)
 hoeveel water er wordt vastgehouden in n op de bodem (retentie)
 hoeveel water er wordt vastgehouden in stilstaand en langzaam stromend water
(berging in sloten, vennen en meren)
 hoeveel water de natuur en de mens verbruiken

begrippen

 stroomgebied → gebied dat overtollige water afvoert via een hoofdrivier met zijn
zijrivieren
 stroomstelsel → stelsel van de hoofdrivieren en zijrivieren (ook wel rivierstelsel)
 bovenloop → gedeelte van rivier dicht bij de bron
 waterscheiding → grens tussen twee stroomgebieden
 waterafvoer → hoeveelheid water die door een rivier stroomt
 vertragingstijd → tijd tussen het vallen van neerslag en de afvoer daarvan door een
rivier
 debiet → hoeveelheid water die een rivier op een bepaalde plek, op een bepaald
moment per tijdseenheid afvoert (meestal gemeten in m3 per seconde)
 regiem → de verdeling van de waterafvoer vaneen rivier (debiet) over het jaar
 piekafvoer → de maximale afvoer van een rivier tijdens perioden met veel neerslag
en/of smeltwater
 lengteprofiel → doorsnede in de lengterichting van een rivier
 verval → het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier
 verhang → het verval van een rivier in meters per kilometer
 middenloop → het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop
 benedenloop → het gedeelte van een rivier dicht bij de monding
 dwarsprofiel → dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek
 winterbed → de ruimte die een rivier heeft tussen de winterdijken
 uiterwaard → land tussen een rivier en de winterdijken, aan weerszijden van de rivier
 zomerbed → de ruimte die een rivier heeft tussen de zomerdijken

4.3 waterproblemen in Nederland

begrippen

Natuurlijke kustprocessen

,  De Nederlandse kust wordt voortdurend opgebouwd en afgebroken door natuurlijke
kustprocessen:
 Zeestromen en de wind zorgen via transport voor

erosie en sedimentatie

 getijdenstroming: afwisselend eb- en vloedstroom
 springtij: wanneer het verschil tussen hoog- en laagwater

het grootst is (bij volle en/of nieuwe maan)

 doodtij: wanneer het verschil tussen hoog- en laagwater het

kleinst is

Natuurlijke kustprocessen

 De Nederlandse kust wordt voortdurend opgebouwd en afgebroken door natuurlijke
kustprocessen:
 Zeestromen en de wind zorgen via transport voor

erosie en sedimentatie

 getijdenstroming: afwisselend eb- en vloedstroom
 springtij: wanneer het verschil tussen hoog- en laagwater

het grootst is (bij volle en/of nieuwe maan)

 doodtij: wanneer het verschil tussen hoog- en laagwater het

kleinst is




3 soorten kusten

 De Nederlandse zachte kust is opgebouwd uit zacht los materiaal en bestaat uit:
 Waddenkust
 Noord-Nederland, eilanden met duinen
 gedeelte Waddenzee valt droog bij eb (wadden)
 landkant: harde kust met waterkeringen in de

vorm van zeedijken

 Duinenkust
 duinen van Den Helder tot Hoek van Holland
 Estuariumkust
 estuaria ten zuiden van Hoek van Holland
 zeestroming is krachtiger dan rivierstroming en
€7,16
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
hannahpool08

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
hannahpool08
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
3 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
7
Laatst verkocht
3 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen