4V---Boekverslag 1---B-deel
Montyn
1. Het leven van de hoofdpersonen
Ik vind het leven van de hoofdpersoon niet zo goed, omdat hij er op los wil
leven. Hij leeft eigenlijk voor het avontuur en de spanning. Hij gaat
vrijwillig van het ene legeronderdeel naar het andere, puur voor het
avontuur. Hij zwerft vaak rond, is erg onrustig en hij is ook vaak dronken.
Toen hij nog thuis woonde zette hij zich af tegen het gezag van zijn ouders.
Hij respecteerde de zondag niet meer. (4e gebod). Hij wilde niet meer
luisteren naar zijn ouders. (5e gebod). Anderzijds heeft hij ook wel goede
dingen gedaan, want hij heeft veel gewonden geholpen en hij heeft Thom,
een jongen die gevlucht was uit een opvoedingsgesticht, leren schilderen.
Citaten:
‘Ooit had ik het ouderlijk huis achter me gelaten, om veel redenen. Maar
onder meer om het avontuur.’ (p. 270)
‘Jaren waarin ik de ene onverwerkte ervaring compenseerde met de
volgende, waarin ik zo bezeten voortjakkerde om het noodlot te ontlopen
dat ik het in feite op de hielen zat.’ (p. 338)
‘Feesten. Doorzakken in cafés over de Belgische grens.’ (p. 281)
‘Het begon ermee dat ik op zondag, na het middageten, terwijl mijn ouders
rustten, het huis ontvluchtte.’ (p. 40)
‘Ik ga niet naar de kerk. Ik ga straks zeilen met Pim…’ (p. 41)
‘Ik had hem leren etsen en het was verbluffend hoe snel hij vorderingen
maakte.’ (p. 311)
2. Is de hoofdpersoon voor mij een voorbeeld?
De hoofdpersoon is voor mij een voorbeeld in negatieve zin, omdat hij niet
zo’n goed leven leidt. Ik wil de vele negatieve elementen van de
hoofdpersoon niet in mijn eigen leven terugzien.
3. Gevormd, verrijkt of aan het denken gezet?
Het boek heeft mij niet in positieve zin gevormd, maar wel aan het denken
gezet, want ik heb nu kunnen lezen hoe slecht gedrag kan leiden tot
verkeerde beslissingen en verschrikkelijke situaties. Dat is voor mij een
goede les om over na te denken dat je goed moet nadenken over bepaalde
beslissingen en trouw moet zijn aan je ouders en de zondag.
4. Het taalgebruik van de auteur
Het taalgebruik van de auteur past niet bepaald bij Bijbelse normen en
waarden, want er wordt veel gevloekt. Er komt ook veel platvloers
taalgebruik voor.
Citaten:
‘Ga mee, Jan. Dan ben je meteen verlost van dat gezeik van die
Arbeitseinsatz!’ (p. 57)
’t Is verdikkeme nog een Hollander ook!’ (p. 177)
Montyn
1. Het leven van de hoofdpersonen
Ik vind het leven van de hoofdpersoon niet zo goed, omdat hij er op los wil
leven. Hij leeft eigenlijk voor het avontuur en de spanning. Hij gaat
vrijwillig van het ene legeronderdeel naar het andere, puur voor het
avontuur. Hij zwerft vaak rond, is erg onrustig en hij is ook vaak dronken.
Toen hij nog thuis woonde zette hij zich af tegen het gezag van zijn ouders.
Hij respecteerde de zondag niet meer. (4e gebod). Hij wilde niet meer
luisteren naar zijn ouders. (5e gebod). Anderzijds heeft hij ook wel goede
dingen gedaan, want hij heeft veel gewonden geholpen en hij heeft Thom,
een jongen die gevlucht was uit een opvoedingsgesticht, leren schilderen.
Citaten:
‘Ooit had ik het ouderlijk huis achter me gelaten, om veel redenen. Maar
onder meer om het avontuur.’ (p. 270)
‘Jaren waarin ik de ene onverwerkte ervaring compenseerde met de
volgende, waarin ik zo bezeten voortjakkerde om het noodlot te ontlopen
dat ik het in feite op de hielen zat.’ (p. 338)
‘Feesten. Doorzakken in cafés over de Belgische grens.’ (p. 281)
‘Het begon ermee dat ik op zondag, na het middageten, terwijl mijn ouders
rustten, het huis ontvluchtte.’ (p. 40)
‘Ik ga niet naar de kerk. Ik ga straks zeilen met Pim…’ (p. 41)
‘Ik had hem leren etsen en het was verbluffend hoe snel hij vorderingen
maakte.’ (p. 311)
2. Is de hoofdpersoon voor mij een voorbeeld?
De hoofdpersoon is voor mij een voorbeeld in negatieve zin, omdat hij niet
zo’n goed leven leidt. Ik wil de vele negatieve elementen van de
hoofdpersoon niet in mijn eigen leven terugzien.
3. Gevormd, verrijkt of aan het denken gezet?
Het boek heeft mij niet in positieve zin gevormd, maar wel aan het denken
gezet, want ik heb nu kunnen lezen hoe slecht gedrag kan leiden tot
verkeerde beslissingen en verschrikkelijke situaties. Dat is voor mij een
goede les om over na te denken dat je goed moet nadenken over bepaalde
beslissingen en trouw moet zijn aan je ouders en de zondag.
4. Het taalgebruik van de auteur
Het taalgebruik van de auteur past niet bepaald bij Bijbelse normen en
waarden, want er wordt veel gevloekt. Er komt ook veel platvloers
taalgebruik voor.
Citaten:
‘Ga mee, Jan. Dan ben je meteen verlost van dat gezeik van die
Arbeitseinsatz!’ (p. 57)
’t Is verdikkeme nog een Hollander ook!’ (p. 177)