100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting H19 Sport

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
8
Geüpload op
29-08-2025
Geschreven in
2024/2025

Dit is een uitgebreide samenvatting met plaatjes van hoofdstuk 19 sport.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
6

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
19
Geüpload op
29 augustus 2025
Aantal pagina's
8
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 19 Sport
Bouw en functie van pezen
- Bindweefsel bestaat uit cellen omgeven door eiwitrijke tussencelstof. Dankzij de vezels tussen
de cellen van het bindweefsel blijven je organen op hun plaats en blijven de weefsels met elkaar
verbonden. Er zijn verschillende typen bindweefsel.
1. Bindweefsel in pezen -> bevat tussencelstof met stugge eiwitvezels
2. Huid -> zijn de vezels elastisch
3. Kraakbeen en bot -> de tussencelstof is hard en stug
4. Vet -> vetweefselcellen maken nauwelijks tussencelstof. Het vet zit in de cellen
- Wanneer skeletspieren samentrekken, bewegen de botten rond hun draaipunten in de
gewrichten. Bij de beweging zijn ook pezen en banden
nodig. Pezen verbinden de skeletspieren met je botten .
Banden verbinden botten onderling. Bij elke beweging
trekken langgerekte vezels in de pezen aan je botten. Die
vezels zijn opgebouwd uit het eiwit collageen, gemaakt
door de peescellen. In de tussencelstof draaien drie
collageenketens, onderling verbonden door H-bruggen, in
elkaar tot een quaternaire structuur -> een
collageenmolecuul met een drievoudige helix. Deze
moleculen vormen een collageenfibril. Veel
collageenfibrillen vormen een collageenvezel en veel
vezels een collageenbundel. Dankzij deze kabelstructuur
kan een pees de krachten van de spier goed doorgeven
aan het bot. Een pees is nauwelijks elastisch. Rekt deze te veel uit, dan scheurt de pees van de
spier of het bot.

Contact tussen cellen
- De cellen van het bindweefsel zijn door hun tussencelstof verder van elkaar verwijderd dan bij
andere celtypen. Via dunne uitlopers houden zij echter contact met elkaar. Het celmembraan van
de uitlopers bevat connexine-eiwitten.
- Waar het celmembraan van de bindweefselcel het celmembraan
van zijn buurcel raakt, ontstaat door de connexine-eiwitten een
kleine opening in beide membranen -> een gap junction. Gap
junctions zijn verbindingen tussen cellen met de mogelijkheid tot
communicatie.
- Door de eiwitkanalen bewegen ionen en kleine moleculen.
Veranderingen in een cel beïnvloeden op die manier de buurcel.
De openingen tussen de cellen zijn niet permanent. Voortdurend
wisselt het aantal gap junctions tussen de cellen.
- Een andere verbinding tussen cellen is de tight junction, waar
eiwitten cellen strak aan elkaar binden. Gap junctions en tight
junctions zijn vormen van cell junctions -> celverbindingen.

, Drie verschillende typen spieren
- Beenspieren zijn skeletspieren, opgebouwd uit bundels centimeters lange spiervezels. De vezels
ontstaan uit een samensmelting van honderden spiercellen. Zij bevatten dan ook meerdere
kernen. Elke bundel spiervezels is omgeven door bindweefsel met bloedvaten voor de
doorbloeding van de spier.
- Elke spiervezel bevat op zijn beurt bundels langgerekte eiwitfilamenten -> de myofibrillen.
Dankzij deze myofibrillen kunnen spieren samentrekken. Er zijn dunne en dikke filamenten. De
dunne filamenten zijn opgebouwd uit twee in elkaar gedraaide ketens van het eiwit actine, de
dikke filamenten bestaan uit een groot aantal ketens van het ei-wit myosine. Net als
collageenmoleculen in de pezen zijn de actine- en myosinefilamenten geordend gerangschikt.
Dat geeft een patroon van lichte en donkere banden -> dwarsgestreept spierweefsel. In het
midden van elke I-band bevindt zich een membraan -> de Z-ljjn. Het deel tussen twee Z-lijnen
heet een sarcomeer -> de kleinste eenheid van een spiervezel die kan samentrekken.
- Net als skeletspierweefsel is hartspierweefsel dwarsgestreept. De cellen van dit weefsel vormen
echter geen keten van lange vezels, maar een netwerk. Na een impuls uit de sinusknoop trekt de
hartspier samen en perst het bloed het hart uit. Gap junctions tussen de hartspiercellen zorgen
voor een gecoördineerde samentrekking.
- Glad spierweefsel komt voor in de wanden van bloedvaten, bronchiën, maag, darmen,
baarmoeder en blaas. Een streeppatroon ontbreekt, doordat de myofibrillen minder geordend
liggen dan in dwarsgestreepte spiervezels.

Gecoördineerd samentrekken
- De opdrachten om te bewegen komen vanuit de hersenen. Via het ruggenmerg gaan impulsen
richting de spieren. De axonen van de motorische neuronen vertakken en eindigen in een aantal
neuromusculaire synapsen -> motorische eindplaatjes. Op deze plaatsen komt acetylcholine vrij
dat de spiervezels activeert. De bundels myosine en actine schuiven langs elkaar waardoor de
sarcomeren verkorten. Doordat een axon zich in een spier naar een aantal spiervezels toe
vertakt, reageren meerdere spiervezels tegelijk op dezelfde impulsen. Een groep spiervezels die
op de impulsen van één neuron reageert -> een motorische eenheid. Een spier telt meestal
meerdere motorische eenheden. Is er weinig kracht nodig, dan schakel je maar een klein aantal
motorische eenheden in. Wil je meer kracht zetten, dan activeer je extra motorische eenheden.

Eiwitten trekken de spiervezel samen
- Over de hele lengte van spiervezels zijn myofibrillen gerangschikt. Rond elke bundel myofibrillen
bevindt zich het sarcoplasmatisch reticulum, een
netwerk van membranen. Het SR is te vergelijken met
het ER. In een spiervezel bevat het SR veel Ca 2+-ionen.
Strak tegen het SR aan liggen dunne T-buisjes. Het zijn
uitlopers van het membraan rond de spiervezel -> het
sarcolemma, ze dringen diep in de spiervezel door. T-
buisjes zijn gevuld met vloeistof en bevatten veel
ionkanalen. Bereikt een impuls via een motorisch
neuron de neuromusculaire synaps, dan komt
acetylcholine vrij. Door deze neurotransmitter depolariseert het sarcolemma met de T-buisjes,
waardoor de impuls in de spier komt. Dat leidt tot het opengaan van Ca 2+-poorten in het SR: Ca2+
€7,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
marevanleusden

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
marevanleusden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
10 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
33
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen