TOETS 2.2
Jr 1 (wk 14, 27)
14. Gynaecologische ontstekingen
27. Hypertensie
Jr 2 (wk 23-28)
23. Menstruele cyclus
24. Subfertiliteit
25. Seksuologie
26. Normale zwangerschap
27. Te kleine foetus
28. Gecompliceerde zwangerschap
Jr 3 (wk 7-8)
7. Pulmonale spoed
8. Cardiale spoed
,JAAR 2 – HORMONEN & VOORTPLANTING
2.4.23 Menstruele cyclus – Patiëntcollege 20/02/2024
Turner syndroom – monosomie 45X-chromosoom
- Vertraagde groei op kinderleeftijd: gebruik van groeihormonen
- Borstontwikkeling en menstruatie die niet op gang komen: suppletie met oestrogeen en
progesteron (pas starten na groei omdat het de groei remt)
- Aangeboren hartklepafwijking (niet drie maar twee kleppen bijvoorbeeld);
- Afwijkingen aan de grote lichaamsslagader (een vernauwing of op latere leeftijd een
verwijding);
- Afwijkingen aan de nieren: hoefijzer nier
Risico’s: DMII, hypertensie, aorta dilatatie, hartklepproblemen, osteoporose, coeliakie, langzaam
werkende schildklier, hoog cholesterol, hardnekkige oorontstekingen op de kinderleeftijd en
gehoorverlies op latere leeftijd
Kinderen natuurlijk niet mogelijk door afwezigheid van follikels (streaks), eiceldonatie met IVF donor
oocyten en hormoongebruik om baarmoeder voor te bereiden op ontvangst van de embryo.
Vlak voor de ovulatie komt de oocyte los in het follikel te liggen. Tot 14 dagen na ovulatie vormt zich
een corpus luteum van de overgebleven dominante follikels wat progresteron produceert.
Hypothalame-hypofysaire-gonadale as
GnRH > LH/FSH > testikels en ovarium > ontwikkeling van dominante follikel
+ feedback op hypofyse na grote oestradiol door dominante follikel
- feedback op hypofyse ook aanwezig
2-cel-2-gonadotrofine theorie
Theca cellen worden gestimuleerd door LH > androstenodione + testosteron
formatie uit cholesterol > fusie naar granulosa cell (gestimuleerd door FSH) >
aromatizatie naar estradiol en estron.
Positieve feedback geeft een LH piek.
Oestrogeen geeft proliferatie van het endometrium. Na ovulalatie >
progresteron > secretaire endometrium > hCG bij bevruchting > progestron
blijft hoogt > mucus productie door differentiatie van het endometrium > embryo
implantatie. Wanneer er geen bevruchting plaats vind gaat het corpus luteum
dood en stopt de progesteron productie, waardoor de menstruatie optreedt.
,2.4.23 Menstruele cyclus – Abnormaal bloedverlies
20/02/2024
PMS/PMDD: klachten tijdens de luteale fase, meestal het hefstigste de week voor de menstruatie.
Hoog progesteron, faciliterend effect van allopregnelone als GABA receptor modulator. Laag
oestradiol, mogelijk effect op dopamine systeem.
PMS: opgeblazen gevoel, gespannen borsten, hoofdpijn, gebrek aan energie
PMDD: psychologische klachten zoals angst, spanning, dysforie, gebrek aan energie
Abnormaal Uterien Bloedverlies (AUB)
- Hevig Menstrueel bloedverlies > 80-120 ml bloed of langer dan 7 dagen
Cyclisch hevig bloedverlies dat interfereert met de fysieke, sociale, emotionele en materiële
kwaliteit van leven van een vrouw. Vaak ook pijnlijk (dysmenorroe)
- Intermenstrueel bloedverlies: irregulaire cyclus of bloedverlies tussen twee periodes zoals
spotting of postcoïtaal bloedverlies
Abnormaal Cervicaal Bloedverlies:
- Intermenstrueel bloedverlies
Dysmenorroe: pijnlijke menstruatie
Hypomenorroe: afgenomen duur van de menstruatie
Hypermenorrhea: toegenomen duur van de menstruatie (>7dagen)
Postmenopauzaal bloedverlies: bloedverlies na de menopauze
Poliep: hevig menstrueel bloedverlies en intermenstrueel bloedverlies
Adenomyose (endometriose): dysmenorroe, dyspareunie
Leiomyomen / uterus myomatosus (vleesbomen): 1/5 vrouwen, goedaardig, oestrogeen of
progestageen afhankelijke zwelling, hevig menstrueel/intermenstrueel bloedverlies
Coagulopathie: 30%, hevig menstrueel bloedverlies
Iatrogeen: atrofie, langdurig progesteron gebruik, intermenstrueel bloedverlies
Behandelen met extra estrogeen, stop contraceptie > 1 cyclus, stoppen met roken
Behandeling 1e lijn: NSAID, tranexaminezuur, progesteron cyclisch/continu, OAC, hormoon IUD,
ferrofumaraat
2e lijn
- GnRH analoog: constante afscheiding van GnRH > FSH/LH verlaagd (zoals bij de overgang,
alleen hier geen eitjes)
- Chirurgie: resectie van poliep/myoom, endometrium ablatie, hysterectomie
Cervicaal bloedverlies
- Ectropion: cilindrisch epitheel van baarmoeder aan de buitenkant, wat makkelijk bloed
- Atrofie
- Poliep
- Cervixitis, SOA (chlamydia)
- Pre-maligniteit
, Postmenopauzal bloedverlies – uitstrijkje!
Hoe ouder de patiënt hoe groter de kans op een kwaadaardigheid.
Endometrium:
- Hyperplasie (2-10%)
- Atypical hyperplasie (4%)
- Kanker (8-10%)
Cervix carcinoom (0.5-2%)
Tuba carcinoom (< 1%)
Atrofie (50-58%)
Endometrial poliep (12-21%)
Myoom (4-5%)
2.4.23 Menstruele cyclus – Chirurgie 24/02/2024
Hysteroscopische resectie intracavitair voor myoom of poliep
Laparoscopie voor hevig menstrueel bloedverlies, adenomyose, en endometriumcarcinoom
Cervicale plooien: histologisch en functioneel anders dan de uterus en vagina
Adnexa: tubae uterina (fallopian) en ovaria
Tubae uterine bestaat uit isthmus, ampulla, en fimbraie
Uterus met corpus (horn, fundus, isthmus) en cervix
Vagina met fornices (uitstulpingen)
Ovaria liggen achter het peritoneale dubbelblad om de eisprong mogelijk te maken. Ze liggen er wel
tegenaan. Daarmee liggen ze daarom eigenlijk in de peritoneale zak. De tuba is daarom een gaatje in
het buikvlies.
Het buikvlies geeft 2 ruimtes, tussen de blaas en de uterus, en tussen het rectum en de uterus
(Douglas, diepste punt van het vrouwelijk bekken (buitenbaarmoederlijke zwangerschap)).
Achterste vaginawand is langer dan de voorste vaginawand.
Bloedtoevoer is overvloedig
Veel variatie in bloedtoevoer.
a./v. ovarica komt van boven, a./v. uterina komt van opzij (water onder de brug)
‘ligamenten’
Peritoneum = lig. latum (transversaal, uterus + adnexa aan bekkenzijwand) (dubbelplooi)
Peritoneum = lig. suspensorium (longitudinaal, ovarium aan vaatzenuwstreng)
Niet-peritoneaal bindweefsel (bijv. lig. cardinale (transversaal, uterus aan bekkenzijwand)
Jr 1 (wk 14, 27)
14. Gynaecologische ontstekingen
27. Hypertensie
Jr 2 (wk 23-28)
23. Menstruele cyclus
24. Subfertiliteit
25. Seksuologie
26. Normale zwangerschap
27. Te kleine foetus
28. Gecompliceerde zwangerschap
Jr 3 (wk 7-8)
7. Pulmonale spoed
8. Cardiale spoed
,JAAR 2 – HORMONEN & VOORTPLANTING
2.4.23 Menstruele cyclus – Patiëntcollege 20/02/2024
Turner syndroom – monosomie 45X-chromosoom
- Vertraagde groei op kinderleeftijd: gebruik van groeihormonen
- Borstontwikkeling en menstruatie die niet op gang komen: suppletie met oestrogeen en
progesteron (pas starten na groei omdat het de groei remt)
- Aangeboren hartklepafwijking (niet drie maar twee kleppen bijvoorbeeld);
- Afwijkingen aan de grote lichaamsslagader (een vernauwing of op latere leeftijd een
verwijding);
- Afwijkingen aan de nieren: hoefijzer nier
Risico’s: DMII, hypertensie, aorta dilatatie, hartklepproblemen, osteoporose, coeliakie, langzaam
werkende schildklier, hoog cholesterol, hardnekkige oorontstekingen op de kinderleeftijd en
gehoorverlies op latere leeftijd
Kinderen natuurlijk niet mogelijk door afwezigheid van follikels (streaks), eiceldonatie met IVF donor
oocyten en hormoongebruik om baarmoeder voor te bereiden op ontvangst van de embryo.
Vlak voor de ovulatie komt de oocyte los in het follikel te liggen. Tot 14 dagen na ovulatie vormt zich
een corpus luteum van de overgebleven dominante follikels wat progresteron produceert.
Hypothalame-hypofysaire-gonadale as
GnRH > LH/FSH > testikels en ovarium > ontwikkeling van dominante follikel
+ feedback op hypofyse na grote oestradiol door dominante follikel
- feedback op hypofyse ook aanwezig
2-cel-2-gonadotrofine theorie
Theca cellen worden gestimuleerd door LH > androstenodione + testosteron
formatie uit cholesterol > fusie naar granulosa cell (gestimuleerd door FSH) >
aromatizatie naar estradiol en estron.
Positieve feedback geeft een LH piek.
Oestrogeen geeft proliferatie van het endometrium. Na ovulalatie >
progresteron > secretaire endometrium > hCG bij bevruchting > progestron
blijft hoogt > mucus productie door differentiatie van het endometrium > embryo
implantatie. Wanneer er geen bevruchting plaats vind gaat het corpus luteum
dood en stopt de progesteron productie, waardoor de menstruatie optreedt.
,2.4.23 Menstruele cyclus – Abnormaal bloedverlies
20/02/2024
PMS/PMDD: klachten tijdens de luteale fase, meestal het hefstigste de week voor de menstruatie.
Hoog progesteron, faciliterend effect van allopregnelone als GABA receptor modulator. Laag
oestradiol, mogelijk effect op dopamine systeem.
PMS: opgeblazen gevoel, gespannen borsten, hoofdpijn, gebrek aan energie
PMDD: psychologische klachten zoals angst, spanning, dysforie, gebrek aan energie
Abnormaal Uterien Bloedverlies (AUB)
- Hevig Menstrueel bloedverlies > 80-120 ml bloed of langer dan 7 dagen
Cyclisch hevig bloedverlies dat interfereert met de fysieke, sociale, emotionele en materiële
kwaliteit van leven van een vrouw. Vaak ook pijnlijk (dysmenorroe)
- Intermenstrueel bloedverlies: irregulaire cyclus of bloedverlies tussen twee periodes zoals
spotting of postcoïtaal bloedverlies
Abnormaal Cervicaal Bloedverlies:
- Intermenstrueel bloedverlies
Dysmenorroe: pijnlijke menstruatie
Hypomenorroe: afgenomen duur van de menstruatie
Hypermenorrhea: toegenomen duur van de menstruatie (>7dagen)
Postmenopauzaal bloedverlies: bloedverlies na de menopauze
Poliep: hevig menstrueel bloedverlies en intermenstrueel bloedverlies
Adenomyose (endometriose): dysmenorroe, dyspareunie
Leiomyomen / uterus myomatosus (vleesbomen): 1/5 vrouwen, goedaardig, oestrogeen of
progestageen afhankelijke zwelling, hevig menstrueel/intermenstrueel bloedverlies
Coagulopathie: 30%, hevig menstrueel bloedverlies
Iatrogeen: atrofie, langdurig progesteron gebruik, intermenstrueel bloedverlies
Behandelen met extra estrogeen, stop contraceptie > 1 cyclus, stoppen met roken
Behandeling 1e lijn: NSAID, tranexaminezuur, progesteron cyclisch/continu, OAC, hormoon IUD,
ferrofumaraat
2e lijn
- GnRH analoog: constante afscheiding van GnRH > FSH/LH verlaagd (zoals bij de overgang,
alleen hier geen eitjes)
- Chirurgie: resectie van poliep/myoom, endometrium ablatie, hysterectomie
Cervicaal bloedverlies
- Ectropion: cilindrisch epitheel van baarmoeder aan de buitenkant, wat makkelijk bloed
- Atrofie
- Poliep
- Cervixitis, SOA (chlamydia)
- Pre-maligniteit
, Postmenopauzal bloedverlies – uitstrijkje!
Hoe ouder de patiënt hoe groter de kans op een kwaadaardigheid.
Endometrium:
- Hyperplasie (2-10%)
- Atypical hyperplasie (4%)
- Kanker (8-10%)
Cervix carcinoom (0.5-2%)
Tuba carcinoom (< 1%)
Atrofie (50-58%)
Endometrial poliep (12-21%)
Myoom (4-5%)
2.4.23 Menstruele cyclus – Chirurgie 24/02/2024
Hysteroscopische resectie intracavitair voor myoom of poliep
Laparoscopie voor hevig menstrueel bloedverlies, adenomyose, en endometriumcarcinoom
Cervicale plooien: histologisch en functioneel anders dan de uterus en vagina
Adnexa: tubae uterina (fallopian) en ovaria
Tubae uterine bestaat uit isthmus, ampulla, en fimbraie
Uterus met corpus (horn, fundus, isthmus) en cervix
Vagina met fornices (uitstulpingen)
Ovaria liggen achter het peritoneale dubbelblad om de eisprong mogelijk te maken. Ze liggen er wel
tegenaan. Daarmee liggen ze daarom eigenlijk in de peritoneale zak. De tuba is daarom een gaatje in
het buikvlies.
Het buikvlies geeft 2 ruimtes, tussen de blaas en de uterus, en tussen het rectum en de uterus
(Douglas, diepste punt van het vrouwelijk bekken (buitenbaarmoederlijke zwangerschap)).
Achterste vaginawand is langer dan de voorste vaginawand.
Bloedtoevoer is overvloedig
Veel variatie in bloedtoevoer.
a./v. ovarica komt van boven, a./v. uterina komt van opzij (water onder de brug)
‘ligamenten’
Peritoneum = lig. latum (transversaal, uterus + adnexa aan bekkenzijwand) (dubbelplooi)
Peritoneum = lig. suspensorium (longitudinaal, ovarium aan vaatzenuwstreng)
Niet-peritoneaal bindweefsel (bijv. lig. cardinale (transversaal, uterus aan bekkenzijwand)