Belastingrecht
art. 2.1 wet IB Inkomstenbelasting wordt geheven over natuurlijke personen. 2 groepen:
Binnenlandse belastingplichtige wonen in Nederland. Voor deze personen geldt het
universaliteitsbeginsel. Er wordt gekeken naar het totale wereldinkomen en hier moet
belasting over betaald worden (vermogen, huizen en bezittingen)
Buitenlandse belastingplichtige (art. 7.1 wet IB) wonen niet in Nederland maar hebben er
wel inkomen. Dit geldt vaak in combinatie met het situatiebeginsel. Nederland is de bron van
het inkomen.
Art. 7.1 wet IB betekenis van Nederlands inkomen (box 1, 2 en 3). Binnenlandse belastingplichtige
hebben recht op heffingskorting (lid 1), buitenlandse lichtingen niet (art. 8.2 wet IB). de IB voor
buitenlandse belastingplichtigen:
Box 1 (art. 7.2 t/m 7.4 wet IB) belastbaar inkomen uit werk en woning. Geen recht op
persoonsgebonden aftrek.
Box 2 (art. 7.5 en 7.6 wet IB) een bedrijf minimaal 5 jaar in Nederland gevestigd is
geweest is, indien hij verplaats, nog 10 jaar gevestigd in Nederland.
Box 3 (art. 7.7 wet IB) wordt op de zelfde manier berekend. Er wordt geen rekeing
gehouden met de persoonsgebonden aftrek.
Art 4 lid 1 AWR om te bepalen in welk land iemand woont hangt af van de duurzame betrekking
tussen persoon en staat. Hierbij wordt gekeken naar feitelijke omstandigheden. Deze
omstandigheden zijn bijvoorbeeld eigen woonruimte, werk en school en waar iemand zijn sociale
leven heeft. Dit staat ook in art. 4 lid 2 OESO-modelverdrag
Art. 2.2 wet IB woonplaatsfictie. Hierin behandeld de belastingdienst mensen die niet binnenlands
belastingplichtig meer zijn toch als binnenlandse belastingplichtige. Dit geldt in 3 gevallen:
Jaarfictie (lid 1) Als een binnenlandse belastingplichtige naar het buitenland gaat, dan is
hij geen belastingplichtige meer. Echter: een persoon die voor minder dan 1 weg gaat uit
Nederland en niet in een ander land woont blijft belastingplichtig.
Diplomatienfictie (lid 2) iemand die in het buitenland werkzaam is voor de Nederlandse
staat. Dit zijn diplomaten, ambassade personeel, uitgezonden militairen en de partner en
kinderen jonger dan 27 van deze 3 functies (lid 3)
Bemanningsfictie (art. 4 lid 2 AWR) als de schepen of luchtvaartuigen in Nederland de
thuishaven hebben is de bemanning binnenlands belastingplichtig
Art 2.5 wet IB sommige buitenlandse belastingplichtige hebben de keuze om binnenlands
belastingplichtig te worden. Dit keuzerecht is voor:
Mensen die niet het hele jaar in Nederland hebben gewoond
Inwoners van andere EU lidstaten
Inwoners van een mogendheid waarmee Nederland belastingverdragen heeft ter
voorkoming van dubbele belasting
Hoofdstuk 4
Vennootschapsbelasting Een directe belasting (art. 1 wet VPB). De belasting wordt geheven over
de winst van een lichaam (art. 2 en 3 wet VPB).
Na betaling van de vennootschapsbelasting (20%) blijft de netto winst over. Deze winst is het bruto
dividend. Van deze dividend wordt 25% inkomstenbelastin geheven (box 2). Uiteindelijk blijft de
winst van het bedrijf over.
Art. 2 en 3 wet VPB voor de VPB bestaan er binnenlandse en buitenlandse belastingplichtige
art. 2.1 wet IB Inkomstenbelasting wordt geheven over natuurlijke personen. 2 groepen:
Binnenlandse belastingplichtige wonen in Nederland. Voor deze personen geldt het
universaliteitsbeginsel. Er wordt gekeken naar het totale wereldinkomen en hier moet
belasting over betaald worden (vermogen, huizen en bezittingen)
Buitenlandse belastingplichtige (art. 7.1 wet IB) wonen niet in Nederland maar hebben er
wel inkomen. Dit geldt vaak in combinatie met het situatiebeginsel. Nederland is de bron van
het inkomen.
Art. 7.1 wet IB betekenis van Nederlands inkomen (box 1, 2 en 3). Binnenlandse belastingplichtige
hebben recht op heffingskorting (lid 1), buitenlandse lichtingen niet (art. 8.2 wet IB). de IB voor
buitenlandse belastingplichtigen:
Box 1 (art. 7.2 t/m 7.4 wet IB) belastbaar inkomen uit werk en woning. Geen recht op
persoonsgebonden aftrek.
Box 2 (art. 7.5 en 7.6 wet IB) een bedrijf minimaal 5 jaar in Nederland gevestigd is
geweest is, indien hij verplaats, nog 10 jaar gevestigd in Nederland.
Box 3 (art. 7.7 wet IB) wordt op de zelfde manier berekend. Er wordt geen rekeing
gehouden met de persoonsgebonden aftrek.
Art 4 lid 1 AWR om te bepalen in welk land iemand woont hangt af van de duurzame betrekking
tussen persoon en staat. Hierbij wordt gekeken naar feitelijke omstandigheden. Deze
omstandigheden zijn bijvoorbeeld eigen woonruimte, werk en school en waar iemand zijn sociale
leven heeft. Dit staat ook in art. 4 lid 2 OESO-modelverdrag
Art. 2.2 wet IB woonplaatsfictie. Hierin behandeld de belastingdienst mensen die niet binnenlands
belastingplichtig meer zijn toch als binnenlandse belastingplichtige. Dit geldt in 3 gevallen:
Jaarfictie (lid 1) Als een binnenlandse belastingplichtige naar het buitenland gaat, dan is
hij geen belastingplichtige meer. Echter: een persoon die voor minder dan 1 weg gaat uit
Nederland en niet in een ander land woont blijft belastingplichtig.
Diplomatienfictie (lid 2) iemand die in het buitenland werkzaam is voor de Nederlandse
staat. Dit zijn diplomaten, ambassade personeel, uitgezonden militairen en de partner en
kinderen jonger dan 27 van deze 3 functies (lid 3)
Bemanningsfictie (art. 4 lid 2 AWR) als de schepen of luchtvaartuigen in Nederland de
thuishaven hebben is de bemanning binnenlands belastingplichtig
Art 2.5 wet IB sommige buitenlandse belastingplichtige hebben de keuze om binnenlands
belastingplichtig te worden. Dit keuzerecht is voor:
Mensen die niet het hele jaar in Nederland hebben gewoond
Inwoners van andere EU lidstaten
Inwoners van een mogendheid waarmee Nederland belastingverdragen heeft ter
voorkoming van dubbele belasting
Hoofdstuk 4
Vennootschapsbelasting Een directe belasting (art. 1 wet VPB). De belasting wordt geheven over
de winst van een lichaam (art. 2 en 3 wet VPB).
Na betaling van de vennootschapsbelasting (20%) blijft de netto winst over. Deze winst is het bruto
dividend. Van deze dividend wordt 25% inkomstenbelastin geheven (box 2). Uiteindelijk blijft de
winst van het bedrijf over.
Art. 2 en 3 wet VPB voor de VPB bestaan er binnenlandse en buitenlandse belastingplichtige
