100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting voortplanting en verloskunde van de grote huisdieren - 2e master

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
78
Geüpload op
27-08-2025
Geschreven in
2024/2025

Dit document bevat een samenvatting van voortplanting en verloskunde van de grote huisdieren voor de 2e master. Belangrijke zaken voor het examen zijn aangeduid met een koetje in de kantlijn.

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
27 augustus 2025
Aantal pagina's
78
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

VOORTPLANTING EN
VERLOSKUNDE VAN DE GROTE
HUISDIEREN
Voortplanting rund

BASISKENNIS

- Cyclusduur: 18-24 dagen , meestal 2-3 folliculaire golven (2 bij lacterende
melkkoeien en 3 bij pinken en vleesvee), de follikels komen en gaan op de ovaria
- Drachtduur: 280-285 dagen, abortus bij 265 dagen en overdracht bij 310 dagen
- Placentatype: synepitheliochorialis – cotyledonaria
- Anatomie van het geslachtsapparaat: koersstuur
- Oestrus: duur 12 tot 18 uur en moment van ovulatie is 12 uur na het einde van
de oestrus
- Ideale tussenkalftijd: 365 dagen
- AM/PM regel: indien AM tochtig dan in de avond (PM) insemineren en indien PM
tochtig dan volgende ochtend (AM) insemineren

RECTAAL ONDERZOEK

- Cervix = oriëntatiepunt
- Palpatie baarmoeder: grootte, symmetrie, inhoud, contractiliteit, vergroeiingen
- Palpatie eierstokken: zowel follikels als CL te voelen
 Follikel: zachte fluctuerende structuur
 CL: paddenstoel, zacht indien jong en harder indien oud CL
 Abnormale structuur: cysten/tumoren
- Slappe baarmoeder staat onder progesteron en contractiele baarmoeder staat
onder oestrogenen

DRACHTDIAGNOSE

Doel: zo snel mogelijk opsporen van de niet-drachtige dieren zodat deze zo snel mogelijk
tochtig/drachtig kunnen worden

Redenen voor drachtdiagnose:

1. Leeft het kalf nog
2. Overdracht
3. Stier losgebroken
4. Geslacht van het kalf bepalen
5. Etc
- Fertilisatie gebeurt in de eileider en de zygote blijft 4-5 dagen in de eileider
- Vrucht produceert vanaf ongeveer dag 13 interferon tau dat prostaglandine
secretie van de uterus zal afremmen.
- Niet-drachtig: vanaf dag 17 worden prostaglandines geproduceerd waardoor CL
wordt afgebroken en dier weer tochtig wordt.
 Schaap: CL niet nodig tot einde van de dracht. Bij koe wel.

,EERSTE TEKENEN VAN DRACHT

- Niet meer tochtig worden, maar let op, cyclus kan ook om andere redenen
stilvallen en sommige drachtige koeien kunnen tochtigheidssymptomen vertonen.
- Voelen CL: CL blijft aan ipsilaterale kant van de drachtige hoorn.
 Aanwezigheid van actief CL op dag 21-24, dan 80-90% zeker dat ze drachtig
is.
 Mogelijke fouten: op verkeerde moment gedekt, embryonale
sterfte, pyometra, accuraatheid van het voelen van een CL is
niet zo hoog
- Progesterontest:
 Progesteron zakt vanaf dag 17/18 bij niet-drachtig dier en blijft
hoog tot einde van de dracht bij een drachtig dier
 Kan op melk en bloed  progesteron is lipofiel dus vooral in
vetfractie van de melk
 Best testen tussen 21-23 dagen na inseminatie
 Niet drachtig: 100% juist en drachtig: 85% juist, vals+ indien
inseminatie op verkeerd moment, door embryonale sterfte,
luteale cysten of pyometra
 Sommige melkrobots: progesteron in melk meten
- ‘Chemische’ drachtdiagnose
 Early pregnancy/conception factor (ecf) : glycoproteïne dat reeds 24 uur na
fertilisatie te meten is
 ECF dip test vanaf 7-8 dagen na inseminatie maar toch onbetrouwbaar
 Oestrone-sulfaat: oestrone gevormd door placenta vanaf dag 100 en
geconjugeerd door lever van het kalf tot oestrone sulfaat en te meten in bloed
en melk
+: levend kalf (want lever moet werken)
-: pas vanaf 100 dg dracht
 Bovine pregnancy-specific protein B (bPSPB): gesecreteerd door
trofoblastcellen en te meten vanaf dag 15 na inseminatie
 Bovine pregnancy-associated glycoprotein (bPAG): geproduceerd door
placenta, vanaf dag 30 na inseminatie. Concentratie geeft indicatie omtrent
meerlingdracht en drachtduur
+: drachtig van levend kalf (indien positieve test)
-: zeer lange T1/2 (>100 dg), dier moet meer dan 200 dagen geleden gekalfd
hebben
Risico: 60 dg na afkalven geïnsemineerd dus PAG test is + maar je weet niet of
dit van de vorige dracht is of van deze nieuwe dracht

WAT TE VOELEN BIJ DRACHT?

- Asymmetrie van de hoornen en fluctuatie. Asymmetrie door opstapeling van
allantoïs vocht
- Verdunning van de baarmoederwand en vruchtwater kunnen leiden tot fluctuatie
(binnen fietsband), vanaf 28 dg bij vaarzen en vanaf 32 dagen bij koeien. Let op:
fluctuatie kan ook door etter, mucus etc veroorzaakt worden
- Vuistregel: grootte van de baarmoeder
 Pols = 6 weken
 Elleboog = 7 weken
 Schouder = 8 weken
 Nek = 9 weken
 Hoofd = 10 weken
- Membraanslip: slippen van het allanto-chorion tussen
duim en wijs- of middenvinger bij opheffen van de
baarmoederwand. Vanaf 35 dagen dracht. LET OP:
ervaring vereist want is niet ongevaarlijk, mogelijk
verlies van de dracht.
- Placentomen = cotyledoon + karunkel

,  Vanaf 70 dg dracht te voelen
 Ook bij dode vrucht voelbaar!
- Nooit nageboorte uitpellen  microtrauma’s in karunkel van de moeder  hogere
kans dat koe ziek wordt door makkelijkere intrede van bacteriën langs die
microtrauma’s
- Voelen van de foetus: bij 65 dagen dracht. Later te voelen (na dag 90) door
balloteren (op kalf duwen en dan terugveren). Foetus minder goed te voelen in
5e/6e maand van de dracht door dat het kalf op de bodem van de buik ligt  je kan
er niet meer bij.
- Gezinder = trilling  te voelen door toenemende bloedtoevoer in de a. uterina
media naar de drachtige baarmoeder.
 In drachtige hoorn vanaf 3,5 maand en in niet-drachtige hoorn vanaf 5
maanden te voelen
 Dode vrucht: gezinder zal snel verdwijnen
- Risico opbreken: membraanslip en amnionblaas geven kans op embryonale sterfte

SCHATTEN VAN DE DRACHTDUUR




Uitwendig stoten: altijd rechts! Kalf wegduwen en daarna botst het tegen je hand. Stoten
bij >7 mnd

DDX VAN DE DRACHT

- Foute interpretatie membraanslip
- Blaas, pens, nier, vagina als dracht aanzien
- Afwijkende structuur in baarmoeder (pyometra, abces, tumor)

ECHOGRAFIE

- Vanaf dag 22-26: vocht in de baarmoeder (=egaal zwart)
- Vanaf dag 30: embryo en ictus cordis te zien
- Vanaf 45-75 dagen: onderkennen tweeling
- Rond dag 60: geslachtsbepaling. Want
vanaf dag 60  tuberculum genitale en
tussen dag 70-120: scrotum en tepels
aangelegd. Tuberculum genitale bij man
kort na navelstreng en bij vrouw onder
de staart.
- Ouderdomsbepaling: eerste 3 mnd 
kruin-staart basis en vanaf 3 mnd: diameter oog, lengte van de femur.
- Te vroege echo: tochtslijm aanzien voor vruchtwater

, - Pyometra: etter in uterus  grijsachtig gevlekt




RUND DAT NIET TOCHTIG WORDT (GEZIEN)

- Pink = dier wat nog niet heeft gekalfd
Vaars = al 1x gekalfd
- Pink: beginnen met insemineren op 14 maanden (afkalven op 2 jaar), hiervoor
moet ze tochtig zijn en cycleren.
Koe: elk jaar 1 kalf. Op dag 85 na vorige kalving moet ze drachtig zijn. Dus
insemineren 60 dagen na afkalven (zodat ze volgend jaar opnieuw kan kalven).
Koe moet hiervoor cycleren en tochtig zijn.

CYCLUS VAN DE KOE

- Cyclus: ± 21 dagen
- Dag 0 = oestrus
 Dominante follikel: 15-20 mm
 Oestrussymptomen: tochtigheidssymptomen
 Duur: gemiddeld 18 uur
- LH-piek: 6 uur na het begin van de oestrus
- Ovulatie: 12 uur na het einde van de tochtigheid en 24 uur na de LH-piek
- Eicel: tot 4-6 uur na ovulatie nog goed te bevruchten.
- Diepvriessperma: 36-48 uur goed fertiel

Hypofyse: productie FSH  follikels
groter  dominante follikel
geselecteerd, deze produceert
oestrogenen  positieve feedback
wat leidt tot LH-piek. Als LH-piek op
juiste moment  ovulatie. Ovulatie
wordt gevolgd door vorming CL 
blijft tot dag 17 bestaan (is
maximaal op dag 6)
 Geen dracht: baarmoeder geeft
PGF2a af  luteolyse  CL afbraak
 daling progesteron negatieve
feedback op hypofyse weg  weer
FSH productie en terug tochtig

2 soorten folliculaire groei:

1. 2 folliculaire golven: hoogproductief melkvee
2. 3 folliculaire golven: pinken en vleesvee  makkelijker drachtig want hoe langer
de follikel onderweg is alvorens ovulatie optreedt (bij de koe dus langer), hoe
ouder de oocyt op het moment van ovulatie en hoe kleiner dus de kans op dracht.

Anoestrus = geen oestrus vertonen terwijl het wel op dat moment wordt verwacht.
Voorbeeld: dier dat 70 dagen geleden heeft gekalfd en niet tochtig is geweest of pink op
15 maanden niet tochtig.

Oorzaken: dier cycleert niet OF boer heeft het niet gezien

Oestrus = gedragsverandering rond moment van ovulatie die duidelijk maken dat dier
bevrucht kan worden  tochtigheidsverschijnselen
€14,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
DGKstudent123

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
DGKstudent123 Universiteit Gent
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
3 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
18
Laatst verkocht
3 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen